16.00.00 Actieve veredeling
7 De vergunning en de persoon van de aanvrager
7.1 Algemeen
De Douane geeft een vergunning actieve veredeling alleen af op verzoek van een persoon die de veredelingshandeling zelf verricht
of laat verrichten door derden (veredelaars).
(artikel 116 CDW)
De vergunninghouder hoeft de veredelingshandelingen dus niet zelf uit te voeren, maar kan de veredelingshandelingen laten verrichten door andere bedrijven. De plaats waar de veredelingshandelingen plaatsvinden moeten in de vergunningaanvraag staan. De vergunninghouder blijft altijd volledig verantwoordelijk voor het juiste verloop van de douaneregeling actieve veredeling.
De Douane verleent alleen een vergunning aan een persoon die daadwerkelijk het beschikkingsrecht over de goederen heeft en de voorwaarden van de douaneregeling kan nakomen. Douane-expediteurs die alleen de douaneaangifte tot plaatsing onder de douaneregeling actieve veredeling doen, kunnen dus geen vergunning krijgen, want zij hebben na de vrijgave geen beschikkingsrecht meer over de goederen.
Bovendien kan de Douane de vergunning alleen afgeven aan een persoon die in het douanegebied van de EU is gevestigd. Alleen
als er sprake is van veredeling zonder handelskarakter, kan een vergunning worden verleend aan een persoon die buiten de
EU is gevestigd.
(artikel 117 letter a CDW)
7.2 Samenloop Behandeling vergunning door Douane en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
Vergunningen actieve veredeling kunnen in Nederland worden afgegeven door:
-
de douane
-
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
De douane is bevoegd voor:
-
industriële producten
-
visserij producten
-
landbouwproducten die niet vallen onder bijlage 1 van verordening (EG) nr.1308/2013.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is bevoegd voor landbouw goederen goederen die vallen onder bijlage 1 van verordening (EG) nr.1308/2013.
De bevoegdheid van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland beperkt zich tot goederen waarvoor specifieke douanerechten en belastingen worden toegepast in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Bij ad valorem-rechten bij invoer is de douane meestal bevoegd. ( artikelen 498, 500 en 502 TVo. CDW, en artikelen 10:3, eerste lid, 10:5, tweede lid, 10:6 en 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1:4, eerste lid, van de Algemene douaneregeling en het besluit van de algemeen directeur Douane van 19 december 2013, nr: DLK2O13-075, houdende mandaat inzake vergunningverlening aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.)
Ook voor een vergunning die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland afgeeft moet zekerheid worden gesteld bij de douane. Pas na het stellen van zekerheid wordt deze vergunning verleend. Voor het stellen van zekerheid zie onderdeel 27.00.00 van dit handboek.
In het onderdeel zekerheid van dit Handboek is de werkwijze beschreven die van toepassing is bij de afgifte van vergunningen waarvoor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bevoegd is.
Naar boven
Privé