16.00.00 Actieve veredeling
4 Economische voorwaarden
4.1 Algemeen
Toepassing van deze douaneregeling moet de concurrentiepositie van het EU- bedrijfsleven bevorderen.
Een grote groep ondernemingen in de EU gebruikt niet-communautaire goederen binnen hun productieprocessen die vervolgens (weder)uitgevoerd worden. Het gaat daarbij zowel om grondstoffen, halffabricaten als eindproducten.
De concurrentiepositie van EU-bedrijven die deze grondstoffen, halffabricaten en eindproducten fabriceren, moet ook worden bewaakt. Dit zijn de zogenaamde economische voorwaarden.
Geen toetsing economische voorwaarden
De bewaking van deze belangen is lastig, want een controlekantoor in een lidstaat heeft geen inzicht in de belangen van bedrijven
in de rest van de EU. In een groot aantal gevallen heeft de wetgever daarom geoordeeld dat aan de economische voorwaarden
is voldaan. Daarom toetst de Douane de economische voorwaarden niet bij de aanvraag van een vergunning voor deze invoergoederen.
(
artikel 502 lid 1,
539 lid 1 TVo CDW)
Wel toetsing economische voorwaarden
Voor landbouwgoederen gaat de wetgever er niet standaard van uit dat de economische voorwaarden zijn nagekomen.
(
artikel 539 lid 1 en
Bijlage 73 TVo CDW)
Bijlage 73 TvoCDW bestaat uit drie delen:
-
deel A met de basisproducten die vallen onder het Europese Landbouwbeleid
-
deel B met de industriële landbouwproducten
-
deel C visserijproducten
De reden dat de wetgever er niet standaard van uitgaat dat voor deze producten de economische voorwaarden zijn nagekomen, is dat veel bedrijven anders gebruik gaan maken van niet-communautaire landbouwgoederen. Daardoor zou de omvangrijke landbouwsector van de EU schade oplopen.
Uitzonderingen
Daarmee lijkt het dus of een onderzoek naar het nakomen van de economische voorwaarden altijd verplicht is om landbouwgoederen
onder douaneregeling actieve veredeling te kunnen plaatsen. Toch gaat de wetgever er voor bepaalde handelingen met deze landbouwgoederen
er van uit dat de economische voorwaarden zijn nagekomen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij loonveredeling, bij gebruikelijke
behandelingen in de zin van artikel 531 TvoCDW of bij veredeling zonder handelskarakter. Ook in deze gevallen moet in de vergunningaanvraag
een code uit bijlage 70 deel B TvoCDW worden vermeld.
(
artikel 539 lid 2 en
Bijlage 70, onderdeel B TVo CDW)
Let op!
Op grond van artikel 503 TvoCDW heeft de Europese Commissie besloten dat aanvragen voor een vergunning actieve veredeling waarbij niet-communautaire bio-ethanol wordt gebruikt (invoergoed) om biobrandstof te maken, voor toetsing van de economische voorwaarden moeten worden voorgelegd aan het Comité douanewetboek, afdeling bijzondere regelingen.
Alleen in die gevallen waarbij geacht wordt aan de economische voorwaarden te zijn voldaan op grond van artikel 539 lid 2 TVo.CDW hoeft een dergelijke aanvraag actieve veredeling niet te worden voorgelegd aan het Comité. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan situaties waarin sprake is van loonveredelingscontracten.
Als er aanvragen voor een vergunning actieve veredeling worden ingediend die aan bovengenoemde criteria voldoen dan moeten deze aanvragen worden voorgelegd aan het Comité via het Landelijk Kantoor Douane/Vaktechniek. Dit geldt ook als een verlenging of uitbreiding van een bestaande vergunning wordt aangevraagd. De procedure die hierbij gevolgd moet worden is identiek aan de procedure die geldt wanneer een aanvraag voor een vergunning behandeling onder douanetoezicht moet worden voorgelegd aan het Comité.
Onderzoek economische voorwaarden
Wanneer het niet mogelijk is om vast te stellen dat de economische voorwaarden zijn nagekomen, moet een onderzoek worden ingesteld.
(
artikel 502 lid 1 TVo CDW)
Doel van het onderzoek is na te gaan of er sprake is van schade van de belangen van EU-producenten. Daarvoor moeten de volgende 3 criteria worden ondergezocht, waarbij het uitgangspunt is dat het niet zinvol is om gebruik te maken van bronnen in de EU:
-
Niet-beschikbaarheid
Er zijn geen in de EU vervaardigde goederen beschikbaar van dezelfde kwaliteit en met dezelfde technische eigenschappen als die van de invoergoederen. Dit is ook het geval als:
-
de goederen in onvoldoende hoeveelheden worden vervaardigd in de EU
-
de goederen niet binnen een bepaalde termijn zijn te leveren
( Artikel 502 lid 1 en Bijlage 70, onderdeel B TVo CDW)
-
-
Prijsverschillen
Hier gaat het om verschillen tussen de prijzen van in de EU vervaardigde goederen en de invoergoederen. Houd daarbij ook rekening met de uiteindelijke kostprijs van de veredelingsproducten en de afzetmogelijkheden.
( Artikel 502 lid 1 en Bijlage 70, onderdeel B TVo CDW)
-
Contactuele verplichtingen
Dit criterium geldt bijvoorbeeld als de koper van het veredelingsproduct voorschrijft dat dit product alleen mag zijn vervaardigd met een bepaald soort invoergoed door industrieel of commercieel eigendom.
( Artikel 502 lid 1 en Bijlage 70, onderdeel B TVo CDW)
De Douane kan ervoor kiezen de Europese Commissie in te schakelen bij het onderzoek naar de economische voorwaarden. Deze
levert dan na een onderzoek een bindend advies aan de vragende lidstaat.
(
artikel 503 en
artikel 504 TVo CDW)
Let op!
Wordt de douaneregeling actieve veredeling beëindigd door de goederen onder het regime van een andere vergunning actieve veredeling te plaatsen die geldt voor dezelfde invoergoederen? Dan toetst de Douane de economische voorwaarden niet voor de afgifte van deze nieuwe vergunning.
Naar boven