Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

10.07.00 Liquide middelen & Meldrecht

14 Onderzoek liquide middelen

14.1 Uitgangspunten onderzoek liquide middelen

De volgende uitgangspunten gelden voor een onderzoek liquide middelen.

De vraagbaak LM doet altijd een onderzoek liquide middelen bij:
  1. Schending aangifteplicht LM
    • Geen aangifte LM.

    • Onvolledige aangifte LM (na herstelmogelijkheid).

    • Onjuiste aangifte door onjuiste opgave identiteitsgegevens.

  2. Vorderen informatie op grond van Verordening LM bij liquide middelen onder drempelwaarde.

  3. Opleggen kennisgevingsverplichting MR aan natuurlijke persoon.

  4. Vorderen informatie op grond van Meldrecht bij liquide middelen, waardevolle goederen en documenten onder drempelwaarde bij natuurlijke persoon.

  5. Controleopdracht/profile.

  6. Specifieke feiten en omstandigheden.

  7. Het onderzoek liquide middelen bestaat uit:
    • Gebruik van en vastlegging op “vragenformulier onderzoek liquide middelen”

    • Tellen liquide middelen/vaststellen van de waarde

    • Controle (hand)bagage

    • Kopiëren relevante bescheiden

    • Lijfsvisitatie (indien nodig)

    • Controle op Nederlands heffingsbelang

    • Vaststellen vervallen of blijven bestaan van het vermoeden van witwassen

Naar boven

14.2 Onderzoek LM: schending aangifteplicht - altijd verdenking witwassen

Bij een schending van de aangifteplicht LM bestaat dus meteen een verdenking voor witwassen en komen de verdachte alle waarborgen toe (waaronder het recht om te zwijgen). Na afloop daarvan kan het vermoeden van witwassen vervallen of blijven bestaan.

  • Wanneer het vermoeden voor witwassen vervalt, wordt daarna de FSB afgehandeld.

  • Wanneer het vermoeden voor witwassen niet vervalt, wordt de witwasprocedure gevolgd en de zaak overgedragen aan de opsporingsinstanties.

Het redelijke vermoeden van witwassen kan blijven bestaan als de betrokkene tijdens het onderzoek liquide middelen door de vraagbaak LM, onjuiste, onduidelijke, onaannemelijke of tegenstrijdige antwoorden/verklaringen geeft op de vragen. De vraagbaak LM stelt vast dat de redelijke verdenking voor witwassen blijft bestaan en legt het vermoeden voor aan de BFC-er.

Bij recidive redelijk vermoeden van witwassen
Bij recidive van het schenden van de aangifteplicht LM is er altijd sprake van een redelijk vermoeden van witwassen.

Naar boven

14.3 Onderzoek LM: aangifte is gedaan

Het geven van de cautie en het recht op consultatie/tolk bijstand betreffen waarborgen voor de verdachte om zichzelf niet te belasten. Dat belasten -door vragen te stellen (als controle van de aangifte informatie) over de herkomst van liquide middelen- kan ook plaatsvinden als de vervoerder vrijwillig een aangifte LM heeft gedaan. Het doen van aangifte LM is slechts een administratieve handeling en zegt niets over de juistheid van de verstrekte informatie.
Door vragen te stellen in een onderzoek liquide middelen door een vraagbaak LM bestaat een risico dat de aangever zichzelf belast. Om die reden is de instructie die ziet op het schenden van de aangifteplicht LM ook van toepassing op een onderzoek liquide middelen wanneer wel een aangifte LM is gedaan en de vraagbaak LM (op grond van bijvoorbeeld een controleopdracht) een onderzoek liquide middelen uitvoert. In dat geval wordt eerst een cautie gegeven (en overige waarborgen in acht genomen) voor vermoeden van witwassen voordat het onderzoek liquide middelen wordt uitgevoerd en de vragen van het vragenformulier onderzoek liquide middelen worden gesteld.

Het onderzoek liquide middelen wordt uitgevoerd met als uitgangspunt dat betrokken zijn vlucht/vaart haalt, tenzij:

  • blijkt dat de aangifte niet juist is geweest.

  • het vermoeden van witwassen niet vervalt.

Naar boven

14.4 Onderzoek LM: Meldrecht

Ook in situaties waarbij in het kader van het Meldrecht wordt gehandeld, wordt bij een onderzoek liquide middelen eerst cautie en de daarbij behorende waarborgen gegeven voor vermoeden van witwassen en daarna door de vraagbaak LM de relevante vragen gesteld.

Naar boven

14.5 Procedure witwassen en overdracht

Bij het vaststellen van een vermoeden van witwassen / terrorismefinanciering zal overdracht volgen van de zaak aan de opsporingsinstanties volgens de binnen het douanekantoor vastgelegde procedures en afspraken.

Naar boven

14.6 Onderzoek LM: vaststellen en tellen liquide middelen

Het vaststellen en tellen van de liquide middelen gebeurt altijd volgens de volgende instructies:

  1. Tijdens onderzoek liquide middelen worden de liquide middelen altijd geteld.
  2. Het tellen gebeurt in aanwezigheid van de vervoerder door twee ambtenaren (en niet door de aangever zelf).

  3. Er is een vaste volgorde voor het vaststellen van de het totale bedrag aan liquide middelen.

Wisselkoers vreemde valuta 
De wisselkoers voor vreemde valuta is van belang om in het onderzoek liquide middelen de totale waarde in euro’s van de liquide middelen vast te stellen. De periodieke wisselkoersen en de vervangende periodieke wisselkoersen voor de vreemde munteenheden worden in het Aangiftesysteem opgenomen. Dit systeem beschikt over de applicatie Douane Wisselkoersen. Deze applicatie kan rechtstreeks worden geraadpleegd.

Waarde verhandelbare instrumenten aan toonder 
De waarde van verhandelbare instrumenten aan toonder is de waarde die het desbetreffende instrument heeft op de meest gerede financiële markt waarop het wordt verhandeld. Bij het ontbreken van die markt wordt de intrinsieke waarde genomen (Adr, artikel 5:1).

Ambtshalve invullen nieuwe gegevens op nieuw aangifteformulier
In het onderzoek liquide middelen van de aangifte kunnen ontbrekende gegevens worden verstrekt of de onjuiste gegevens worden gecorrigeerd. Deze gegevens worden door u ambtshalve op een nieuw aangifteformulier vastgelegd in het betreffende vak. In deze gevallen is altijd sprake van een onjuiste of een onvolledige aangifte en wordt een proces-verbaal opgemaakt en een FSB aangeboden.

Naar boven

14.7 Onderzoek LM: bagagecontrole en lijfsvisitatie

Tijdens het onderzoek liquide middelen wordt:

  • altijd de (hand)bagage gecontroleerd.

  • gevraagd of de aangever nog meer liquide middelen vervoert anders dan in zijn (hand)bagage of voertuig.

Tijdens het onderzoek liquide middelen kan het noodzakelijk zijn dat tot lijfsvisitatie wordt overgegaan. Lijfsvisitatie is niet op een lijn te stellen met het onderzoeken van goederen. Daarom gelden voor lijfsvisitatie andere regels. Lijfsvisitatie in de vorm van onderzoek aan de kleding omvat het betasten van de kleding, het onderzoek van de hoofdbedekking en het schoeisel (Adw, artikel 1:28).

De Douane kan natuurlijke personen (ook bemanningsleden) aan een onderzoek van de kleding onderwerpen wanneer niet is voldaan aan de aangifteplicht. De Douane volgt hierbij de lokale instructies.

Naar boven

14.8 Onderzoek LM: missen vlucht/vaartuig

De Douane probeert de controle op de aangifteplicht liquide middelen en het MR op de minst belastende wijze voor de reizigers uit te voeren. In de praktijk betekent dit dat deze controles in het logistieke proces zoveel mogelijk naar voren worden gehaald. Er kunnen echter situaties bestaan (bijvoorbeeld een controle aan de gate, late passagier) waarbij het uitvoeren van een volwaardige en kwalitatief onderzoek liquide middelen en het opleggen van een FSB, het halen van de vlucht/vaart onmogelijk maakt. In bepaalde gevallen zal het belang van de reiziger om zijn vlucht/vaart te halen moeten wijken voor het controlebelang.

Ook de controle op de reeds ingecheckte bagage zal niet altijd mogelijk zijn binnen de tijd die resteert voor de reiziger om zijn vlucht/vaart te halen.

Het is moeilijk een algemeen bindende instructie te geven voor de vele mogelijkheden die zich kunnen voordoen in de afweging van het controlebelang van de Douane tegen het belang om de vlucht/vaart te halen. Ook verschilt per luchthaven het logistieke proces waarbinnen het onderzoek liquide middelen plaatsvindt.

Het missen van de vlucht/vaart is per locatie veelal afhankelijk van de toestemming van de in de lokale instructies aangewezen functionaris. Als binnen de beschikbare tijd geen goed onderzoek liquide middelen en FSB oplegging mogelijk is, wordt toestemming van de in de lokale instructies aangewezen functionaris gevraagd om vlucht/vaart te missen. Hierbij worden de feiten en omstandigheden beoordeeld en het controle-belang van de Douane afgewogen tegen het belang van het halen van de vlucht/vaart.

Denk hierbij aan zaken als:

  • de bereidwilligheid van de reiziger om mee te werken aan het onderzoek liquide middelen,

  • tegenstrijdige antwoorden,

  • de wijze waarop de liquide middelen zijn verborgen,

  • opnamebewijs voor liquide middelen voorhanden,

  • het gegeven dat de reiziger bewust de aangifteplicht heeft geschonden,

  • alleen reizend of met meerdere personen,

  • de hoogte van het bedrag aan liquide middelen,

  • aanwezigheid van zeer aantoonbare dringende reden als een begrafenis of operatie, etc.

Als een onderzoek liquide middelen wordt gedaan waarbij het risico bestaat dat de betrokkene zijn vlucht/vaart gaat missen, kan het onderzoek liquide middelen minder uitgebreid worden uitgevoerd.

Naar boven