Van de ene eigenaar naar de andere eigenaar
U en uw fiscale partner wonen samen in een woning waarvan u de eigenaar bent. U verkoopt die woning. U en uw partner gaan vervolgens samenwonen in een nieuwe woning waarvan uw partner de eigenaar is. Als u bij de verkoop van uw eigen woning overwaarde hebt, ontstaat bij u een niet-verrekende eigenwoningreserve. U koopt namelijk geen andere eigen woning. Deze niet-verrekende eigenwoningreserve gaat dan af van de maximale eigenwoningschuld van uw partner.
Voorbeeld
U woont samen met uw fiscale partner in uw woning. U verkoopt de woning voor € 200.000. Uw eigenwoningschuld was € 160.000. Uw partner koopt een nieuwe woning voor € 220.000 (inclusief de aankoopkosten) en gaat daar met u in wonen.
Eigenwoningreserve
Uw overwaarde/eigenwoningreserve is € 200.000 - € 160.000 = € 40.000.
Eigenwoningschuld
Bij het bepalen van de eigenwoningschuld moet uw partner nu rekening houden met uw eigenwoningreserve. Daardoor is uw partners maximale eigenwoningschuld de aankoopsom min uw eigenwoningreserve. In cijfers: € 220.000 - € 40.000 = € 180.000. Als uw partner € 220.000 leent, dan is daarvan € 180.000 aan te merken als eigenwoningschuld.
Aftrekbare rente
Uw partner mag in box 1 (werk en woning) rente aftrekken over maximaal € 180.000.
Niet aftrekbare rente en schuld in box 3
Over € 40.000 mag uw partner geen rente aftrekken, en geeft die € 40.000 aan als schuld in box 3 (sparen en beleggen).