Eigenwoningschuld
De eigenwoningschuld is het deel van uw hypotheek of lening die u gebruikt voor het kopen, verbeteren of onderhouden van uw eigen woning. Gebruikt u een deel van de hypotheek of lening om bijvoorbeeld een nieuwe bank of auto te kopen? Dan hoort dit deel niet bij uw eigenwoningschuld.
Vaak is de eigenwoningschuld gelijk aan het bedrag van uw hypotheek of lening. Maar uw eigenwoningschuld kan ook lager zijn dan het bedrag van uw hypotheek of lening. Bijvoorbeeld als u eerder een woning hebt verkocht met overwaarde, of als u een schenking voor die woning hebt ontvangen.
Of u hypotheekrente mag aftrekken, hangt af van uw situatie. Lees welke voorwaarden voor hypotheekrenteaftrek er nog meer zijn.
Eigenwoningschuld berekenen
Tel de volgende bedragen bij elkaar op:
- aankoopsom van de woning
- aankoopkosten (kosten koper)
- hypotheek of lening voor onderhoud of verbouwing van uw woning
- hypotheek of lening voor afkoop van de rechten van erfpacht, opstal of beklemming
En verminder dit met de:
- eigenwoningreserve
(neem de waarde van de reserve direct vóór aankoop van de nieuwe woning) - schenking (van ouders) die u hebt gekregen om een eigen woning te kopen
Tel daarna het bedrag van de meegefinancierde financieringskosten (tot 2018) die betrekking hebben op de eigenwoningschuld erbij op.
Het totaal van deze berekening is uw eigenwoningschuld. U mag voor een lening tot maximaal dit bedrag de betaalde rente aftrekken. Hebt u meer geleend dan wat uit de berekening van de eigenwoningschuld komt? Geef dat bedrag dan aan als schuld in box 3 (sparen en beleggen). U mag over dit deel van de lening de betaalde rente niet aftrekken.
Aankoopsom van de woning
Hebt u minder geleend dan de aankoopsom van de woning? Bereken de eigenwoningschuld dan met dat lagere bedrag.
Aankoopkosten
Voorbeelden van aankoopkosten zijn:
- makelaarskosten
- overdrachtsbelasting
- notariskosten voor de overdracht