14.20.00 Communautair en Gemeenschappelijk douanevervoer

9 Bijlage 2. Overzicht aftekeningen aangifte voor douanevervoer

Deze bijlage is aangepast voor wat betreft de situaties: 8, 9 10 en 11 aan het systeem Transit. De overige situaties worden op een later moment aangepast. Lees eerst de "let op" bij paragraaf 7.4 van dit onderdeel.

Algemeen:

• Exemplaar nr. 4 (exemplaar A (begeleidingsdocument)) en exemplaar nr. 5 (exemplaar B (begeleidingsdocument)) van de aangifte voor douanevervoer T worden van dezelfde aantekeningen en verklaringen voorzien.

• Indien alles in orde is wordt slechts 1 x het woord conform vermeld.
  NB: Deze aantekeningen hebben zowel betrekking op de verzegeling als op andere waarnemingen.
  (zie bijlage 3)

• Het woord conform of niet conform komt slechts 1x voor in vak I. (achterzijde aangifte voor douanevervoer T of voorzijde van het begeleidingsdocument A).

• Indien verschillen worden geconstateerd wordt in de rubriek "Opmerkingen" vermeldt:

  
  

  Bij een tekort of een teveel moet het aantal colli of de bruto massa, dan wel beide worden vermeld.

  Verschillen in de tariefindeling dienen uitsluitend te worden vermeld indien:

  1. Verschillen:

  2. Teveel:……………………….

  3. Tekort:…….………………….

  4. Soort goederen:….………….

  5. Tariefpost onderverdeling:

  • een controle-exemplaar T5 wordt gebruikt, of indien

  • de hoeveelheid en de tariefindeling op het douane vervoerdocument moeten worden vermeld. Het tekort of teveel moet tevens in nettomassa of een andere passende hoeveelheid maat worden aangeduid.

• Indien de onregelmatigheid van weinig belang is en het kantoor van bestemming van oordeel is dat geen maatregelen behoeven te worden genomen, vermeldt het kantoor van bestemming: "ZONDER GEVOLG GELATEN KLEINE ONREGELMATIGHEID".

• Indien de onregelmatigheid ertoe heeft geleid dat het kantoor van bestemming de rechten en andere heffingen heeft geïnd of de goederen hebben alsnog een andere douanebestemming gekregen. Dan vermeldt het kantoor van bestemming: "HEFFINGEN GEÏND".

• Indien het kantoor van bestemming de onregelmatigheid onderzoekt, dan vermeldt het kantoor van bestemming: "ONDERZOEK GAANDE".

Het aantal voorbeelden is niet limitatief.

Situatie 1:

Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. Het vervoermiddel is niet verzegeld.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering zuivert de aangifte voor douanevervoer of stuurt exemplaar 5 (exemplaar B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 2:

Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. Het vervoermiddel is verzegeld en de verzegeling is intact.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering zuivert de aangifte voor douanevervoer of stuurt exemplaar 5 (exemplaar B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 3:

Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. De verzegeling is verbroken. De goederen zijn aanwezig zoals omschreven in de aangifte voor douanevervoer T en hebben een nieuwe douanebestemming gekregen.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
Het kantoor van bestemming stelt een bekeuring in wegens het verbreken van de verzegeling. De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering zuivert de aangifte voor douanevervoer T of stuurt exemplaar nr. 5 van de aangifte voor douanevervoer T (begeleidingsdocument B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 4:

Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. De verzegeling is verbroken. De goederen zijn (gedeeltelijk) niet aanwezig zoals omschreven in de aangifte voor douanevervoer.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
Het kantoor van bestemming stelt een bekeuring in wegens het verbreken van de verzegeling. De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering start de niet-zuiverings procedure op of stuurt exemplaar nr. 5 van de aangifte voor douanevervoer T (begeleidingsdocument B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 5:

Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. Het vervoermiddel is verzegeld en de verzegeling is intact. De goederen zijn (gedeeltelijk) niet aanwezig zoals omschreven in de aangifte voor douanevervoer T. Er is geen reden (artikelen 78, 206 CDW, artikel 859 TVo. CDW of artikel 2:15 Algemene douaneregeling) om de douaneschuld zonder gevolg te laten.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering start de niet-zuiverings procedure op of stuurt exemplaar nr. 5 van de aangifte voor douanevervoer T (begeleidingsdocument B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 6:

Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. Het vervoermiddel is verzegeld en de verzegeling is intact. De goederen zijn (gedeeltelijk) niet aanwezig zoals omschreven in de aangifte voor douanevervoer T. Er is reden (artikelen 78, 206 CDW, artikel 859 TVo. CDW of artikel 2:15 Algemene douaneregeling) om de douaneschuld zonder gevolg te laten.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering zuivert de aangifte voor douanevervoer T of stuurt exemplaar nr. 5 van de aangifte voor douanevervoer T (begeleidingsdocument B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 7:

Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. Het vervoermiddel is niet verzegeld. De goederen zijn (gedeeltelijk) niet aanwezig zoals omschreven in de aangifte voor douanevervoer T. Er is reden (artikel 206 CDW, artikel 859 TVo. CDW of artikel 2:15 Algemene douaneregeling) om de douaneschuld zonder gevolg te laten.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering zuivert de aangifte voor douanevervoer of stuurt exemplaar nr. 5 van de aangifte voor douanevervoer T (begeleidingsdocument B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 8 (OTS):

Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. Het vervoermiddel is verzegeld en de verzegeling is intact. Er worden meer goederen aangetroffen dan op de aangifte voor douanevervoer T zijn vermeld.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
Het kantoor van bestemming geeft de teveel bevonden goederen een nieuwe douanebestemming. In principe is voor de goederen een douaneschuld ontstaan op grond van artikel 202 of artikel 203 CDW. De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering zuivert de aangifte voor douanevervoer of stuurt exemplaar nr. 5 van de aangifte voor douanevervoer T (begeleidingsdocument B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 8a (het systeem Transit):
Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. Het vervoermiddel is verzegeld en de verzegeling is intact. Er worden meer goederen aangetroffen dan op de aangifte voor douanevervoer T zijn vermeld. Er is een douaneschuld op grond van artikel 202 CDW. De douaneschuld is minder dan € 5.000.
Het kantoor van bestemming geeft de teveel bevonden goederen een nieuwe douanebestemming. Voor de meerbevonden goederen is een douaneschuld ontstaan op grond van artikel 202 CDW, juncto 215, 4e streepje. De aangifte wordt afgemeld met A5.

Ambtelijke werkzaamheden kantoor van bestemming:

Situatie 8b (het systeem Transit):

Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. Het vervoermiddel is verzegeld en de verzegeling is intact. Er worden meer goederen aangetroffen dan op de aangifte voor douanevervoer T zijn vermeld. Er is een douaneschuld op grond van artikel 202 CDW, juncto artikel 215 CDW. De douaneschuld is gelijk of meer dan € 5.000.
De plaats van onregelmatigheid moet worden vastgesteld volgens artikel 215 CDW. De feitelijke plaats van onregelmatigheid, daar waar de goederen de EU zijn binnengekomen, kan meestal niet worden vastgesteld. Hieruit volgt dat de douaneautoriteiten die constateren dat de goederen zich in een situatie bevinden die tot het ontstaan van een douaneschuld heeft geleid, bevoegd zijn. Dit is het kantoor van bestemming. Tenzij de plaats kan worden achterhaald wordt de aangifte met A5 afgemeld.

Ambtelijke werkzaamheden kantoor van bestemming

Situatie 8c (het systeem Transit):

Gegeven:
De goederen worden binnen de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht. Het vervoermiddel is verzegeld en de verzegeling is intact. Er worden meer goederen aangetroffen dan op de aangifte voor douanevervoer T zijn vermeld. Er is een douaneschuld op grond van artikel 203 CDW, juncto artikel 215, 2e streepje, CDW.

Ambtelijke werkzaamheden kantoor van bestemming:

Situatie 9 (OTS):

Gegeven:
De goederen worden buiten de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht artikel 356, lid 3, TVo. CDW c.q. artikel 26, lid 3, aanhangsel 1, van de Overeenkomst Gemeenschappelijk Douanevervoer wordt toegepast. Dat wil zeggen de voorgeschreven termijn wordt geacht te zijn nageleefd.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering zuivert de aangifte voor douanevervoer of stuurt exemplaar nr. 5 van aangifte voor douanevervoer T (Begeleidingsdocument B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 9a (het systeem Transit):

Gegeven:
De goederen worden buiten de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht artikel 356, lid 3, TVo. CDW c.q. artikel 26, lid 3, aanhangsel 1, van de Overeenkomst Gemeenschappelijk Douanevervoer wordt toegepast. Dat wil zeggen de voorgeschreven termijn wordt geacht te zijn nageleefd.

Ambtelijke werkzaamheden kantoor van bestemming:

Situatie 10 (OTS):

Gegeven:
De goederen worden buiten de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht artikel 356, lid 3, TVo. CDW c.q. artikel 26, lid 3, aanhangsel 1, van de Overeenkomst Gemeenschappelijk Douanevervoer wordt niet toegepast. Dat wil zeggen de voorgeschreven termijn wordt niet geacht te zijn nageleefd. De goederen bevinden zich onder of krijgen een andere douanebestemming (artikel 859 TVo. CDW wordt toegepast).

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
Het kantoor van bestemming legt een bestuurlijke boete op aan de aangever en/of aan een ander dan de aangever door wiens toedoen de formaliteiten ter beëindiging van de regeling douanevervoer niet of niet tijdig zijn beëindigd.
De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering zuivert de aangifte voor douanevervoer of stuurt exemplaar nr. 5 van aangifte voor douanevervoer T (Begeleidingsdocument B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 10a (het systeem Transit):

Gegeven:
De goederen worden buiten de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht artikel 356, lid 3, TVo. CDW c.q. artikel 26, lid 3, aanhangsel 1, van de Overeenkomst Gemeenschappelijk Douanevervoer wordt niet toegepast. Dat wil zeggen de voorgeschreven termijn wordt niet geacht te zijn nageleefd. De goederen bevinden zich onder of krijgen een andere douanebestemming (artikel 859 TVo. CDW wordt toegepast).

Ambtelijke werkzaamheden kantoor van bestemming

Situatie 11 (OTS):

Gegeven:
De goederen worden buiten de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht artikel 356, lid 3, TVo. CDW c.q. artikel 26, lid 3, aanhangsel 1, van de Overeenkomst Gemeenschappelijk Douanevervoer wordt niet toegepast. Dat wil zeggen de voorgeschreven termijn wordt niet geacht te zijn nageleefd. De goederen bevinden zich niet onder of krijgen geen andere douanebestemming.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering verstuurt een uitnodiging tot betaling en legt een bestuurlijke boete op. Exemplaar nr. 5 van aangifte voor douanevervoer T (Begeleidingsdocument B) wordt eventueel naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat gestuurd voorzien van de aantekening "HEFFINGEN GEÏND". Het kantoor van bestemming kan een boete opleggen aan een andere dan de aangever door wiens toedoen de formaliteiten ter beëindiging van de regeling douanevervoer niet of niet tijdig is beëindigd.

Situatie 11a (het systeem Transit):

Gegeven:
De goederen worden buiten de geldigheidsduur op het kantoor van bestemming aangebracht artikel 356, lid 3, TVo. CDW c.q. artikel 26, lid 3, aanhangsel 1, van de Overeenkomst Gemeenschappelijk Douanevervoer wordt niet toegepast. Dat wil zeggen de voorgeschreven termijn wordt niet geacht te zijn nageleefd. De goederen bevinden zich niet onder of krijgen geen andere douanebestemming.

Ambtelijke werkzaamheden kantoor van bestemming:

Situatie 12:

Gegeven:
De goederen worden rechtstreeks bij een geadresseerde afgeleverd. De rechtstreekse aflevering wordt "gerepareerd".

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
Het kantoor van bestemming legt een bestuurlijke boete op aan de aangever en/of aan een ander dan de aangever door wiens toedoen de formaliteiten ter beëindiging van de regeling douanevervoer niet of niet tijdig zijn beëindigd.
De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering zuivert de aangifte voor douanevervoer of stuurt exemplaar nr. 5 van aangifte voor douanevervoer T (Begeleidingsdocument B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 13:

Gegeven:
De goederen worden rechtstreeks bij een geadresseerde afgeleverd. De rechtstreekse aflevering wordt niet "gerepareerd".

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering verstuurt een uitnodiging tot betaling aan alle schuldenaren en legt een bestuurlijke boete op. Exemplaar nr. 5 van aangifte voor douanevervoer T (Begeleidingsdocument B) wordt eventueel naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat gestuurd voorzien van de aantekening "HEFFINGEN GEÏND". Het kantoor van bestemming kan een boete opleggen aan een andere dan de aangever door wiens toedoen de formaliteiten ter beëindiging van de regeling douanevervoer niet of niet tijdig is beëindigd.

Situatie 14:

Gegeven:
Naast de aangifte voor douanevervoer T wordt ook een controle exemplaar T5 overgelegd. Voor de aftekening voor de verzegeling en bevindingen van de goederen wordt naar bovenstaande situaties verwezen.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
Het kantoor van bestemming verzend het controle-exemplaar T5, na aftekening rechtstreeks (voor buitenlandse geadresseerden via het Centraal Verzend Adres) naar het op de voorzijde vermelde retouradres.

Situatie 15:

Gegeven:
Het kantoor van bestemming wil een onregelmatigheid onderzoeken.

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING

Actie:
Het kantoor van bestemming maakt een kopie van de exemplaren nr. 4 en nr. 5 van de aangifte voor douanevervoer T (begeleidingsdocumenten A en B) en stuurt het origineel naar de Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering. Na afronding van het onderzoek, doch uiterlijk binnen 1 maand na de beëindiging van de regeling, worden de kopieën voorzien van de juiste aftekeningen eveneens naar de Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering gezonden. De Belastingdienst/Douane Zuid, kantoor Zuivering onderneemt de van toepassing zijnde acties en/of stuurt het origineel en/of kopie van exemplaar nr. 5 van aangifte voor douanevervoer T (Begeleidingsdocument B) naar het kantoor van vertrek in een andere lidstaat.

Situatie 16:

Gegeven:
Het kantoor van bestemming dat in vak 53 van de aangifte voor douanevervoer T is vermeld in een ander land is gelegen (dit kan een andere lidstaat van de EG zijn of een land dat is aangesloten bij de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijk regeling inzake douanevervoer).

I CONTROLE DOOR HET KANTOOR VAN BESTEMMING