14.20.00 Communautair en Gemeenschappelijk douanevervoer

2.3 Aanvaarden aangifte

Alle gedane aangiften, dus zowel die betrekking hebben op goederen die zich bevinden bij een douanekantoor, als die betrekking hebben op goederen die zich bevinden op een goedgekeurde plaats (bijvoorbeeld een douane-entrepot), bevinden zich in de status "ingediend". Door de aangever moet aan de aangifte een uniek LRN (Local Reference Number)zijn toegekend. Dit LRN kan als zoeksleutel worden gebruikt om de aangifte op te roepen als de aangever of zijn vertegenwoordiger zich meldt bij de douane.

De aangiften in de status "ingediend" moeten nog worden aanvaard. De ambtenaar controleert of de goederen zijn aangebracht bij een douanekantoor of zich bevinden op een goedgekeurde plaats of hij ontvangt van de aangever bericht dat de goederen zijn aangebracht. Daarna wordt de aangifte door de ambtenaar aanvaard waarna de status verandert in "aanvaard".

Ingeval het goederen betreft die zijn aangebracht bij een douanekantoor of op een locatie die behoort bij dat douanekantoor, dan kan de aangever in zijn elektronische aangifte al kenbaar maken dat de goederen zijn aangebracht, waardoor de aangifte direct in de status aanvaard komt. De aangever vermeldt daartoe in de normale procedure de postcode van de aanbrenglocatie(s) behorende bij het kantoor van vertrek in vak 30 van het aangiftebericht IE015. Hierdoor veranderd de status van de aangifte automatisch van "ingediend" in "aanvaard".

De actuele lijst met postcodes van de aanbrenglocaties behorende bij de verschillende douanekantoren is opgenomen op de website van de Douane (www.douane.nl).

Let op!
Het is niet toegestaan de postcode behorende bij het kantoor van vertrek te vermelden in vak 30, wanneer de goederen nog niet zijn aangebracht, dus nog niet aanwezig zijn, of als de goederen zich niet bevinden op een goedgekeurde plaats.

Na aanvaarding van de aangifte wordt door het systeem vervolgens een uniek nummer, het zogenaamde Movement Reference Number (MRN), aan de aangifte toegekend. Het MRN vermeldt u op alle bij de aangifte behorende bescheiden.

Het MRN bestaat uit 18 alfanumerieke gegevens en is als volgt opgebouwd:

• gegevens 1 en 2: laatste 2 cijfers van het jaar van formele aanvaarding van de aangifte;

• gegevens 3 en 4: Code van het land waarin het kantoor van vertrek is gevestigd, volgens de ISO-Alpha 2 landcode:

  • BE België;

  • CY Cyprus;

  • DK Denemarken;

  • DE Duitsland;

  • EE Estland;

  • FI Finland;

  • FR Frankrijk;

  • GR Griekenland;

  • HU Hongarije;

  • IE Ierland;

  • IS IJsland;

  • IT Italië;

  • HR Kroatië;

  • LV Letland;

  • LT Litouwen;

  • LU Luxemburg;

  • MT Malta;

  • NL Nederland;

  • NO Noorwegen;

  • AT Oostenrijk;

  • PL Polen;

  • SI Slovenië;

  • SK Slowakije;

  • ES Spanje;

  • CZ Tsjechië;

  • TR Turkije;

  • GB Verenigd Koninkrijk;

  • SE Zweden;

  • CH Zwitserland.

• gegevens 5 tot en met 10: alfanumerieke code van het kantoor van vertrek; in Nederland zijn deze codes alleen numeriek;

• gegevens 11 tot en met 17: unieke numerieke code die wordt toegekend door het systeem;

• gegeven 18: controlecijfer.
  ( bijlage 46bis TVo. CDW)

Na de aanvaarding ontvangt de aangever vanuit NCTS/Transit een "kennisgeving aanvaarding aangifte" (het bericht IE028), waarin het MRN wordt medegedeeld.