Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

14.20.00 Communautair en Gemeenschappelijk douanevervoer

4 Vervoer

4.1 Algemeen

Nadat de goederen zijn vrijgegeven voor de regeling kunnen de goederen worden vervoerd naar het kantoor van bestemming.
(artikel 340 ter, lid 3 Tvo CDW)

De goederen die onder de regeling douanevervoer zijn geplaatst, blijven onder douanetoezicht.
(artikel 37 lid 2 CDW)

Naar boven

4.2 Verplichtingen aangever, vervoerder en ontvanger

De aangever heeft de nu volgende verplichtingen:

  1. Hij moet de goederen binnen de gestelde termijn ongeschonden bij de douane aanbrengen.

  2. Hij moet dit doen op het kantoor van bestemming.

  3. Hij moet daarbij de identificatiemaatregelen die de Douane heeft getroffen in acht nemen.

  4. Hij moet de bepalingen van de regeling Communautair douanevervoer naleven.
    (artikel 96, lid 1 CDW)

Een vervoerder en ontvanger hebben de volgende verplichtingen, zij moeten:

  1. goederen aanvaarden in de wetenschap dat zij onder de regeling communautair douanevervoer zijn geplaatst en deze ongeschonden binnen de gestelde termijn bij de Douane aanbrengen.

  2. dit doen op het kantoor van bestemming.

  3. de identificatiemaatregelen die de Douane heeft getroffen in acht nemen.
    (artikel 96, lid 2, CDW)

Naar boven

4.3 Het begeleidingsdocument A

Het vervoer van de goederen vindt plaats met het Begeleidingsdocument A dat door de Douane van het kantoor van vertrek is afgegeven. Dit exemplaar dat aan de aangever of zijn vertegenwoordiger is afgegeven begeleidt het vervoer van de goederen.
(artikel 340ter lid 6 en artikel 359, lid 1 TVo. CDW)

Het Begeleidingsdocument A moet op ieder verzoek van de Douane worden overgelegd.

Naar boven

4.4 Kantoor van doorgang

Het kantoor van doorgang wordt als volgt omschreven:

  • het douanekantoor van uitgang uit het douanegebied van de Gemeenschap, wanneer de zending dit gebied tijdens het communautaire douanevervoer via een grens tussen een lidstaat en een derde land dat geen EVA-land is, verlaat;

  • of het douanekantoor van binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap, wanneer de goederen tijdens het communautaire douanevervoer over het grondgebied van een derde land zijn vervoerd.
    (artikel 340ter, lid 2, TVo. CDW)

In Nederland zijn slechts enkele kantoren van doorgang gelegen aan de zee- of luchtzijde.

Op internet zijn alle aangewezen douanekantoren vermeld.

Voorbeeld

Een transport van douanekantoor Rotterdam naar Stockholm. De vrachtauto zal in Amsterdam op een veerboot met bestemming Oslo worden geladen. Vervolgens zal de vrachtauto van Oslo naar Stockholm rijden. In deze situatie is Amsterdam kantoor van doorgang.

Op het kantoor van doorgang moet de zending met het begeleidingsformulier worden aangeboden. Het kantoor van doorgang meldt de aankomst en het verdere vervoer van de goederen aan het kantoor van vertrek.
(artikel 359 lid 1 Tvo CDW)

De Douane van het kantoor van doorgang onderzoekt de goederen alleen als dat noodzakelijk is om de identiteit van de goederen vast te stellen.

Bij een vermoeden van fraude of andere onregelmatigheden kunt u (als Douane van het kantoor van doorgang) de goederen ook onderzoeken. De verzegeling die is aangebracht op het vervoermiddel of de goederen kan in het onderzoek worden betrokken.
(artikel 1:23, juncto 1:24, juncto 1:26 onder d en 1:27 Algemene douanewet)

Het is mogelijk om van kantoor van doorgang te veranderen. In dat geval registreert de Douane van het feitelijke kantoor van doorgang dit in NCTS/Transit.
(artikel 359 TVo. CDW)

Bij onderzoek naar de niet- zuivering van de regeling kunnen de aankomstmeldingen bij het kantoor van doorgang een belangrijke rol spelen.

Voorbeeld

Het in het eerste voorbeeld genoemde transport komt niet in Stockholm aan. Tijdens het onderzoek naar de niet- zuivering blijkt dat kantoor van doorgang Amsterdam geen bericht heeft verstuurd aan het kantoor van vertrek Rotterdam. De goederen zijn in Nederland aan het douanetoezicht onttrokken, de douaneschuld is hier ontstaan.

Naar boven

4.5 Lossen en laden tijdens vervoer

Lossen en laden (overladen) kan plaatsvinden bij een tussenliggend kantoor. Dit is een kantoor dat tussen het kantoor van vertrek en het kantoor van bestemming ligt. In dat geval moet het Begeleidingsdocument A worden overgelegd bij de Douane van dit tussenliggende kantoor.

De vermeldingen van tussentijds laden en lossen moet op de volgende plaatsen worden aangebracht:

Soort vermelding:

Plaats:

met betrekking tot andere voorvallen tijdens het vervoer

met betrekking tot andere voorvallen tijdens het vervoer

Het overladen gebeurt in principe onder toezicht van de ambtenaren van het ambtsgebied waar het overladen plaats vindt. Overladen van de goederen mag slechts met toestemming van de Douane en op door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaatsen.
(artikel 46, lid 1, CDW en artikel 360, lid 1, letter c, TVo. CDW)

De Douane kan ook toestaan dat het overladen gebeurt zonder toezicht. De Douane stelt daarvoor de voorwaarden. Na toestemming van de Douane verloopt de procedure als volgt:

  1. De vervoerder vermeldt de overlading in vak 55 van het Begeleidingsdocument A

  2. Hij meldt de overlading bij de Douane in wiens ambtsgebied het overladen plaats vindt.

  3. Hij biedt het Begeleidingsdocument A en de goederen aan op het eerstvolgende douanekantoor. Dit is nodig in verband met het waarmerken van de vermeldingen die de vervoerder heeft gemaakt.
    (artikel 360, lid 2, TVo. CDW).

Naar boven

4.5.1 Overladen na ongeval

Door een ongeval kan het noodzakelijk zijn om de goederen over te laden in een ander vervoermiddel. De procedure van artikel 360 TVo. CDW is van toepassing. De Douane van het ambtsgebied waar het ongeval heeft plaatsgevonden, moet zo spoedig mogelijk op de hoogte worden gebracht.
(artikel 360 lid 1 letter e TVo. CDW)

Naar boven

4.5.2 Lossing bij dreigend gevaar

Bij dreigend gevaar kan het noodzakelijk zijn om (een deel van) de lading onmiddellijk te lossen. De vervoerder kan in zo'n geval zelf maatregelen nemen.
(artikel 46, lid 1, CDW)

De toestemming van de Douane is niet vereist. De vervoerder moet de lossing wel vermelden in vak 56 "Andere voorvallen tijdens het vervoer" op het Begeleidingsdocument A.

Als bij de lossing de verzegeling wordt verbroken, moet de volgende procedure worden gevolgd:

  1. De vervoerder moet zo spoedig mogelijk verzoeken om een proces-verbaal van bevinding. Dit proces-verbaal moet worden opgemaakt door de Douane van het ambtsgebied waarin het vervoermiddel zich bevindt.

  2. De Douane brengt, als dit mogelijk is, een nieuwe verzegeling aan en vermeld dit in vak G van het Begeleidingsdocument A.
    (artikel 360, lid 2, TVo. CDW)

Naar boven

4.5.3 Verandering van trekkend voertuig

Tijdens het vervoer van goederen in of op een oplegger of container kan van trekkend voertuig worden veranderd. De goederen worden dan niet behandeld of overgeladen.

De vervoerder meldt het veranderen van voertuig op het Begeleidingsdocument A. Hij doet dat door het registratienummer en de nationaliteit van het nieuwe trekkende voertuig in te vullen in vak 56 op de voorzijde van het Begeleidingsdocument A. Visering door de Douane is in zo'n geval niet vereist.

Naar boven

4.5.4 Termijnoverschrijding vanwege ongeval of andere gebeurtenis

Op het begeleidingsdocument A staat de termijn waarbinnen de vervoerder de goederen moet aanbieden op het kantoor van bestemming. Als hij door een ongeval of andere gebeurtenis tijdens het vervoer deze termijn niet in acht kan nemen moet hij dat zo spoedig mogelijk melden bij de Douane. De vervoerder maakt daarvan dan een aantekening in vak 56 op de voorzijde van het Begeleidingsdocument A.
(artikel 356 TVo. CDW)

Naar boven

4.6 Economisch verantwoorde route

De onder de regeling communautair douanevervoer geplaatste goederen moeten volgens een economisch verantwoorde route van het kantoor van vertrek naar het kantoor van bestemming vervoerd worden.
(artikel 355, lid 1, TVo. CDW)

Voorbeeld

Een zending die in Amsterdam onder de regeling communautair douanevervoer geplaatst wordt met bestemming Barcelona mag niet via Stockholm vervoerd worden. Deze route kan niet als economisch verantwoord omschreven worden.

Naar boven

4.7 Verplichte route

Bij vervoer van goederen met een verhoogd frauderisico (zie bijlage 44quater TVo. CDW) onder de regeling communautair douanevervoer stelt het kantoor van vertrek een verplicht te volgen route vast. In vak 44 van het Begeleidingsdocument A worden ten minste de lidstaten vermeld waar de goederen door vervoerd worden.
(artikel 355, lid 2, TVo.CDW)

In het kader van een vereenvoudiging is het mogelijk om een vergunning te verlenen waarbij vrijstelling verleend wordt om een verplichte route te volgen. De voorwaarden voor zo’n vergunning zijn opgenomen in onderdeel 14.44.00 van dit Handboek.
(artikel 387 TVo. CDW)

Naar boven

4.8 Verbreken verzegeling

Soms wordt de verzegeling verbroken buiten de wil van de vervoerder. In dat geval moet de volgende procedure worden gevolgd:

  1. De vervoerder moet zo spoedig mogelijk verzoeken om een proces-verbaal van bevinding. Dit proces-verbaal wordt opgemaakt door de Douane van het ambtsgebied waarin het vervoermiddel zich bevindt.

  2. De Douane brengt, als dit mogelijk is, een nieuwe verzegeling aan.
    (artikel 360, lid 1, letter b, TVo. CDW)

Naar boven

4.9 Controle tijdens vervoer

Als u tijdens een controle een bedrijfsverzegeling moet verbreken, handelt u als volgt:

  • licht de belanghebbende of zijn vertegenwoordiger in over de fysieke controle

  • verbreek de verzegeling en verricht de controle

  • stel belanghebbende of zijn vertegenwoordiger in de gelegenheid na de controle een nieuwe bedrijfsverzegeling aan te brengen

  • breng zelf een vervangend zegel aan als de belanghebbende (of diens vertegenwoordiger) geen gebruik maakt van de gelegenheid na de controle een nieuwe bedrijfsverzegeling aan te brengen of hierom verzoekt. Gebruik hiervoor tang, touw en lood (perfra plombe).

  • geef in alle gevallen een bevestiging fysieke controle af (onderdeel 12.00.00 van dit handboek)

Bevestigingen fysieke controle kunnen vooraf voorzien worden van een afdruk van een metalen dienststempel. De aanwezigheid van een metalen dienststempel op een niet logistiek rustpunt is daardoor niet noodzakelijk.

De Douane legt zelf geen bedrijfs- of rederijverzegeling aan.

De Douane maakt een aantekening van de fysieke controle en (eventuele) verbreking van de verzegeling op het begeleidingsdocument A. Deze aantekening is:

 

"De verzegeling is verbroken in verband met een douanecontrole. Ten behoeve hiervan is een Bevestiging Fysieke Controle afgegeven”

Onderteken de aantekening en zet uw naam erbij in blokletters.

Naar boven