18.00.00 Tijdelijke invoer
2 Gehele of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten
2.1 Gehele of gedeeltelijke vrijstelling
In het kader van de regeling tijdelijke invoer kan sprake zijn van:
-
gehele (volledige) vrijstelling van invoerrechten; of
-
gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten.
(artikel 250, lid 1 en lid 2 letter d DWU)
Naar boven2.2 Gehele (volledige) vrijstelling
Volledige vrijstelling van invoerrechten kan bij plaatsing onder de regeling tijdelijke invoer worden verleend als wordt voldaan aan alle voorwaarden van een specifieke bestemming genoemd in hoofdstuk 8 t/m 28 van dit onderdeel.
Voldoet een aanvrager van een vergunning tijdelijke invoer niet aan alle voorwaarden van een specifieke bestemming genoemd in hoofdstuk 8 t/m 28 van dit onderdeel, dan kan in bepaalde gevallen toch een vergunning tijdelijke invoer met volledige vrijstelling van invoerrechten worden verleend. Zie voor informatie hierover hoofdstuk 29 van dit onderdeel.
2.3 Gedeeltelijke vrijstelling
Kan geen vergunning tijdelijke invoer met volledige vrijstelling van invoerrechten worden verleend, dan bestaat de mogelijkheid van een vergunning tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten. Een vergunning tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten wordt verleend voor goederen die niet voldoen aan een of meer voorwaarden voor de toepassing van een volledige vrijstelling van invoerrechten.
(artikel 206, lid 1 GVo.DWU)
Plaatsing onder de regeling bij gedeeltelijke vrijstelling
Goederen die onder de regeling tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten worden geplaatst, kunnen niet door een handeling worden aangegeven.
Berekening invoerrechten bij gedeeltelijke vrijstelling
Indien goederen onder de regeling tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten worden geplaatst, ontstaat een douaneschuld. Bij tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten wordt een gedeelte van de douaneschuld die zou zijn geheven als de goederen in het vrije verkeer zouden zijn gebracht, verschuldigd voor de goederen die onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst. De douaneschuld ontstaat op het tijdstip waarop de douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling tijdelijke invoer wordt aanvaard. Het bedrag aan invoerrechten moet worden betaald nadat de regeling tijdelijke invoer is gezuiverd (bijvoorbeeld door wederuitvoer). Zie voor informatie over zuivering van de regeling tijdelijke invoer hoofdstuk 5 van dit onderdeel.
Het bedrag aan invoerrechten bedraagt per maand of per gedeelte van een maand dat de goederen zich onder de regeling tijdelijke invoer hebben bevonden 3% van het bedrag aan invoerrechten dat over die goederen zou zijn geheven als deze goederen op de datum van plaatsing onder de regeling tijdelijke invoer in het vrije verkeer zouden zijn gebracht. De douanewaarde die in dit geval moet worden toegepast, is de douanewaarde die van toepassing is op de dag dat de goederen onder de regeling tijdelijke invoer zijn geplaatst.
(artikel 77, lid 1 letter b DWU, artikel 252, lid 1 DWU en artikel 206, lid 3 GVo.DWU)
Het bedrag aan invoerrechten mag niet hoger zijn dan het bedrag dat zou zijn geheven als de goederen op de datum van plaatsing onder de regeling tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten in het vrije verkeer zouden zijn gebracht.
(artikel 252, lid 2 DWU)
Verbruiksgoederen
Een vergunning tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten wordt niet verleend voor verbruiksgoederen.
Verbruiksgoederen zijn goederen die door gebruik verdwijnen. Dit sluit dus onder andere brandstof en smeermiddelen uit.
(artikel 206, lid 2 GVo.DWU)
Naar boven