18.00.00 Tijdelijke invoer
7 Specifieke bestemmingen
In de hoofdstukken 8 t/m 29 van dit onderdeel zijn de voorwaarden van de specifieke bestemmingen beschreven (zoals vervoermiddelen, materiaal voor hulpverlening bij rampen, beroepsuitrusting enzovoort).
Goederen kunnen soms onder verscheidene specifieke bestemmingen vallen. In deze gevallen is het gebruiksdoel bepalend en moet de meest specifieke bestemming worden toegepast.
Denk hierbij aan een graafmachine. Een graafmachine kan niet worden aangemerkt als vervoermiddel (artikel 212, lid 3 GVo.DWU), omdat deze niet wordt gebruikt of bestemd is om te worden gebruikt voor het vervoer van goederen en/of personen. Graafmachines kunnen onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst als beroepsuitrusting (artikel 226 GVo.DWU). Wordt een graafmachine echter gebruikt bij hulp aan slachtoffers van een aardbeving, dan kan deze gelet op het specifieke gebruik onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst als materiaal voor hulpverlening bij rampen (artikel 221 GVo.DWU). Een graafmachine die bestemd is om te worden tentoongesteld tijdens een beurs van bouwmachines kan eventueel onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst als goederen voor evenementen (artikel 234 GVo.DWU).
De regeling tijdelijke invoer voor dieren (artikel 223 GVo.DWU) is van toepassing op levende dieren ongeacht het gebruiksdoel (zoals dressuur, concoursen, fokken enzovoort). Gezelschapsdieren van reizigers (niet-commercieel verkeer) kunnen onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst als persoonlijke bezittingen van reizigers (artikel 219 GVo.DWU). Reddingshonden kunnen eventueel onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst als materiaal voor hulpverlening bij rampen (artikel 221 GVo.DWU).