18.00.00 Tijdelijke invoer
8 Laadborden
Volledige vrijstelling van invoerrechten wordt verleend voor de tijdelijke invoer van laadborden.
(artikel 1, lid 42 GVo.DWU en artikel 208 GVo.DWU)
Zie voor informatie over wat onder “laadbord” wordt verstaan onderdeel 0.00.25 van dit Handboek.
De regeling tijdelijke invoer is van toepassing op laadborden die leeg of met goederen worden ingevoerd en bestemd zijn om leeg of met goederen te worden wederuitgevoerd.
De aanvrager en de houder van de regeling mogen in het douanegebied van de Unie zijn gevestigd.
(artikel 207 GVo.DWU)
8.1 Mondelinge aangifte en aangifte door een handeling
Laadborden kunnen mondeling of door een handeling worden aangegeven.
(artikel 136, lid 1 letter a GVo.DWU en artikel 139, lid 1 GVo.DWU)
Zie voor informatie hierover hoofdstuk 3 van dit onderdeel.
Naar boven8.2 Bijzondere gevallen van aanzuivering
De regeling tijdelijke invoer kan worden gezuiverd als laadborden van dezelfde soort of van dezelfde waarde worden uitgevoerd
of wederuitgevoerd.
(artikel 322, lid 2 UVo.DWU)
8.3 Reserveonderdelen, toebehoren en uitrusting
Volledige vrijstelling van invoerrechten wordt verleend voor reserveonderdelen, toebehoren en uitrusting van laadborden wanneer
deze tijdelijk worden ingevoerd om afzonderlijk of als onderdeel van laadborden te worden wederuitgevoerd. Het gaat onder
meer om benodigdheden om de goederen vast te zetten.
(artikel 209 GVo.DWU)
De aanvrager en de houder van de regeling mogen in het douanegebied van de Unie zijn gevestigd.
(artikel 207 GVo.DWU)
Reserveonderdelen, toebehoren en uitrusting van laadborden kunnen mondeling of door een handeling worden aangegeven.
(artikel 136, lid 1 letter a GVo.DWU en artikel 139, lid 1 GVo.DWU)
Reserveonderdelen, toebehoren en uitrusting van laadborden mogen ook afzonderlijk van de laadborden onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst.
Naar boven