Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

18.00.00 Tijdelijke invoer

6 Aanzuiveringstermijn

6.1 Aanzuiveringstermijn

De regeling tijdelijke invoer moet binnen een bepaalde termijn worden gezuiverd. Deze zogenaamde aanzuiveringstermijn is de termijn waarbinnen de onder de regeling geplaatste goederen onder een volgende douaneregeling moeten worden geplaatst of moeten worden wederuitgevoerd.

De aanzuiveringstermijn gaat in op de datum van aanvaarding van de douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling tijdelijke invoer.

De aanzuiveringstermijn wordt door de Douane vastgesteld in de vergunning (uitgedrukt in maanden). Hierbij wordt rekening gehouden met de tijd die nodig is om het doel van het toegestane gebruik te bereiken.

(artikel 215, lid 4 DWU, artikel 251, lid 1 DWU en artikel 1, punt 23 GVo.DWU)

De aanzuiveringstermijn verstrijkt op het einde van de dag die in de laatste maand dezelfde cijferaanduiding heeft als de dag waarop de aanzuiveringstermijn ingaat.

Voorbeeld

Op 15 mei wordt een schilderij uit Japan onder de regeling tijdelijke invoer geplaatst voor een tentoonstelling in Amsterdam.

De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 6 maanden.

Dit betekent dat uiterlijk op 15 november het schilderij onder een volgende douaneregeling moet worden geplaatst of moet worden wederuitgevoerd.

Als de dag die bepalend is voor het einde van de aanzuiveringstermijn ontbreekt, dan verstrijkt de aanzuiveringstermijn op het einde van de laatste dag van deze maand.

Voorbeeld

Op 31 mei wordt een schilderij uit Japan onder de regeling tijdelijke invoer geplaatst voor een tentoonstelling in Amsterdam.

De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 6 maanden.

De aanzuiveringstermijn verstrijkt in dit geval op 30 november (31 november bestaat niet).

Naar boven

6.2 Maximale aanzuiverzuiveringstermijn

De aanzuiveringstermijn bedraagt in principe maximaal 24 maanden. Deze aanzuiveringstermijn blijft van toepassing als de regeling tijdelijke invoer werd gezuiverd door de goederen onder een andere bijzondere regeling te plaatsen (bijvoorbeeld de regeling douane-entrepot) en vervolgens door dezelfde vergunninghouder tijdelijke invoer opnieuw onder de regeling tijdelijke invoer wordt geplaatst.
(artikel 251, lid 2 DWU)

Voorbeeld

Een schilderij uit Japan wordt onder de regeling tijdelijke invoer geplaatst voor 2 tentoonstellingen in Nederland.

De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 24 maanden.

De eerste tentoonstelling duurt 14 maanden. Daarna wordt het schilderij in afwachting van de start van de tweede tentoonstelling geplaatst onder de regeling douane-entrepot. Door het schilderij onder de regeling douane-entrepot te plaatsen, wordt de regeling tijdelijke invoer gezuiverd.

Als het schilderij na 4 maanden opslag in het douane-entrepot door dezelfde vergunninghouder tijdelijke invoer opnieuw onder de regeling tijdelijke invoer wordt geplaatst, dan kan dit nog slechts voor een termijn van maximaal 10 maanden. Er gaat in dat geval namelijk niet een nieuwe aanzuiveringstermijn in van maximaal 24 maanden. De 4 maanden opslag in het douane-entrepot tellen niet mee voor de termijn dat het schilderij nog onder de regeling tijdelijke invoer mag worden gebruikt.

Let op!

De aanzuiveringstermijn van maximaal 24 maanden geldt per vergunninghouder tijdelijke invoer. Als de goederen door een tweede (volgende) vergunninghouder tijdelijke invoer onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst, dan gaat een nieuwe aanzuiveringstermijn in van maximaal 24 maanden.

Let op!

Als sprake is van opeenvolgende plaatsingen onder de regeling tijdelijke invoer door verschillende vergunninghouders (van A naar B, van B naar C en van C naar D), dan is de totale termijn dat goederen zich onder de regeling tijdelijke invoer mogen bevinden maximaal 10 jaar.
(artikel 251, lid 4 DWU)

Let op!

Als de goederen worden wederuitgevoerd en opnieuw onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst, dan gaat een geheel nieuwe aanzuiveringstermijn in.

In het geval van sommige specifieke bestemmingen geldt een andere maximale aanzuiveringstermijn:

  • Spoorwegmaterieel: 12 maanden.

  • Vervoermiddelen gebruikt voor commerciële doeleinden, andere dan spoorwegmaterieel: de tijd die nodig is om het vervoer te verrichten.

  • Wegvoertuigen gebruikt voor particuliere doeleinden door studenten: de periode van de studie.

  • Wegvoertuigen gebruikt voor particuliere doeleinden door personen die opdrachten van een bepaalde duur vervullen: de periode van de opdracht.

  • Wegvoertuigen gebruikt voor particuliere doeleinden in andere gevallen: 6 maanden.

  • Luchtvaartuigen gebruikt voor particuliere doeleinden: 6 maanden.

  • Zeeschepen en binnenvaartschepen gebruikt voor particuliere doeleinden: 18 maanden.

  • Containers en toebehoren en uitrusting daarvan: 12 maanden.

(artikel 217 GVo.DWU)

  • Vervoermiddelen in het geval van verhuurondernemingen: zie hoofdstuk 10 van dit onderdeel.

(artikel 218 GVo.DWU)

  • Vervoermiddelen met BN/GN kenteken met het oog op wederuitvoer: zie hoofdstuk 10 van dit onderdeel.

(artikel 4:9 Adr)

  • Goederen voor proeven, experimenten of demonstraties zonder winstoogmerk (artikel 231 letter c GVo.DWU): 6 maanden.

  • Vervangende productiemiddelen (artikel 233 GVo.DWU): 6 maanden.

  • Verkoop in bepaalde situaties (artikel 234, lid 2 GVo.DWU): 6 maanden.

  • Dieren (artikel 223 GVo.DWU): ten minste 12 maanden.

  • Goederen die in het kader van militaire activiteiten worden vervoerd of gebruikt onder dekking van een NAVO-formulier 302 of een EU-formulier 302 (artikel 235 bis GVo.DWU): 24 maanden, tenzij in internationale overeenkomsten een langere termijn is vastgesteld.

(artikel 237 GVo.DWU)

  • Andere goederen die incidenteel worden ingevoerd: 3 maanden.

(artikel 236 letter a GVo.DWU)

Naar boven

6.3 Douaneschuld bij verstrijken aanzuiveringstermijn

Als de aanzuiveringstermijn is verstreken en de goederen zijn niet onder een volgende douaneregeling geplaatst of wederuitgevoerd, ontstaat er een douaneschuld door niet-naleving van een verplichting van de regeling tijdelijke invoer.
(artikel 79, lid 1 letter a DWU)

Naar boven

6.4 Verlenging aanzuiveringstermijn

Is de aanzuiveringstermijn van de onder de regeling geplaatste goederen niet toereikend? De Douane kan in uitzonderlijke omstandigheden de aanzuiveringstermijn met een redelijke duur verlengen indien de vergunninghouder een gerechtvaardigde aanvraag daartoe indient. De Douane kan de aanzuiveringstermijn zelfs verlengen nadat de oorspronkelijk vastgestelde termijn is verstreken. De aanvraag moet wel vóór het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden ingediend. De aanvraag kan niet na het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden ingediend, omdat dan al een douaneschuld is ontstaan door niet-naleving van de verplichting om de regeling tijdig te zuiveren. In bepaalde gevallen kan deze douaneschuld tenietgaan. Zie voor informatie over tenietgaan van de douaneschuld onderdeel 30.00.00 van dit Handboek.

De aanvraag moet worden voorzien van een uitgebreide motivering. Uit deze motivering moet duidelijk blijken waarom de aanvrager van mening is dat sprake is van een uitzonderlijk en gerechtvaardigd geval.

Voorbeelden van een gerechtvaardigd geval kunnen zijn:

  • een herstelling van de goederen is noodzakelijk als gevolg waarvan het doel van het toegestane gebruik niet binnen de aanzuiveringstermijn kan worden bereikt;

  • de vertraging van een project;

  • de verlenging van een tentoonstelling.

Of sprake is van uitzonderlijke omstandigheden wordt per geval beoordeeld.

(artikel 251, lid 3 DWU en artikel 174, lid 1 GVo.DWU)

Naar boven

6.5 Automatische verlenging aanzuiveringstermijn

De Douane kan in de vergunning tijdelijke invoer bepalen dat de aanzuiveringstermijn automatisch wordt verlengd voor alle goederen die zich op de datum dat de aanzuiveringstermijn zou verstrijken nog onder de regeling bevinden.

Het moet hier dan gaan om grote projecten waarbij op het tijdstip van de aanvraag van de vergunning tijdelijke invoer niet exact is te bepalen hoelang het gebruik zal gaan duren dan wel de kans bestaat dat vertraging zal optreden. Op deze wijze wordt voorkomen dat voor alle goederen die in een bepaalde periode onder de regeling zijn geplaatst afzonderlijk een verlenging van de aanzuiveringstermijn moet worden aangevraagd.

(artikel 174, lid 2 GVo.DWU)

Naar boven