18.00.00 Tijdelijke invoer
20 Verpakkingsmiddelen en beveiligings- en volgapparatuur
Volledige vrijstelling van invoerrechten wordt verleend voor de tijdelijke invoer van verpakkingsmiddelen en beveiligings- en volgapparatuur voor goederen die in een verpakking is geplaatst of aan een verpakking is bevestigd.
De aanvrager en de houder van de regeling mogen in het douanegebied van de Unie zijn gevestigd.
(artikel 228 GVo.DWU)
Onder “verpakkingsmiddelen” worden verstaan alle artikelen en materialen die worden gebruikt of bestemd zijn om te worden gebruikt om goederen te verpakken, te beschermen, te stuwen of te scheiden.
Het gaat onder meer om de volgende goederen:
-
kartonnen dozen;
-
kratten;
-
styro boxen;
-
netten;
-
zakken.
Laadborden en containers worden niet aangemerkt als verpakkingsmiddelen. Zie voor informatie over laadborden hoofdstuk 8 van dit onderdeel. Zie voor informatie over containers hoofdstuk 9 van dit onderdeel.
De regeling tijdelijke invoer voor verpakkingsmiddelen is niet van toepassing als gevulde verpakkingsmiddelen conform de algemene indelingsregel 5 b van de gecombineerde nomenclatuur worden ingedeeld met de verpakte goederen. Zie voor informatie hierover onderdeel 6.00.00 van dit Handboek.
Naar boven20.1 Voorwaarden
De verpakkingsmiddelen die gevuld met goederen onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst, moeten bestemd zijn om leeg of gevuld met goederen uit het douanegebied van de Unie te worden wederuitgevoerd.
De verpakkingsmiddelen die leeg onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst, moeten bestemd zijn om leeg of gevuld met goederen te worden wederuitgevoerd.
De beveiligings- en volgapparatuur voor goederen die in een verpakking is geplaatst of aan een verpakking is bevestigd, moet bestemd zijn om te worden wederuitgevoerd.
20.2 Mondelinge aangifte en aangifte door een handeling
Verpakkingsmiddelen die gevuld of leeg worden ingevoerd en bestemd zijn om leeg of gevuld te worden wederuitgevoerd, kunnen mondeling of door een handeling worden aangegeven. Deze verpakkingsmiddelen moeten zijn voorzien van onuitwisbare en niet verwijderbare merktekens ter identificatie van een persoon die in of buiten het douanegebied van de Unie is gevestigd.
Beveiligings- en volgapparatuur voor goederen die in een verpakking is geplaatst of aan een verpakking is bevestigd, kan mondeling of door een handeling worden aangegeven.
(artikel 136, lid 1 letters j en j bis GVo.DWU en artikel 139, lid 1 GVo.DWU)
De enkele overschrijding van de grens van het douanegebied van de Unie wordt aangemerkt als een dergelijke handeling.
(artikel 141, lid 1 letter d GVo.DWU)
Zie voor informatie hierover hoofdstuk 3 van dit onderdeel.
Naar boven