5.00.00 Overige bepalingen
15 Identificatieplicht
15.1 Algemeen
Iedereen die de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt, is verplicht is op uw vordering terstond een identiteitsbewijs ter
inzage aan te bieden, indien dit van belang kan zijn voor de toepassing van de wetgeving waarop de Algemene douanewet van
toepassing is.
(artikel 1:34 Algemene douanewet)
Dit betekent dat u met betrekking tot de regelgeving waarop de Algemene douanewet ziet bij de uitoefening uw controlebevoegdheden, binnen het gebied waarbinnen deze wet van toepassing is, van personen van veertien jaar en ouder inzage mag vorderen van een identificatiebewijs.
Als identificatiebewijs zijn onder meer aangewezen:
-
een geldig paspoort;
-
een vreemdelingendocument;
-
een geldig rijbewijs.
(artikel 1 Wet op de identificatieplicht)
Let op!
Het controleren van de identiteit moet ten dienste staan van de taakuitoefening in het kader van de wetgeving waarop de Algemene
douanewet van toepassing is; een controle mag dus nooit alleen gericht zijn op naleving van de identificatieplicht.
Bovendien geldt het uitgangspunt van de proportionaliteit van artikel 1:21 Algemene douanewet. U mag slechts gebruik maken van uw bevoegdheden voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van uw controletaak nodig
is.
15.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden
In dit hoofdstuk zijn geen procedures en ambtelijke werkzaamheden opgenomen.
Naar boven15.3 Nadere bepalingen
Ook bij de uitoefening van bevoegdheden in het kader van andere wetten waarvoor u bevoegd bent kunt u te maken krijgen met de identificatieplicht:
Zie bijvoorbeeld:
-
artikel 8a, lid 2 Politiewet 1993.
15.4 Uitzonderingen
In dit hoofdstuk zijn geen uitzonderingen opgenomen.
15.5 Strafbepalingen
Het niet voldoen aan de identificatieplicht is strafbaar op grond van artikel 10:7 Algemene douanewet.
Naar boven