Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

5.00.00 Overige bepalingen

11 Verplichting tot medewerking

11.1 Algemeen

Bij de uitoefening van werkzaamheden waartoe de inspecteur op grond van de wettelijke bepalingen bevoegd is, is de betrokkene verplicht alle nodige bijstand te verlenen. Ook moet de betrokkene de benodigde werklieden en hulpmiddelen kosteloos verstrekken. Als deze weigert de nodige medewerking te verlenen, dan kan de inspecteur op kosten van de betrokkene zelf maatregelen nemen, tenzij dit niet in het belang is van de Belastingdienst.

Deze verplichting geldt voor alle werkzaamheden die de Douanewet aan de inspecteur opdraagt.

(artikel 14 CDW en 1:24 lid 2 Algemene douanewet)

Naar boven

11.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden

In deze paragraaf zal worden besproken:

  • wie medewerking moet verlenen (paragraaf 12.2.1);

  • gevallen waarin medewerking moet worden verleend (paragraaf 12.2.2);

  • hoe de medewerking tot stand komt (paragraaf 12.2.3).

Naar boven

11.2.1 Wie moet medewerking verlenen

Elke persoon die direct of indirect betrokken is bij de betreffende handelstransactie moet medewerking verlenen, bijvoorbeeld de expediteur, de vervoerder, de importeur, de exporteur enzovoorts.

Als deze persoon niet aanwezig is, dan geldt de verplichting voor de persoon die in de plaats van de eerstgenoemde optreedt.

Naar boven

11.2.2 Gevallen waarin medewerking moet worden verleend

Vaak is de persoon die direct of indirect betrokken is bij een handelstransactie zelf beter in staat om bepaalde werkzaamheden te verrichten dan de ambtenaar. In het bijzonder bij werkzaamheden met betrekking tot kostbare, voor beschadiging gevoelige of moeilijk te hanteren goederen is het gewenst dat u de werkzaamheden niet zelf verricht.

Bij alle werkzaamheden ter uitvoering van de wettelijke bepalingen van de inspecteur kan de medewerking worden gevorderd. Hierbij kunt u denken aan:

  • fysieke controle van goederen (het verplaatsen, ontpakken en weder verpakken, sorteren en dergelijke van de goederen);

  • visitatie van gebouwen en vervoermiddelen et cetera.;

  • "wegwijs maken" in de administratie en het computersysteem;

  • het overbrengen van vervoermiddelen of andere goederen naar een door u aangewezen plaats.

Naar boven

11.2.3 Hoe komt de medewerking tot stand

Normaal gesproken zal de medewerking in een behulpzame sfeer tot stand komen. Verleent de betrokkene zijn medewerking, dan kan deze bestaan uit het verrichten van arbeid en uit het beschikbaar stellen van hulpmiddelen zoals hefwerktuigen, steekwagens en dergelijke.

Bij het verzoek om medewerking gaat u als volgt te werk:

  • Vraag op gepaste wijze en met inachtneming van de gebruikelijke beleefdheidsnormen de handelingen uit te voeren.

De betrokkene zal normaliter bereid zijn de medewerking te verlenen. Als hij echter weigert, doet u het volgende:

  • Vorder de medewerking. Doe dit in duidelijke bewoordingen.

Als de betrokkene de medewerking nog steeds weigert, en het betreft hier een situatie waarin de werkzaamheden worden verricht in het belang van de Belastingdienst (bijvoorbeeld onderzoek van de goederen in het kader van de verificatie) dan kunt u het volgende doen:

  • Laat op kosten van de betrokkene de werkzaamheden verrichten, door bijvoorbeeld een deskundige in te schakelen of speciaal materieel te huren. In andere gevallen laat u de werkzaamheden achterwege.

Naar boven

11.3 Nadere bepalingen

In dit hoofdstuk zijn geen nadere bepalingen opgenomen.

Naar boven

11.4 Uitzonderingen

Let op!

Niet bij alle werkzaamheden van de douane hoeft medewerking te worden verleend.

Een verdachte van een strafbaar feit hoeft in het kader van de opsporing van dat strafbare feit uiteraard ook geen medewerking te verlenen. Aan de juiste belastingheffing en controle in het kader van goederen en het goederenverkeer van de regelingen genoemd in artikel 1:1 van de Algemene douanewet en de bepalingen welke rechtsreeks voorvloeien uit de wet moet hij wel meewerken. Zie voor deze problematiek van de sfeercumulatie hoofdstuk 14.

Naar boven

11.5 Strafbepalingen

Naar boven