5.00.00 Overige bepalingen
12 Legitimatieplicht
12.1 Algemeen
In diverse wettelijke bepalingen zijn regels opgenomen over het legitimatiebewijs.
Ambtenaren moeten altijd een legitimatiebewijs bij zich dragen als ze werkzaamheden verrichten die voortvloeien uit de wettelijke bepalingen. Dit legitimatiebewijs moet op verzoek worden getoond.
(artikel 1:22 Algemene douanewet)
Het model van het legitimatiebewijs bij de Belastingdienst is vastgesteld in de “Bekendmaking model legitimatiebewijs Belastingdienst/Ministerie van Financiën (Staatscourant 11 juni 2014, nr.15855)”
Het legitimatiebewijs Belastingdienst is zodanig ingericht dat het ook kan dienen als legitimatiebewijs voor de buitengewoon opsporingsambtenaar.
(artikel 9 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar/Douane 2012)
Als u werkzaamheden verricht als buitengewoon opsporingsambtenaar moet u, als daarom wordt gevraagd, direct dit legitimatiebewijs tonen.
Als u een woning wilt binnentreden, legitimeert u zich aan de bewoner. Zie hierover uitgebreider paragraaf 3.2.1 van dit hoofdstuk van het Handboek Douane.
Naar boven