40.04.00 Overbrenging afvalstoffen (EVOA)
6 De EVOA-procedure bij overbrenging van afvalstoffen
6.1 Wie spelen een rol binnen de EVOA-procedure?
Voor de overbrenging van afvalstoffen zijn in de EVOA verschillende procedures voorgeschreven. Deze procedures kennen voor de verschillende overbrengingen diverse varianten.
Hierna volgt een overzicht van de grote lijn - voor zover voor de Douane van belang - die voor alle procedures geldt. Dit overzicht geeft een algemeen beeld van de EVOA-procedure en de verplichtingen die een houder van een afvalstof heeft bij de overbrenging van afvalstoffen.
Binnen de EVOA-procedures zijn de volgende personen of diensten betrokken.
De kennisgever
Dit is de natuurlijke of rechtspersoon die voornemens is de afvalstoffen over te brengen of te laten overbrengen en gehouden is door de kennisgevingsplicht (EVOA, artikel 2, lid 15).
De initiatiefnemer tot overbrenging van afvalstoffen is de natuurlijke of rechtspersoon die het besluit neemt afvalstoffen te vervoeren naar het buitenland. Deze moet eerst onderzoeken aan welke regels de door hem voorgenomen overbrenging moet voldoen. Als het nodig is voor de voorgenomen overbrenging een procedure te volgen, doet de initiatiefnemer met behulp van het kennisgevingsdocument en vervoersdocument de kennisgevingsprocedure bij de bevoegde autoriteit.
De kennisgever is - in de verplichte aangegeven volgorde:
-
de oorspronkelijke producent van de afvalstoffen
-
de vergunde nieuwe producent die handelingen verricht vóór de overbrenging
-
de erkende inzamelaar die uit kleine hoeveelheden uit verschillende bronnen eenzelfde afval ophaalt
-
de geregistreerde handelaar die is gemachtigd door de producent / inzamelaar
-
de geregistreerde makelaar die is gemachtigd door de producent / inzamelaar
-
de houder (feitelijk bezitter) van de afvalstoffen
De kennisgever kan dus de producent, de houder, de verzamelaar of de makelaar van de afvalstoffen zijn. De kennisgever geeft de bevoegde autoriteiten door middel van het kennisgevingsdocument informatie over het voornemen om afvalstoffen over te brengen.
Producent
Dit is een ieder wiens activiteiten afvalstoffen voortbrengen (eerste producent) en/of eenieder die voorbehandelingen, vermengingen of andere bewerkingen verricht die resulteren in een wijziging van de aard of samenstelling van die afvalstoffen (nieuwe producent) EVOA, artikel 2, lid 9).
Inzamelaar
Dit is eenieder die afvalstoffen ophaalt, sorteert en/of vermengd ten einde deze te vervoeren (EVOA, artikel 2, lid 11).
Handelaar
Dit is een ieder die als verantwoordelijke optreedt bij het aankopen en vervolgens verkopen van afval, met inbegrip van handelaars die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben (EVOA, artikel 2, lid 12).
Makelaar
Dit is een ieder die ten behoeve van anderen de verwijdering of de nuttige toepassing van afvalstoffen organiseert, met inbegrip van makelaars die de afvalstoffen niet fysiek in hun bezit hebben (EVOA, artikel 2, lid 13).
Houder
Dit is de producent van de afvalstoffen dan wel de natuurlijke of rechtspersoon die de afvalstoffen in zijn bezit heeft (EVOA, artikel 2, lid 10).
De vervoerder
Dit is de persoon of de onderneming die de afvalstoffen vervoert of doet vervoeren. De vervoerder moet geregistreerd zijn.
Ontvanger
Dit is de persoon of onderneming onder de rechtsmacht van het land van bestemming naar wie of waarnaar de afvalstoffen voor nuttige toepassing of verwijdering worden overgebracht (EVOA, artikel 2, lid 14).
De bevoegde autoriteit van het land van verzending
Dit is de bevoegde autoriteit voor het gebied waar de overbrenging aanvangt of gepland is aan te vangen (EVOA, artikel 2, lid 19). In Nederland is dat het Ministerie van I & M .
Bevoegde autoriteit van bestemming
Dit is de bevoegde autoriteit voor het gebied waar de overbrenging naartoe gaat of gepland is naartoe te gaan, of waarin de afvalstoffen worden verladen vóór de nuttige toepassing of verwijdering in een gebied dat niet onder de nationale rechtsmacht van enig land valt (EVOA, artikel 2, lid 20). In Nederland is dat het ministerie van I & M.
De bevoegde autoriteit van doorvoer
Dit is de bevoegde autoriteit voor ieder ander land dan het land van de bevoegde autoriteit van verzending of van bestemming waar de overbrenging doorgaat of gepland is door te gaan (EVOA, artikel 2, lid 21). De EVOA bedoelt met doorvoer ook de doorvoer door één of meer landen gelegen binnen de Unie. In Nederland is dat het ministerie van I & M.
Naar boven6.2 Van contract tot verwerking van afvalstoffen
6.2.1 Stap 1: contract afsluiten
Wat betreft de verplichtingen van een contract zijn er twee situaties mogelijk:
Situatie 1: Contract bij overbrenging met kennisgevingsprocedure.
De kennisgever en ontvanger van de afvalstoffen sluiten een contract af waarin de verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Voordat
een overbrenging van afvalstoffen plaatsvindt, moet de eindontvanger dus bekend zijn. Het contract wordt bij de aanvraag van
de kennisgeving gevoegd.
Het contract regelt onder andere het volgende (artikel 5 EVOA):
-
de verplichting van de kennisgever de afvalstoffen terug te nemen als de overbrenging niet is voltooid of in strijd is met de EVOA
-
de verplichting van de ontvanger aan de kennisgever een ‘verklaring van verwijdering’ te verstrekken om te bevestigen dat de afvalstoffen op milieuverantwoorde wijze zijn verwijderd of nuttig toegepast
Situatie 2: Contract bij overbrenging zonder kennisgevingsprocedure.
Voor de overbrenging van groenelijstafvalstoffen voor nuttige toepassing is vereist dat het transport vergezeld gaat van de
Bijlage VII-informatie. Daarnaast moet een contract bestaan tussen de opdrachtgever voor de overbrenging en de ontvanger.
In dit contract moet onder andere vermeld zijn dat de opdrachtgever de verplichting heeft om de afvalstoffen terug te nemen als de overbrenging niet op de geplande wijze gebeurt. Het contract hoeft niet tijdens de overbrenging aanwezig te zijn. Dit kan echter wel door de ILT en Douane worden opgevraagd.
Naar boven6.2.2 Stap 2: kennisgevingsprocedure bij bevoegde autoriteit
De doet door het kennisgevingsdocument én het vervoersdocument de kennisgevingsprocedure bij de bevoegde autoriteit. In Nederland is dat de ILT. Hier vindt de toetsing plaats of de overbrenging wordt toegestaan.
Algemene kennisgeving
De kennisgever kan voor identieke afvalstoffen aan de bevoegde autoriteiten ( ILT / Afdeling EVOA Vergunningen) een ‘algemene kennisgeving’ doen. Deze algemene kennisgeving heeft dan betrekking op meerdere overbrengingen van identieke
afvalstoffen gedurende een periode van maximaal één jaar.
(artikel 13 EVOA).
De voorwaarden hiervoor zijn dat:
-
de afvalstoffen in essentie dezelfde eigenschappen hebben
-
de afvalstoffen naar dezelfde ontvanger en inrichting van verwerking worden overgebracht
-
de overbrenging via dezelfde route gaat
De algemene toestemming kan worden ingetrokken als bijvoorbeeld de samenstelling van de afvalstoffen niet overeenstemt met
de kennisgeving of de gestelde voorwaarden.
(artikel 9, lid 8 EVOA)
6.2.3 Stap 3: borgstelling door de kennisgever
De kennisgever stelt een borg om de kosten van vervoer, verwijdering of nuttige toepassing te dekken in het geval dat de bevoegde
autoriteit van het land van verzending de afvalstoffen moet terugnemen.
(artikel 6 EVOA)
De borg wordt teruggegeven of vrijgegeven nadat:
-
is aangetoond dat de verwijdering of nuttige toepassing van de afvalstoffen voltooid is door middel van
(EVOA, artikel 5, lid 6) -
is aangetoond dat - ingeval van doorvoer - de afvalstoffen de Unie hebben verlaten
In artikel 3 van de Regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen zijn de tarieven van de borg vastgesteld.
Naar boven6.2.4 Stap 4: in kennis stellen land van bestemming
Het land van bestemming en de eventuele doorvoerlanden worden in kennis gesteld van de voorgenomen overbrenging. Dit land moet binnen een bepaalde termijn reageren en eventuele bezwaren tegen of nadere eisen voor de overbrenging kenbaar maken.
Naar boven6.2.5 Stap 5: reactie land van bestemming
De autoriteit van het land van bestemming kan bezwaar maken tegen de overbrenging omdat de afvalstoffen bijvoorbeeld niet veilig en milieuverantwoord kunnen worden verwerkt. Ook kan de ILT de toestemming tot overbrenging weigeren als bijvoorbeeld in Nederland voldoende verwerkingscapaciteit is of als er sprake is van milieurisico’s bij de overbrenging.
Naar boven6.2.6 Stap 6: melding drie werkdagen voor voorgenomen vertrek
De kennisgever moet uiterlijk drie werkdagen voor de daadwerkelijke aanvang van de overbrenging van de afvalstoffen een melding van voorgenomen vertrek doen bij de bevoegde autoriteit. In Nederland is het mogelijk dat bedrijven de overbrenging elektronisch melden via Internet.
In vak 6 van het vervoersdocument is de feitelijke transportdatum van de afvalstoffen aangegeven. Deze driewerkdagenmelding moet voorkomen dat een kennisgeving voor de overbrenging ten onrechte meerdere malen wordt gebruikt. De Douane heeft een beperkte controletaak. De Douane controleert bij het KCC de naleving van deze verplichting tot melding als er concrete aanwijzingen bestaan dat deze melding achterwege is gebleven.
Naar boven6.2.7 Stap 7: ontvangst ‘verklaring van verwijdering/nuttige toepassing’ en vrijgave borg
Verklaring van definitieve verwijdering of definitieve nuttige toepassing
In het contract moet bepaald zijn dat de ontvanger verplicht is een verklaring van verwijdering of nuttige toepassing af te geven. In zo’n verklaring staat dat de ontvanger zijn afspraak met de kennisgever is nagekomen. In het contract dient in het geval van voorlopige verwijdering of voorlopige nuttige toepassing te worden opgenomen dat de ontvanger een bericht van definitieve verwijdering of definitieve nuttige toepassing, afkomstig van de uiteindelijke verwerker, moet doorsturen naar de kennisgever.
Binnen drie dagen na aankomst van de afvalstoffen moet de ontvanger de ontvangst ervan bevestigen aan de kennisgever en de betrokken bevoegde autoriteiten. De ontvanger is verplicht een verklaring van verwijdering of nuttige toepassing af te geven, binnen 30 dagen na verwerking (of voltooiing van de voorlopige nuttige toepassing of verwijdering), doch uiterlijk één kalenderjaar na ontvangst van de afvalstoffen.
Vrijgeven van de borg
De bevoegde autoriteit van het land van herkomst geeft de borg vrij na ontvangst van de verklaring van verwijdering/nuttige toepassing. Deze verklaring geeft aan dat de afvalstoffen de plaats van bestemming hebben bereikt en op een milieuverantwoorde wijze zijn verwijderd of nuttig toegepast (artikel 6, lid 5 EVOA).
Als deze verklaring niet wordt ontvangen, wordt de borg niet vrijgegeven. De kennisgever heeft er dus alle belang bij dat de zending afvalstoffen op de juiste plaats aankomt en op een juiste wijze wordt verwerkt.
Naar boven6.3 Het kennisgevings- en vervoersdocument voor de EVOA-procedure
Voor het doen van een voorafgaande schriftelijke kennisgeving zijn formulieren voorgeschreven. Deze formulieren zijn:
-
en
-
een vervoersdocument
Dit zijn door de Europese commissie opgestelde formulieren (EVOA, bijlage 1A en 1B). Hiermee wordt de kennisgeving gedaan. Het transport gaat vergezeld van het vervoersdocument en de afschriften van het kennisgevingsdocument met de schriftelijke toestemmingen en eventuele voorwaarden. Alle bij de overbrenging betrokken ondernemingen vullen het vervoersdocument in op de daarvoor bestemde plaatsen en ondertekenen het. De betreffende inrichting van verwerking plaatst er de verklaring van (voorlopige) nuttige toepassing of (voorlopige) verwijdering op.
Naar boven6.3.1 Het kennisgevingsdocument
Het kennisgevingdocument (EVOA, bijlage IA) heeft een uniek nummer en is bedoeld om de bevoegde autoriteiten in de betrokken landen van informatie te voorzien om te beoordelen of de voorgenomen overbrenging kan worden toegestaan.
De kennisgever verstrekt op het kennisgevingsdocument onder meer informatie over:
-
de oorsprong, de samenstelling , de hoeveelheid en de identificatie van de afvalstoffen die hij wil overbrengen
Als er sprake is van afvalstoffen van uiteenlopende aard of oorsprong moet een inventaris worden opgegeven van de verschillende afvalstoffen (EVOA, bijlage IA, vak 12, 13 en 14). -
de oorspronkelijke producent van het afval
-
de route, de geplande vervoerder en de veiligheidsmaatregelen die in acht moeten worden genomen tijdens het transport
-
de ontvanger en de plaats van de goedgekeurde inrichting
6.3.2 Het vervoersdocument
Het vervoersdocument begeleidt de afvalstoffen die worden overgebracht:
-
ter verwijdering
-
voor nuttige toepassing van:
-
oranjelijstafvalstoffen
-
niet genoemde afvalstoffen
-
De informatie over de kennisgever, de afvalstoffen en de ontvanger is op het kennisgevingsdocument en het vervoersdocument hetzelfde. In de vak 8 staat informatie over de vervoerder en het registratienummer van de vervoerder.
Bij binnenkomst in de Unie, bij het doen van een aangifte ten uitvoer en bij het uitgaan uit de Unie is de vervoerder volgens de EVOA verplicht om een fotokopie van het vervoersdocument bij de Douane af te geven
Met de ILT is afgesproken dat de vervoerder dit document alleen hoeft af te geven als de Douane hier om vraagt.
Alleen in die situatie behandeld de Douane de vakken 19, 20 en 21 van het vervoersdocument.
Alle bij de overbrenging betrokken ondernemingen vullen het vervoersdocument in op de daarvoor bestemde plaatsen en ondertekenen het.
Naar boven6.3.3 De elektronische melding
Als bedrijven de overbrenging elektronisch - via het Internet - melden, is het vervoersdocument niet voorzien van een handtekening van de bevoegde autoriteit
Naar boven6.3.4 Bijlage VII-informatie
Voor de overbrenging van bepaalde afvalstoffen als bedoeld in artikel 3, lid 2 en 4 EVOA is een eenvoudige procedure opgenomen ( artikel 18 EVOA).
Deze procedure geldt in twee situaties:
-
Situatie 1: overbrenging van groenelijstafvalstoffen met een netto massa van meer dan 20 kg. Voor de overbrenging van afvalstoffen van de groene lijst voor nuttige toepassing[( bijlage III, IIIA en IIIB) met een nettomassa van meer dan 20 kg. Voor de overbrenging van groenelijstafvalstoffen voor nuttige toepassing met een netttomassa van 20 kg of minder zijn dus geen nadere bepalingen gesteld.
-
Situatie 2: overbrenging van laboratorium monsters met een nettomassa van ten hoogste 25 kg. Overbrenging van afvalstoffen van ten hoogste 25 kg en die uitdrukkelijk zijn bestemd voor laboratoriumanalyse ter bepaling van hun fysische of chemische eigenschappen of van hun geschiktheid voor nuttige toepassing of verwijdering. Dit is de kleinste hoeveelheid die redelijkerwijs nodig is om de analyse in elk specifiek geval naar behoren uit te voeren.
Deze situatie kan zich ook voordoen bij koeriers- en postzendingen. Ook in deze situatie moet de Bijlage VII-informatie bij het transport aanwezig zijn. Als de bijlage VII-Informatie niet aanwezig is, is er sprake van een onregelmatigheid zoals dat ook bij grote zendingen het geval is.
In beide situaties van toepassing
Voordat het transport plaatsvindt, moet de opdrachtgever met de ontvanger een juridisch bindend contract afsluiten. Het contract is een verplichting voor de opdrachtgever of, wanneer deze de overbrenging of de nuttige toepassing niet kan voltooien, voor de ontvanger om:
-
De afvalstoffen terug te nemen of ervoor te zorgen dat ze op een andere wijze nuttig worden toegepast als de overbrenging of de nuttige toepassing niet kan worden voltooid, of als een illegale overbrenging heeft plaatsgevonden.
-
Bijlage VII (EVOA) moet door opdrachtgever worden ondertekend voordat de overbrenging plaatsvindt.
-
De opdrachtgever moet er voor zorgen dat de overbrenging van de afvalstoffen vanaf de aanvang bij de producent, vergezeld gaat van een ingevulde Bijlage VII (EVOA).
-
Bijlage VII (EVOA) wordt door inrichting van nuttige toepassing/laboratorium ondertekend wanneer deze de afvalstoffen ontvangt.
Bijlage VII hoeft niet voor aanvang van het transport en na ontvangst van de afvalstoffen aan de betrokken autoriteiten te worden gestuurd.
De Bijlage VII informatie moet aanwezig zijn bij de volgende overbrengingen:
-
overbrenging van groenelijstafvalstoffen binnen de Unie
-
overbrenging van groenelijstafvalstoffen bij uitvoer al dan niet aangevangen in een andere lidstaat met de bedoeling om de afvalstoffen via Nederland de Unie uit te laten gaan, tenzij het niet-OESO-land van bestemming een nadere procedure verlangt
-
overbrenging van groenelijstafvalstoffen die via Nederland de Unie binnenkomen en die in het vrije verkeer worden gebracht
-
doorvoer van groenelijstafvalstoffen
-
overbrenging van laboratoriummonsters afvalstoffen met een nettomassa van maximaal 25 kg
6.4 Illegale overbrenging
Illegale overbrenging is de overbrenging van afvalstoffen, al dan niet opzettelijk, in strijd met een aantal specifieke bepalingen van de EVOA. In de EVOA is beschreven welke gevallen dit zijn (artikel.2, lid 35 EVOA).
Als illegale overbrenging wordt beschouwd elke overbrenging van afvalstoffen:
-
zonder kennisgeving
-
zonder toestemming
-
met toestemming op basis van onjuiste voorstelling van zaken of vervalsing
-
die feitelijk niet met de kennisgeving of de vervoersdocumenten overeenstemt
-
die leidt tot verwijdering of nuttige toepassing in strijd met communautaire of internationale regelgeving
-
die in strijd is met de artikelen 34, 36, 39, 40, 41 en 43 EVOA.
-
waarbij ten aanzien van overbrengingen van afvalstoffen als bedoeld in artikel 3, lid 2 en 4 EVOA:
-
is ontdekt dat de afvalstoffen niet zijn vermeld in bijlage III, III A of III B
-
niet is voldaan aan artikel artikel 3, lid 4 EVOA.
-
de overbrenging plaatsvindt op een wijze die niet feitelijk is gespecificeerd in het document dat genoemd is in bijlage VII van de EVOA.
-
Bij illegale overbrenging is de kennisgever verantwoordelijk voor het terugnemen van de afvalstoffen.
In de Wet milieubeheer is illegale overbrenging verboden (artikel 10.60, lid 2 Wm).
Naar boven6.4.1 Niet alle overtredingen betreft illegale overbrenging
De EVOA kent ook bepalingen waarvan de overtreding niet als een illegale overbrenging wordt aangemerkt. Enkele voorbeelden van deze verplichtingen zijn (artikel 10:60, lid 5 letter a Wm):
-
het niet binnen drie werkdagen voor het transport van de voorgenomen overbrenging aan de autoriteiten (artikel 16, letter b EVOA)
-
het tijdens de overbrenging mengen van afvalstoffen (artikel 19 EVOA)
6.4.2 Wie is verantwoordelijk voor illegale overbrenging?
Indien de verantwoordelijkheid voor de illegale overbrenging berust bij de kennisgever /opdrachtgever dan dient deze de betrokken afvalstoffen terug te nemen (artikel 24 EVOA).
Terugname als een transport niet als gepland kan worden voltooid
Het land van verzending zorgt ervoor dat de betrokken afvalstoffen door de wordt teruggenomen. Dit gebeurt in de volgorde van artikel 2, punt 15 EVOA. Is dit niet mogelijk dan zorgt het land van verzending zelf dat de afvalstoffen worden teruggenomen, tenzij er met het land van bestemming, overeenstemming wordt bereikt.
De terugnameplicht geldt niet als er overeenstemming wordt bereikt tussen de autoriteiten van verzending, van doorvoer en van bestemming die betrokken zijn bij de verwijdering of de nuttige toepassing van de afvalstoffen, die zich ervan hebben vergewist dat de afvalstoffen in het land van bestemming of elders op een andere wijze verwijderd of nuttig toegepast kunnen worden (artikel 22 EVOA).
Terugname bij illegale overbrenging
-
Als de verantwoordelijkheid voor de illegale overbrenging berust bij de dan zorgt het land van verzending ervoor dat de betrokken afvalstoffen worden teruggenomen door de kennisgever.
-
Als dit niet mogelijk is en als geen kennisgeving is gedaan, dan zorgt het land van verzending ervoor dat de betrokken afvalstoffen worden teruggenomen door diegene die tot kennisgeving was verplicht.
-
Als dit niet mogelijk is, dan zorgt het land van verzending ervoor dat de betrokken afvalstoffen worden teruggenomen door het land van verzending zelf.
-
Als dit niet mogelijk is, dan zorgt het land van verzending ervoor dat de betrokken afvalstoffen anderszins worden verwijderd of nuttig toegepast in het land van bestemming of verzending onder verantwoordelijkheid van het land van verzending zelf.
-
Als dit niet mogelijk is dan zorgt het land van verzending ervoor dat de betrokken afvalstoffen onder de verantwoordelijkheid van het land van verzending anderszins worden verwijderd of nuttig toegepast in een ander land, als alle betrokken bevoegde autoriteiten daarmee instemmen (artikel 24 EVOA).
De ontvanger is verantwoordelijk
Als de ontvanger verantwoordelijk is voor de illegale overbrenging, moet het land van bestemming zorgdragen voor de verantwoorde nuttige toepassing of verwijdering (artikel 24, lid 3 EVOA).
Kosten van terugname bij illegale overbrenging
De kosten in verband met de terugname van afvalstoffen van een illegale overbrenging, van een nuttige toepassing of een verwijdering worden met inbegrip van de kosten van vervoer in rekening gebracht aan de in de verplichte volgorde van artikel 2, punt 15 EVOA. Als geen kennisgeving is gedaan, worden die kosten in rekening gebracht aan diegene die tot kennisgeving was verplicht, en als ook dat niet mogelijk is aan de bevoegde autoriteit van verzending.
Normadressaat in het kader van de EVOA
Voor het overgaan tot handhavend optreden is het van belang vast te stellen aan wie het bestuursrechtelijk of strafrechtelijk optreden gericht kan worden, de zogenaamde normadressaat.
In geval van illegale overbrenging moet de ILT vaststellen wie daarvoor verantwoordelijk is en daarmee ook voor de kosten voor het herstel van de situatie. Dit is de reden waarom in de EVOA-procedure de kennisgever borg moet stellen (artikel 6 EVOA). De Douane heeft geen taak bij het vaststellen van de verantwoordelijkheid en het herstellen van de situatie.
Onduidelijk wie verantwoordelijk is
Met name in gevallen waarin de verantwoordelijkheid voor de illegale overbrenging noch aan de kennisgever, noch aan de ontvanger kan worden toegeschreven, werken de bevoegde autoriteiten samen om te bewerkstelligen dat de betrokken afvalstoffen verwijderd of nuttig toegepast worden. Het land van verzending kan dan de kosten moeten dragen. (artikel 25, lid 3, letter c EVOA). Ook daarom is de controle door de Douane bij de uitvoer vanuit Nederland naar derde landen van belang.
De Douane heeft geen verantwoordelijkheid in de terugneemprocedure. Als afvalstoffen teruggevoerd moeten worden, gebeurt dit op last en onder verantwoordelijkheid van de ILT.
Naar boven6.5 Toepasselijkheid andere wetgeving op afvalstoffen
6.5.1 Geneesmiddelen en houdbaarheidsdatum
De Geneesmiddelenwet verbiedt de uitvoer van geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum is overschreden. Deze geneesmiddelen zijn op grond van Richtlijn 2008/98 afvalstoffen.
Omdat een nuttige toepassing voor geneesmiddelen waarvan de houdbaarheidsdatum is overschreden niet aannemelijk is, kan er alleen sprake zijn van uitvoer van afvalstoffen voor verwijdering. De uitvoer moet voldoen aan de daarvoor geldende EVOA-procedure.
Als niet wordt voldaan aan de voorwaarden uit de EVOA op het moment dat u een dergelijke partij aantreft, is er dus sprake van een samenloop van een overtreding van de geneesmiddelwetgeving en de EVOA. Als u geneesmiddelen bij uitvoer aantreft waarvan de houdbaarheidsdatum is overschreden handelt u volgens dit Voorschrift Afvalstoffen. In uw proces-verbaal vermeldt u ook de vermoedelijke overtreding van de Geneesmiddelenwet. Meer informatie over geneesmiddelen staat in het voorschrift Geneesmiddelen.
Naar boven6.5.2 Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg
Afvalstoffen kunnen fysiek gevaarlijke eigenschappen hebben. Bepaalde afvalstoffen zijn door hun specifieke eigenschappen reeds in kleine hoeveelheden schadelijk voor de gezondheid. Bepaalde afvalstoffen moeten op grond van wettelijke bepalingen voor het vervoer van gevaarlijke (afval)stoffen als zodanig herkenbaar zijn. Vrachtauto's, containers, wagons en verpakkingsmiddelen moeten in principe dan ook voorzien zijn van gevarenaanduidingen.
Meer informatie over de taak en werkzaamheden van de Douane bij het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, vindt u in het voorschrift Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg.
In het proces-verbaal vermeldt u ook de vermoedelijke overtreding van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.
6.5.3 CFK-houdende koelpanelen
Koelpanelen
Voor koelpanelen met isolatieschuim (bijvoorbeeld uit levensmiddelwinkels of vriesvemen) die geblazen zijn met cfk’s geldt een uitvoerverbod. Deze cfk-houdende koelpanelen werden in het verleden gebruikt voor de bouw van koel- en vrieshuizen.
Wij kunnen onderscheid maken tussen:
-
koelpanelen nog geschikt voor het oorspronkelijke doel
-
koelpanelen niet meer geschikt voor het oorspronkelijke doel
Koelpanelen nog geschikt voor het oorspronkelijke doel
Het betreffen dan in beginsel geen afvalstoffen en de EVOA is dan niet van toepassing. De Ozonverordening 1005/2009 verbiedt de uitvoer uit de Unie van apparaten en producten die gereguleerde stoffen bevatten dan wel nodig hebben om in werking te blijven. De uitvoer zonder toestemming van gereguleerde stoffen en producten en apparatuur die deze gereguleerde stoffen bevatten, is ook verboden (Ozonverordening, artikel 17. U moet dan handelen volgens het voorschrift Milieugevaarlijke stoffen.
Koelpanelen niet meer geschikt voor het oorspronkelijke doel
Als de koelpanelen niet meer geschikt zijn voor het oorspronkelijke doel worden ze aangemerkt als afvalstoffen; dit voorschrift Afvalstoffen is dan van toepassing.
In gevallen dat na een visuele beoordeling blijkt dat de koelpanelen niet meer geschikt zijn voor het oorspronkelijk gebruik, zijn deze aan te merken als afvalstoffen. U neemt dan contact op met de vraagbaak Afvalstoffen.
Als de koelpanelen nog geschikt zijn voor het oorspronkelijk gebruik, kan de Ozonverordening van toepassing zijn en draagt u de zaak over aan de ILT. U neemt dus zelf geen monsters.
Naar boven