40.04.00 Overbrenging afvalstoffen (EVOA)
13 Proces fysieke toezicht en werkzaamheden
Dit hoofdstuk behandelt de werkzaamheden van de Douane bij het fysieke toezicht op de overbrenging van afvalstoffen.
Naar boven13.1 Werk veilig
Afvalstoffen kunnen gevaarlijke eigenschappen hebben. De samenstelling en dus potentiële gevaren zijn niet altijd bekend. Chemische reacties van de verschillende bestanddelen van mengsels van afvalstoffen kunnen tijdens de overbrenging nog gaande zijn en er kan gas ontstaan. Soms zijn de afvalstoffen onzorgvuldig verpakt.
Het werken met afvalstoffen kan risico's opleveren als u er in direct contact mee komt. Stoffen kunnen via de ademhalingswegen, via de mond of via de huid in het lichaam terechtkomen en daar schade aanrichten. Die schade hoeft niet meteen merkbaar te zijn. Als een vloeistof niet stinkt of bijtend is, wil dat nog niet zeggen dat de stof niet gevaarlijk is. Sommige polycyclische aromatische koolwaterstoffen ruiken zelfs aangenaam. Daarnaast moet u op andere risico’s bedacht zijn zoals explosiegevaar, brandgevaar of stralingsgevaar.
Bij het begin van uw onderzoek moet u meteen uw persoonlijke veiligheid in acht nemen. De laadvloer van een lege vrachtauto kan bijvoorbeeld verontreinigd zijn met zuren. Bij het beklimmen van bijvoorbeeld een open-topcontainer moet u handschoenen dragen omdat ook de buitenkant verontreinigd kan zijn met gevaarlijke afvalstoffen. Vaten kunnen bijna doorgeroest zijn en moeten niet zonder handschoenen en maskers benaderd worden.
Bij een fysieke controle van afvalstoffen, volgt u de aanwijzingen en instructies op uit het Handboek Douane onderdeel 12.10.00, paragraaf 2.3.4 en onderdeel 12.20.00.
Als u opdracht krijgt een fysieke controle uit te voeren of monsters te nemen van afvalstoffen volgt u ook de aanwijzingen in het PLATO-formulier en van de vraagbaak Afvalstoffen op.
Door bewust te zijn van de risico’s en door de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen, kunt u de risico’s beperken. Het is belangrijk dat u de instructies en aanwijzingen nauwkeurig opvolgt. Het gaat immers om uw eigen veiligheid en gezondheid. Gebruik de beschikbare beschermingsmiddelen en neem geen risico als u het niet vertrouwt. Raadpleeg altijd de vraagbaak Afvalstoffen en eventueel ook het Douane Laboratorium.
U moet voorkomen dat u in aanraking komt met de afvalstoffen (vloeistoffen). Eet, drink of rook nooit als u met afvalstoffen bezig bent. De vraagbaken Afvalstoffen zijn in het bezit van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals:
-
handschoenen die beschermen tegen chemicaliën
-
een zuurbestendige overall
-
gelaatsmaskers
13.2 Aanduiding gevaarlijke stoffen in vak 14 vervoersdocument
In vak 14 van het vervoersdocument staat informatie over de aard van de afvalstoffen. Afvalstoffen kunnen ook gevaarlijke stoffen zijn in de zin van de ADR (Europese overeenkomst betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg). Er kunnen daarom speciale eisen aan de verpakking en het vervoer zijn gesteld.
Ook moeten er speciale herkenningsmiddelen op het voertuig (gevarenkaarten) en verpakking (gevarenstickers) zijn aangebracht. Meer informatie vindt u in het voorschrift Vervoer Gevaarlijke Stoffen.
Er kunnen de volgende codes voorkomen:
Code |
Betekenis |
---|---|
1 |
ontplofbaar |
3 |
ontvlambare vloeistoffen |
4.1 |
ontvlambare vaste stoffen |
4.2 |
zelfontvlambare stoffen of afvalstoffen |
4.3 |
stoffen of gassen die bij aanraking met water ontvlambare gassen ontwikkelen |
5.1 |
oxiderende stoffen |
5.2 |
organische peroxiden |
6.1 |
(acuut) giftige stoffen |
6.2 |
infectieuze stoffen |
8 |
corrosieve stoffen |
9 |
afscheiding van giftige gassen bij aanraking met lucht en water |
9 |
toxisch (vertraagd of chronisch) |
9 |
ecotoxisch |
9 |
stoffen die na verwijdering op de één of andere wijze een stof doen ontstaan (bijvoorbeeld een uitlogingsprodukt) die een eigenschap heeft zoals hierboven omschreven |
13.3 Monsterneming van afvalstoffen
Naast de controle op bescheiden is soms een monsterneming noodzakelijk. De beslissing voor monsterneming vindt door de Douane plaats in het proces aangiftebehandeling of klantbehandeling.
Altijd contact met KCC voor de monsterneming
Voordat wordt overgegaan tot het geven van een opdracht van een fysieke controle met monsterneming, wordt altijd contact opgenomen met de vraagbaak Afvalstoffen. Deze neemt contact op met het KCC over de noodzaak van en de wijze waarop deze monsterneming moet worden uitgevoerd.
Ook kan een monsterneming plaatsvinden op uitdrukkelijk verzoek van de ILT. Daarbij worden door de ILT aanwijzingen gegeven over de wijze van monsterneming.
Naar boven13.3.1 De Douane neemt indicatieve monsters
De monsters worden niet gebruikt voor strafrechtelijk bewijs. Voor bewijsvoering in milieuzaken gelden zeer specifieke eisen die afwijken van de fiscale regels voor de monsterneming. De genomen monsters hebben daarom alleen een indicatieve waarde.
Als aan de hand van de uitslag een onregelmatigheid wordt vermoed, kan een monsterneming plaatsvinden bij het vergaren van strafrechtelijk bewijs. Het Openbaar Ministerie heeft daarvoor richtlijnen gegeven in de Aanwijzing bemonstering en analyse van milieudelicten (Stcrt.1997, 122). In deze gevallen vindt monsterneming plaats door of in samenwerking met de ILT. De ILT stelt vast op welke wijze het monster wordt genomen en welk laboratorium het monster onderzoekt. Als men besluit het monster te laten onderzoeken door het Douanelaboratorium geeft de Douane hiervoor de opdracht. In alle andere gevallen verzorgt de ILT die opdracht.
Naar boven13.3.2 Monsteranalyse door Douane Laboratorium
Monsteranalyse wordt uitgevoerd door het Douane Laboratorium in het geval dat de Douane zelfstandig de werkzaamheden uitvoert. Voor de monsterneming en verzending geldt de gebruikelijke procedure (Handboek Douane, onderdeel 12.10.00, paragraaf 3.2).
Als een monsterneming plaatsvindt in samenwerking met de ILT, dan voert de ILT dit uit. Ook wordt besloten of het Douane Laboratorium of een ander laboratorium het monster onderzoekt. Als de ILT besluit dat een ander laboratorium het monster onderzoekt, dan geeft zij daartoe de opdracht.
Naar boven13.3.3 Spoedonderzoek bij opschorting vrijgave wordt opgeschort
In de regel zal de vrijgave van de afvalstoffen niet worden opgeschort. Alleen op verzoek van de ILT wordt de vrijgave opgeschort in afwachting van de uitslag van de analyse van het monster. Monsters van afvalstoffen kunnen in dat geval met spoed worden onderzocht.
Afhankelijk van de drukte en de personele bezetting op het laboratorium wordt het onderzoek dan in enkele dagen -soms zelfs enkele uren- uitgevoerd. Om dit proces goed te stroomlijnen, moet u contact opnemen met het Douane Laboratorium.
Naar boven13.3.4 Monsterneming gevaarlijke stoffen
Onder gevaarlijke stoffen worden goederen bedoeld die bij een eventuele monsterneming een direct veiligheids- of gezondheidsrisico inhouden. Dit zijn met name chemicaliën, chemische preparaten en chemische afvalstoffen.
Hoe u gevaarlijke stoffen kunt herkennen, staat in de aanwijzingen en instructies in het Handboek Douane, onderdeel 12.10.00, paragraaf 2.3.4 en algemeen in onderdeel 12.20.00. Het is zeer belangrijk dat u deze aanwijzingen en instructies nauwkeurig opvolgt; het gaat hier om uw eigen veiligheid.
Vak 14 van het vervoersdocument geeft de aard van de afvalstoffen en het gevaarlijke karakter daarvan aan.
In die gevallen dat het volgens de gegevens van de Material Safety Data Sheet (MSDS) die op de fysieke-controleopdracht zijn overgenomen, kunt u via de vraagbaak Afvalstoffen de ILT inschakelen voor de monsterneming.
Naar boven13.4 Controle aanwijzingen CFK- of HCFK houdende koelkasten
In 'oude' koel- en vriesapparatuur worden meestal de volgende koudemiddelen gebruikt:
-
R12 (cfk 12)
-
R22 (hcfk 22)
-
R502 (cfk 115 en hcfk 22)
In ‘nieuwe’ koel- en vriesapparatuur worden meestal de volgende koudemiddelen gebruikt: R134a (HFK 134a) en R600a (isobutaan). Hiervoor geldt geen handelsverbod. Het soort koudemiddel is veelal vermeld op het compressorpotje van de apparatuur.
Functionerende koel-en vriesapparaten die een voor de Ozonverordening toegestaan koelmiddel bevatten mogen uitsluitend worden uitgevoerd als voldaan wordt aan de bepalingen van de Ozonverordening.
Naar boven13.5 Controleaanwijzingen overige elektrische en elektronische apparatuur
Restanten van (en afgedankte) elektr(on)ische apparaten die bestaan uit elektronische onderdelen zoals printplaten en bestemd voor terugwinning van (edel) metalen en die geen gevaarlijke componenten bevatten, vallen onder afvalcode GC020 van de groenelijstafvalstoffen.
Restanten van (en afgedankte) elektr(on)ische apparaten die geen gevaarlijke componenten bevatten vallen onder afvalcode GC020 van de groenelijstafvalstoffen.
Voor (het verbod voor) uitvoer naar derde landen dient eerst naar Bijlage V van de EVOA te worden gekeken. Restanten van (en afgedankte) elektr(on)ische apparaten die gevaarlijke componenten bevatten zoals b.v. kwikschakelaars en pcb-condensatoren vallen onder afvalcode A1180 van de oranjelijstafvalstoffen. PCB-houdende transformatoren vallen onder afvalcode A3180 van de oranjelijstafvalstoffen.
Niet functionerende apparaten zijn afvalstoffen
Apparaten die niet meer gebruikt kunnen worden voor het oorspronkelijke doel - dus niet meer functioneren - worden beschouwd als een afvalstof. Bij grensoverschrijdende transporten worden niet-functionerende apparaten op grond van de Richtlijn 2008/98 als een afvalstof beschouwd. In Richtlijn 2012/19/EU Bijlage VI zijn criteria opgenomen.
Bij de overbrenging en het moment van uitvoer dient daarom de volgende informatie bij het transport aanwezig te zijn:
-
Een overzicht van de in de zending/container aan te treffen aantal apparaten naar soort en merk met een datum waarop de apparaten zijn getest en goedgekeurd.
-
Een contract/factuur waaruit valt op te maken dat de te exporteren apparaten zonder reparatie geschikt zijn voor hergebruik en volledig inzetbaar als product.
-
Een verklaring van de exporteur (houder/opdrachtgever) waarin wordt aangegeven dat de te exporteren apparaten zonder reparatie geschikt zijn voor hergebruik en volledig inzetbaar als product.
-
Een op het apparaat of verpakking bevestigd etiket met de volgende informatie:
-
benaming (benaming van het apparaat)
-
identificatienummer van het apparaat (typenummer), in voorkomend geval;
-
productiejaar (indien bekend);
-
naam en adres van het bedrijf dat heeft gecontroleerd of het apparaat goed functioneert;
-
resultaten van de tests als omschreven in stap 1 met inbegrip van de datum van de test van de functionele capaciteit;
-
aard van de uitgevoerde tests.
-
Bij de controle van een container met gebruikte elektrische en elektronische apparaten dient te worden beoordeeld of er sprake is van:
-
slechte of geen verpakking
-
slechte of geen stuwing
-
ontbrekende onderdelen
-
afgeknipte stekkers
-
scheuren
-
vuil/vies
-
aanduidingen zoals stickers die melding maken van defecten
-
verboden stoffen zoals koelkasten met cfk’s
-
aanduidingen zoals stickers die melding maken van defecten
Als deze informatie niet beschikbaar is wordt er van uit gegaan dat het afvalstoffen betreffen en zijn de bepalingen van de EVOA van toepassing.
Naar boven13.6 BIA/RIA en Bijlage VII-controle
Controle Bijlage VII-informatie
De Douane oefent het toezicht op de naleving van de plicht op de aanwezigheid van bijlage VII uitsluitend uit in het verlengde van een fysieke controle voor de EVOA. Binnen het proces fysiek toezicht wordt gelijktijdig met de opgedragen fysieke controle gecontroleerd of de vervoerder de Bijlage VII-informatie bij zich heeft. De Douane controleert alleen op de aanwezigheid, juistheid en volledigheid van de Bijlage VII-informatie op het moment en in het verlengde van de fysieke controle. Als de vervoerder op het moment van de fysieke controle niet aanwezig is, kunt u via de vraagbaak Afvalstoffen de bijlage VII-informatie - en indien nodig het daarbij behorende contract - opvragen bij de aangever, de rederij of de opdrachtgever.
Controle BIA/RIA
In het verlengde van de EVOA-controle, controleert u ook, wanneer de afvalstoffen in vervoer zijn, of de vervoerder is ingeschreven op de VIHB-lijst. Ook moet de vervoerder een gewaarmerkte kopie van deze inschrijving kunnen tonen.
Naar boven13.7 Geen taak in het vrije verkeer in de Unie
Geen taak bij afvalstoffen in het vrije verkeer van de Unie
De EVOA is ook bij de overbrenging van de afvalstoffen in het vrije verkeer tussen lidstaten van de Unie van toepassing (EVOA, artikel 31 en 32).
Geen taak Douane
De Douane heeft geen taak en houdt geen toezicht op de overbrenging van afvalstoffen die zich in het vrije verkeer van de Unie bevinden.
Als u een onregelmatigheid constateert bij de overbrenging van afvalstoffen die zich in het vrije verkeer van de Unie bevinden, consulteert u in alle gevallen de vraagbaak Afvalstoffen. Deze neemt vervolgens contact op met de BFC. De zaak wordt overeenkomstig de aanwijzingen van de BFC afgehandeld. U handelt dit niet zelf af; de zaak wordt overgedragen aan de ILT.
Geen taak bij nationaal vervoer van afvalstoffen
Als de afvalstoffen binnen Nederland worden overgebracht is de EVOA niet van toepassing, maar de bepalingen van de Wet Milieubeheer (Wm). De overbrenging van afvalstoffen vindt plaats op grond van nationale regelgeving.
Als u tijdens uw reguliere controlewerkzaamheden -bijvoorbeeld bij ambulant toezicht- een nationaal afvaltransport aantreft, heeft u daarin geen taak.
Contact met boetefraudecoördinator bij onregelmatigheid
Als u een vermoedelijke overtreding van de nationale afvalstoffenwetgeving constateert bij een nationaal transport, neemt u contact op met de boetefraudecoördinator. U handelt dit niet zelf af; de zaak wordt overgedragen aan de politie.
13.8 Afhandeling onregelmatigheden
U handelt de onregelmatigheid af volgens de instructie uit het onderdeel Afhandeling onregelmatigheden. Onregelmatigheden worden terstond gemeld aan de vraagbaak Afvalstoffen. De vraagbaak Afvalstoffen meldt alle geconstateerde vermoedelijke overtredingen aan het KCC. Vanuit het KCC wordt contact gelegd met de betrokken ILT. De ILT besluit of de bevinding in strafrechtelijke zin zelfstandig door de Douane wordt afgedaan of niet.
KCC beslist over vrijgave gedurende onderzoek
De vraagbaak Afvalstoffen overlegt met het KCC over het opschorten van de vrijgave van de goederen gedurende het onderzoek.
Op het opgemaakte PLATO-formulier wordt de naam van de vraagbaak Afvalstoffen vermeld die het proces-verbaal heeft opgesteld.
Vermelding opschorten vrijgave op PLATO-formulier
Op het PLATO-formulier komt -als op verzoek van de ILT de vrijgave moet worden opgeschort- de volgende mededeling voor het proces AB: “Aangifte niet afwerken. Vrijgave opschorten i.v.m. onderzoek EVOA.”.
Naar boven