27.00.00 Zekerheidstelling voor het bedrag van de douaneschuld
8 Zekerheid bij de domiciliëringsprocedure invoer
In dit hoofdstuk is het stellen van zekerheid bij de vergunning domiciliëringsprocedure invoer (periodieke aangifte) beschreven.
De domiciliëringsprocedure invoer wordt beschreven in onderdeel 12.50.00 van dit Handboek.
8.1 Communautaire bepalingen
Voor het stellen van zekerheid voor goederen waarvoor een periodieke aangifte moet worden gedaan, zijn de volgende communautaire bepalingen van belang:
-
Voor zover het bedrag aan rechten betrekking heeft op goederen die zijn aangegeven voor een douaneregeling welke de verplichtingen tot betaling van dergelijke rechten inhoudt, staan de douaneautoriteiten de belanghebbende, op zijn verzoek, onder de in de artikelen 225, 226 en 227 CDW vastgestelde voorwaarden, uitstel van betaling van dat bedrag toe.
(artikel 224 CDW) -
Uitstel van betaling voor de periodieke aangifte wordt verleend op grond van artikel 226, lid c, CDW. In dit artikel staat vermeld dat uitstel van betaling kan worden verleend voor alle bedragen met betrekking tot goederen die tijdens een door de douaneautoriteiten vastgestelde periode van ten hoogste eenendertig dagen ten gunste van eenzelfde persoon werden vrijgegeven en waarvan de douaneschuld in een keer wordt geboekt.
-
Aan het verlenen van uitstel van betaling is de voorwaarde verbonden dat de verzoeker zekerheid stelt.
(artikel 225 CDW) -
De termijn waarvoor uitstel van betaling wordt verleend bedraagt dertig dagen. Bij wijze van vereenvoudiging kunnen de lidstaten bepalen dat het bedrag uiterlijk op de zestiende dag van de maand volgende op de kalendermaand waarover uitstel van betaling is verleend, is betaald.
(artikel 227, lid 1 en 3 CDW)
8.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden
De hoogte van de zekerheid bij afgifte van de vergunning wordt vastgesteld door de inspecteur. De periodieke toetsing van de hoogte van de zekerheid wordt verricht door de ontvanger. De ontvanger informeert vervolgens de inspecteur omtrent de hoogte van de uitkomst.
Bij de periodieke aangiften wordt de zekerheid vastgesteld op 100% van de gemiddeld over een periode van ten hoogste eenendertig dagen verschuldigde belasting.
Matiging van de zekerheid is niet mogelijk. De regeling vraagt een 100% zekerheid van de gemiddeld over een maand verschuldigde
belastingen.
Dit geldt ook voor de geautoriseerde marktdeelnemers (AEO-certificaathouders).
(artikel 192, lid 1 laatste alinea CDW)
Omdat de douaneschuld niet elke maand het zelfde is, berekent u de gemiddelde douaneschuld van de periodieke aangifte. Dit doet u door de douaneschuld van de periodieke aangiftes van de afgelopen 12 maanden bij elkaar op te tellen. De som wordt gedeeld door 12. Zo ontstaat de gemiddelde douaneschuld per maand.
Als aan een klant een nieuwe vergunning wordt verleend, is meestal de zekerheid vastgesteld op basis van een door de klant aangeleverde schatting van de te verwachten invoer. Om die reden moet na een half jaar aan de hand van de gegevens die dan bekend zijn, de zekerheid worden getoetst. Als hiervoor aanleiding bestaat, moet de zekerheid worden verhoogd of verlaagd.
Het is mogelijk dat ook bij een periodieke aangifte aanvullende zekerheid moet worden gesteld voor bijvoorbeeld de voorlopige
antidumpingheffing.
Voor de uitleg van het begrip aanvullende zekerheid en de berekening daarvan wordt verwezen naar hoofdstuk 10, paragraaf 10.2,
van dit onderdeel.
Ambtelijke werkzaamheden
Handel als volgt:
-
Stel de douaneschuld vast van de periodieke aangifte over een bepaalde periode (bij voorkeur het afgelopen jaar).
-
Deel de douaneschuld door het aantal maanden waarover de douaneschuld werd berekend. Zo ontstaat een gemiddelde douaneschuld per maand. Dit is het bedrag waarvoor zekerheid moet worden gesteld.
-
Als de klant voor de eerste keer zekerheid moet stellen, maak dan een ambtsbericht volgens het standaardmodel uit bijlage 9 van dit onderdeel voor de afdeling zekerheid van de douaneregio (ontvanger) en voeg daarbij:
-
een kopie van de akte van oprichting en/of een kopie van de akte van de laatste wijziging van de statuten;
-
de naam van de klantcoördinator en het telefoonnummer waaronder deze te bereiken is.
-
Handel bij een nieuwe klant of een nieuwe vergunning als volgt:
-
Stel de klant schriftelijk in kennis van de wijze waarop de door de inspecteur vastgesteldezekerheid moet worden gesteld.
-
Beoordeel en aanvaard de aangeboden zekerheid nadat deze is ontvangen.
-
Registreer de zekerheidstelling in het register VS 8 met vermelding van de naam van de klant voor wie de zekerheid gesteld wordt.
-
Stel de inspecteur in kennis van de aanvaarding van de zekerheidstelling en verzoek om toezending van een afschrift van de aan de klant te verlenen vergunning.
-
Registreer de zekerheidstelling in het KIS op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.
-
Maak, na ontvangst van het afschrift van de vergunning, de bevestiging zekerheidstelling op. Stuur deze naar de klant en een afschrift naar de klantcoördinator. Berg de minuut op in het zekerheidsdossier.
-
Registreer de vergunningzekerheid als "Maandaang.(inv)" in het KIS op de wijze zoals omschreven de Gebruikershandleiding KIS.
Handel bij een bestaande klant als volgt:
-
Stel de klant schriftelijk in kennis van de wijze waarop de door de inspecteur opnieuw vastgestelde zekerheid moet worden gesteld.
-
Registreer het beoordelingsresultaat vergunningzekerheid in het KIS op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.
-
Beoordeel en aanvaard, als dit van toepassing is, de aangeboden zekerheid nadat deze is ontvangen.
-
Registreer, als dit van toepassing is, de zekerheidstelling in het KIS op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.
-
Maak de bevestiging zekerheidstelling op. Stuur deze naar de klant en een afschrift naar de klantcoördinator. Berg de minuut op in het zekerheidsdossier.
-
Wijzig de vergunningzekerheid in het KIS op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.
-
Beëindig de vervallen zekerheidstelling in het KIS op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.