Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

27.00.00 Zekerheidstelling voor het bedrag van de douaneschuld

7 Zekerheid bij invoer met gehele of gedeeltelijke vrijstelling

In dit hoofdstuk is beschreven hoe u de zekerheid bij de invoer met gehele of gedeeltelijke vrijstelling moet berekenen.

Geautoriseerde marktdeelnemers (AEO-certificaathouders)

Voor AEO-certificaathouders kan de zekerheid, die moet worden gesteld in het kader van de economische douaneregelingen en bijzondere bestemmingen, tot 0% worden gematigd. Daarbij gaat het om de volgende regelingen:

  • actieve veredeling;

  • behandeling onder douanetoezicht;

  • tijdelijke invoer;

  • bijzondere bestemmingen.

Naar boven

7.1 Procedures en ambtelijke werkzaamheden

7.1.1 Actieve veredeling

Om gebruik te mogen maken van een vergunning actieve veredeling moet zekerheid worden gesteld. Na het plaatsen van de goederen onder deze regeling vallen zij direct onder de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder. De aangiften tot plaatsing worden gedaan door de vergunninghouder zelf als aangever (eigen naam, eigen rekening, belanghebbende) of door diens vertegenwoordiger op naam en voor rekening van de vergunninghouder in directe vertegenwoordiging. (artikel 64 CDW)

Zekerheid dient te worden gesteld voor het bedrag van de douaneschuld die rust op de hoeveelheid goederen die gemiddeld voorhanden is. Paragraaf 5.2.2 in dit onderdeel van het handboek is van overeenkomstige toepassing bij het bepalen van de gemiddelde voorraad.

De zekerheid wordt gesteld door de aangever (eigen naam, eigen rekening, belanghebbende). Wanneer de aangever zich laat vertegenwoordigen door een direct vertegenwoordiger mag ook deze de zekerheid stellen.

Het percentage aan te stellen zekerheid bedraagt 100%. Dit bedrag mag worden gematigd tot 25%.

De zekerheid kan niet eerder worden vrijgegeven dan nadat de regeling actieve veredeling is beëindigd en de goederen een nieuwe douane-bestemming hebben gekregen. Het gestelde over de omzetbelasting in paragraaf 5.2.4 in dit onderdeel van het Handboek is van overeenkomstige toepassing.

Wettelijke bepalingen

De douaneautoriteiten kunnen aan de plaatsing van de goederen onder een schorsingsregeling de voorwaarde verbinden dat een zekerheid wordt gesteld als waarborg voor de betaling van de douaneschuld die ten aanzien van deze goederen kan ontstaan.

In het kader van een specifieke schorsingsregeling kunnen bijzondere bepalingen betreffende het stellen van een zekerheid worden vastgesteld.

(artikel 88 en 115, lid 5 CDW en artikel 514 TVo.
CDW)

Handel als volgt:

  1. Stel de gemiddelde voorraad vast zoals omschreven in paragraaf 5.2.2.

  2. Bereken de douaneschuld van deze gemiddelde voorraad.

  3. Dit is het bedrag waarvoor zekerheid moet worden gesteld.

  4. Als de klant voor de eerste keer zekerheid moet stellen, maak dan een ambtsbericht volgens het standaardmodel uit bijlage 9 van dit onderdeel voor de afdeling zekerheid van de douaneregio (ontvanger) en voeg daarbij:

    • een kopie van de akte van oprichting en/of een kopie van de akte van de laatste wijziging van de statuten;

    • de naam van de klantcoördinator en het telefoonnummer waaronder deze te bereiken is.

Naar boven

7.1.2 Actieve/passieve veredeling landbouwproducten

De Rijksdienst voor ondernemend Nederland (hierna RVO.nl) is gemandateerd om voor producten genoemd in bijlage VII van de ADR te handelen als inspecteur bij de aanvraag en afgifte van vergunningen actieve/passieve veredeling. De procedures voor afgifte van dit soort vergunningen door de medebewindsorganisatie en de douane zijn hetzelfde.

De zekerheidstelling voor de geschorste douanerechten kan uitsluitend bij de ontvanger van de Douane geschieden. De (eventuele) heffing, inning en bezwaar/ beroep van de douanerechten verloopt eveneens via de douane.

Bij (voorgenomen) positieve beslissing op de vergunningaanvraag zendt de RVO.nl , vóórdat de vergunning wordt afgegeven aan KM douane een bericht van voornemen tot verlening vergunning met daarbij de conceptvergunning , zodat de verzoeker bij de douane de zekerheid kan gaan stellen. Nadat deze zekerheid is gesteld kan de RVO.nl de vergunning verlenen.

De matiging geldend voor AV/PV douane is ook hier van toepassing. Bij actieve/passieve veredeling landbouwproducten kan derhalve voor geautoriseerde marktdeelnemers (AEO-certificaathouders) de zekerheid tot 0% worden gematigd. Voor niet AEO-houders kan de zekerheid worden gematigd tot 25% (zie 7.1.1 van dit onderdeel).

De zekerheid heeft een incidenteel of een doorlopend karakter. De hoogte dient dermate te zijn dat steeds op elke moment de maximale hoeveelheid onder de regeling geplaatst kan worden. Zekerheden met een doorlopend karakter worden (tussentijds) niet gefaseerd vrijgegeven.

Naast de "normale" actieve veredeling zijn er door de RVO.nl een aantal specifieke vergunningen actieve veredeling afgegeven op het gebied van suiker. Bij deze vergunningen worden met toepassing van equivalentie en voorafgaande uitvoer veredelingsproducten uitgevoerd. Voor deze zendingen wordt over het algemeen een inlichtingenblad INF 5 afgegeven voor de hoeveelheid ruwe suiker die zich in de veredelingsproducten bevindt. Naderhand vindt de compenserende invoer plaats. In dit soort situaties hoeft bij compenserende invoer geen zekerheid te worden gesteld, omdat bij plaatsing onder de regeling de invoergoederen communautaire goederen worden. (art 545, lid 3 TvoCDW)

Let op!

Equivalentieverkeer en voorafgaande uitvoer zijn slechts modaliteiten binnen de vergunning Actieve verdeling waar gebruik van kan worden gemaakt . Voor de vergunning Actieve veredeling met de modaliteiten equivalentieverkeer en voorafgaande uitvoer moet dus wel gewoon zekerheid gesteld worden.

Zie ook paragraaf 2.1.3 van onderdeel 13.01.00; Bijzondere bepalingen bij invoer van landbouwgoederen van dit Handboek.

Werkwijze

Belanghebbende dient de aanvraag voor een vergunning Actieve veredeling / Passieve veredeling in bij de RVO.nl.


Deze beoordeelt de vergunningaanvraag en zendt bij (voorgenomen) beslissing, voordat de vergunning wordt verleend, een bericht met concept vergunning aan het Bedrijven Contact Punt (BCP) van her regiokantoor Groningen.


De beheerder van deze Centrale Postbus stuurt dit bericht (met in cc de RVO.nl) naar keuze van de regio of aan het Bedrijven Contact Punt van de regio of rechtstreeks aan de betreffende klantcoördinator / relatiebeheerder (KM).


KM gaat over tot het berekenen van de hoogte van de zekerheid en geeft dit bedrag door aan de afdeling zekerheid.


Ambtelijke werkzaamheden
Handel bij een nieuwe klant of een nieuwe vergunning als volgt:

  1. Stel de klant schriftelijk in kennis van de wijze waarop de door de inspecteur vastgestelde zekerheid gesteld moet worden.

  2. Beoordeel en aanvaard de aangeboden zekerheid nadat deze is ontvangen.

  3. Registreer de zekerheidstelling in het register VS 8 met vermelding van de naam van de klant voor wie de zekerheid gesteld wordt.

  4. Stel de inspecteur in kennis van de aanvaarding van de zekerheidstelling en verzoek om toezending van een afschrift van de aan de klant te verlenen vergunning. KM zendt vervolgens een bericht naar het Bedrijven Contact Punt in Groningen. Via laatstsgenoemd punt wordt het bericht vervolgens doorgezonden aan de RVO.n..

  5. Registreer de zekerheidstelling in het KIS op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.

  6. Maak de bevestiging zekerheidstelling op na ontvangst van het afschrift van de vergunning. Stuur deze naar de klant en een afschrift naar de klantcoördinator. Berg de minuut op in het zekerheidsdossier.

  7. Registreer de vergunningzekerheid in het KlS als "invoer" op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.

Handel bij een bestaande klant als volgt:

  1. Stel de klant schriftelijk in kennis van de door de inspecteur vastgestelde wijziging (verhoging of verlaging) van de zekerheid en de wijze waarop de nieuwe zekerheid moet worden gesteld.

  2. Registreer het beoordelingsresultaat vergunning zekerheid in het KIS op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.

  3. Beoordeel en aanvaard, als dit van toepassing is, de aangeboden zekerheid nadat deze is ontvangen.

  4. Registreer, als dit van toepassing is, de zekerheidstelling in het KIS op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.

  5. Maak de bevestiging zekerheidstelling op. Stuur deze naar de klant en een afschrift naar de klantcoördinator. Berg de minuut op in het zekerheidsdossier.

  6. Wijzig de vergunning zekerheid in het KIS op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.

  7. Beëindig de vervallen zekerheidstelling in het KIS op de wijze zoals omschreven in de Gebruikershandleiding KIS.

Naar boven

7.1.3 Passieve veredeling

Als bij een vergunning passieve veredeling sprake is van voorafgaande invoer van een vervangend product moet zekerheid worden gesteld. (artikel 154, lid 4 CDW)

Voor het berekenen van de zekerheid is datgene wat bij paragraaf 7.1.1 is vermeld onverkort van toepassing. Dit geldt ook voor de ambtelijke werkzaamheden.

Naar boven

7.1.4 Regeling tijdelijke invoer

Bij tijdelijke invoer moet zekerheid worden gesteld. (artikel 88 CDW en de artikelen
514 en 581 TVo.
CDW)

Voor het berekenen van de zekerheid is datgene wat bij paragraaf 7.1.1 is vermeld onverkort van toepassing. Dit geldt ook voor de ambtelijke werkzaamheden.

In bijlage 77 van de TVo.
CDW zijn de gevallen vermeld waarin geen zekerheid wordt geëist als goederen worden ingevoerd onder de regeling tijdelijke invoer. Het zijn:

  1. Materieel dat spoorweg-, scheepvaart- of luchtvaartmaatschappijen of de posterijen toebehoort en dat door deze in het internationale verkeer wordt gebruikt, voorzover dit materiaal van kentekens is voorzien.

  2. Leeg ingevoerd verpakkingsmateriaal waarop onuitwisbare en niet-verwijderbare merktekens zijn aangebracht.

  3. Materiaal ter bestrijding van de gevolgen van rampen dat bestemd is voor overheidsinstanties of door de overheid erkende instanties.

  4. Medische en chirurgische apparatuur en laboratoriumuitrusting, bestemd voor ziekenhuizen of medische instellingen die hieraan dringend behoefte hebben.

  5. Goederen die in de zin van artikel 513 worden overgebracht en die door de vorige vergunninghouder overeenkomstig artikel 229 of 232 onder de regeling tijdelijke invoer waren geplaatst.

    (artikel 581 TVo. CDW)

Naar boven

7.1.5 Behandeling onder douanetoezicht

Bij behandeling onder douanetoezicht moet zekerheid worden gesteld. (artikel 88 CDW en artikel 514 TVo.
CDW)

Voor het berekenen van de zekerheid is datgene wat bij paragraaf 7.1.1 is vermeld onverkort van toepassing. Dit geldt ook voor de ambtelijke werkzaamheden.hob

Naar boven

7.1.6 Bijzondere bestemmingen

Bij bijzondere bestemmingen moet (in principe) zekerheid worden gesteld voor de rechten bij invoer. (artikel
293, lid 1, onder e TVo. CDW).

Voor het berekenen en matigen van de zekerheid is datgene wat bij paragraaf 7.1.1 is vermeld onverkort van toepassing. Dit geldt ook voor de ambtelijke werkzaamheden. Van geval tot geval moet het stellen van zekerheid beoordeeld worden. Bijvoorbeeld bij het in het vrije verkeer brengen van een burgerluchtvaartuig hoeft geen zekerheid gesteld te worden. Aangenomen mag worden dat het luchtvaartuig op het moment van aanvaarden van de aangifte voldoet aan de voorwaarden en niet gebruikt gaat worden als een niet-burgerlucht-vaartuig. Voor de onderdelen van burgerluchtvaartuigen dient wel zekerheid gesteld te worden.

Naar boven

7.1.7 Vrijstellingen

In de Verordening (EG) 1186/2009 en in de Algemene douaneregeling zijn de gevallen gegeven waarin door bijzondere omstandigheden vrijstelling van rechten bij invoer en belastingen kan worden toegestaan als goederen in het vrije verkeer worden gebracht van de Europese Unie.

Bij de vrijstellingen van goederen in de kaders van een verhuizing en van een huwelijk zoals bedoeld in de artikelen 9, 10 en 15 van deze verordening en artikel 7:27 van deze regeling is de voorwaarde opgenomen dat zekerheid kan worden geëist. De zekerheid voor de rechten bij invoer en de belastingen wordt gematigd tot 0% van de douaneschuld die eventueel zou kunnen ontstaan.

In het geval van bijzondere omstandigheden en/of van risicovolle goederen kan de zekerheid niet worden gematigd. De zekerheid bedraagt in die gevallen 100% of een lager percentage van de douaneschuld die ontstaat als niet aan de verplichtingen is voldaan. (artikel 74 CDW)

Naar boven

7.1.8 Zekerheid bij overbrengen van goederen met een verhoogd frauderisico

In de artikelen 511 t/m 514 Tvo.CDW is het overbrengen van onder een douaneregeling geplaatste goederen beschreven. Bij overbrengen van goederen met een verhoogd frauderisico (zie bijlage 44quater Tvo.CDW) moet voor die goederen een zekerheid gesteld worden die gelijkwaardig is aan de zekerheid die bij de regeling douanevervoer voor het vervoer van dergelijke goederen gesteld moet worden. (artikel 514 Tvo.CDW)

Paragraaf 5.4 is van overeenkomstige toepassing.

Naar boven