32.00.00 Bezwaar en Beroep
6 Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en het Gerecht van eerste aanleg te Luxemburg
In kwesties van communautaire aard kan beroep worden aangetekend bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen of bij het Gerecht van eerste aanleg. Deze mogelijkheden staan in dit hoofdstuk centraal.
Naar boven6.1 Algemeen
In deze paragraaf komt aan de orde:
-
de beslissingen waartegen beroep mogelijk is (paragraaf 6.1.1);
-
de bevoegdheid beroep in te stellen (paragraaf 6.1.2);
-
de termijn waarbinnen het beroep moet worden ingediend (paragraaf 6.1.3);
-
de prejudiciële beslissing (paragraaf 6.1.4).
6.1.1 Beslissingen waartegen beroep mogelijk is
Artikel 220 Verdrag omschrijft de algemene taak van het Hof van Justitie: het Hof verzekert de eerbiediging van het communautaire recht bij uitlegging en toepassing van het Verdrag. Het Hof van Justitie is in dit verband bevoegd kennis te nemen van:
-
beroepen in verband met de niet-nakoming door een lidstaat van de op hem rustende verplichtingen (artikel 226 Verdrag);
-
beroepen tot nietigverklaring van verbindende handelingen van onder meer de Raad en van de Commissie (artikel 230 Verdrag);
-
verzoeken om een prejudiciële beslissing te geven (artikel 234 Verdrag).
Beroep tot nietigverklaring
Een beroep tot nietigverklaring kan worden ingesteld tegen alle verbindende handelingen (artikel 230 Verdrag). Verbindende handelingen zijn in dit verband met name Verordeningen, Richtlijnen en beschikkingen. Onder beschikkingen vallen in dit verband onder meer beschikkingen die de Raad of de Commissie heeft genomen.
Naar boven6.1.2 Bevoegdheid beroep in te stellen
Zowel de Raad als de Commissie en de lidstaten zijn tot het instellen van een beroep tot nietigverklaring bevoegd. Daarnaast
kunnen ook natuurlijke of rechtspersonen beroep instellen.
(artikel 230 Verdrag)
Beroep door lidstaat
Als Nederland als lidstaat een beroep tot nietigverklaring wil instellen, treedt de Nederlandse regering als partij op. In
deze procedure vertegenwoordigt het Ministerie van Buitenlandse Zaken de regering.
Als u tot de conclusie komt dat een Verordening of Richtlijn voor vernietiging in aanmerking komt, moet u dit zo snel mogelijk
melden aan het Ministerie, DGBel, team juridische zaken. Deze directie zal dan eventueel voor de coördinatie met het Ministerie
van Buitenlandse Zaken zorg dragen.
Dit geldt ook voor REM/REC beschikkingen.
Beroep door natuurlijke of rechtspersonen
Natuurlijke of rechtspersonen kunnen in beroep komen tegen een beschikking van de Commissie die tot hen gericht is. Bovendien
kunnen ze in beroep komen tegen een beschikking die hen rechtstreeks raakt, hoewel ze genomen is in de vorm van een Verordening
of een beschikking gericht tot een ander persoon. Dit beroep moet worden ingesteld bij het Gerecht van eerste aanleg (artikel
225 Verdrag juncto artikel 3 letter c, Besluit 88/591/EGKS/ EEG, Euratom).
(artikel 230 Verdrag)
Rechtstreeks beroep tegen Verordeningen en Richtlijnen die een algemeen verbindende norm bevatten, staat voor hen niet open.
Voorbeelden van beroep door natuurlijke of rechtspersonen
In het kader van de invoer met vrijstelling van wetenschappelijke instrumenten en apparaten stelt de Commissie beschikkingen vast (ingevolge Verordening (EG) nr. 1186/2009 en Verordening (EEG) nr. 2290/83). Tegen deze beschikkingen kan een belanghebbende rechtstreeks beroep bij het Gerecht van eerste aanleg instellen.
Ook in het kader van de toepassing van artikel 220, lid 2, letter b, CDW en de artikelen 869 en volgende TVo. CDW (boeking achteraf/navordering) beslist de Commissie bij beschikking. Daarnaast komt de Commissie-beschikking voor in artikel 239 CDW en de artikelen 905 en volgende TVo. CDW.
De hiervoor genoemde beschikkingen richt de Commissie tot de lidstaat. U moet deze beschikking uitvoeren door te beschikken op het verzoek van de belanghebbende. In uw beschikking geeft u zoveel mogelijk de bewoordingen van de beschikking van de Commissie weer. Een afschrift van de beschikking van de Commissie zendt u met uw eigen beschikking ter informatie aan belanghebbende. Verder wijst u de belanghebbende erop dat rechtstreeks beroep bij het Gerecht van eerste aanleg kan worden ingesteld. Daarnaast moet u de belanghebbende erop wijzen dat ook de gebruikelijke bezwaar- en beroepsmogelijkheden openstaan.
Naar boven6.1.3 Termijn beroep
De termijn waarbinnen een belanghebbende (of lidstaat) beroep kan instellen, bedraagt twee maanden. Deze termijn begint te lopen op de dag van bekendmaking in het publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (Verordeningen/ Richtlijnen). Bij beschikkingen gaat de termijn in op het moment van kennisgeving aan de betrokkene of de lidstaat.
Als de Commissie de beschikking niet aan de betrokkene zelf stuurt, begint de termijn te lopen vanaf de dag dat de betrokkene
van de handeling kennis heeft gekregen en in ieder geval op het tijdstip dat wij de beschikking van de Commissie aan belanghebbende
sturen.
(artikel 230 Verdrag)
6.1.4 Prejudiciële beslissing
Het Hof is bevoegd om met een prejudiciële uitspraak te doen met name over de uitleg van het Verdrag en over de geldigheid
en de uitleg van de door de instellingen van de EG verrichte handelingen.
(artikel 234 Verdrag)
Verzoeken kunnen worden ingediend door de nationale rechterlijke instanties (College van Beroep, rechtbank, gerechtshof, Hoge Raad). Als een dergelijke instantie een beslissing van het Hof van Justitie ten aanzien van een punt van gemeenschapsrecht (onder andere het gemeenschappelijk douanetarief en landbouwregelingen) noodzakelijk acht, dan zal zij het geding schorsen en een of meer prejudiciële vragen voorleggen aan het Hof van Justitie.
U zendt na ontvangst van een uitspraak, waarin de rechtbank of het gerechtshof prejudiciële vragen stelt aan het Hof van Justitie
van de Europese Gemeenschappen, onverwijld een afschrift van deze uitspraak en de overige processtukken aan DGBel, team cassatie.
Indien het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zich tot u richt, zendt u deze onverwijld afschriften van de brieven
(met eventuele bijlagen) van dit Hof aan DGBel, team cassatie. Eerst na overleg met DGBel, team cassatie reageert u op de
brieven van dit Hof. Als de inspecteur door het Hof van Justitie in de gelegenheid wordt gesteld om schriftelijke opmerkingen
in te dienen over de prejudiciële vragen, dan schrijft u een brief aan het Hof van Justitie waarin u laat weten voor opmerkingen
over de prejudiciële vragen te refereren aan het oordeel van de Nederlandse regering. Daarnaast stuurt u onverwijld afschriften
van de brieven en bijlagen van het Hof van Justitie aan DGBel, team cassatie.
Interventie
Er zijn twee gevallen van interventie mogelijk, namelijk interventie naar aanleiding van rechtstreeks beroep van belanghebbende
en interventie bij prejudiciële vragen.
Wanneer belanghebbende rechtstreeks beroep heeft ingesteld, kan een lidstaat interveniëren hetzij aan de kant van belanghebbende,
hetzij aan de kant van de Commissie. Kennisgeving van het ingestelde beroep wordt overigens gedaan in het Publicatieblad van
de EG en niet rechtstreeks aan de lidstaten.
In geval van prejudiciële vragen licht de Griffier van het Hof van Justitie de betrokken partijen, de lidstaten, de Commissie
en de Raad in, dat een beroep bij het Hof van Justitie is ingesteld. Die instanties zijn namelijk bevoegd om binnen twee maanden
na deze kennisgeving bij het Hof van Justitie memoriën of schriftelijke opmerkingen in te dienen (artikel 20 Statuut van het
Hof van Justitie).
Vertegenwoordiging
De lidstaat kan zich voor het Hof van Justitie laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. In de regel is dat een vertegenwoordiger van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zo nodig bijgestaan door een vertegenwoordiger van een bij de zaak betrokken departement. In uitzonderingsgevallen kan in overleg tussen de betrokken Ministeries de Landsadvocaat worden ingeschakeld.
U kunt dus niet zelfstandig optreden. Als u een mondelinge behandeling wilt bijwonen kunt u contact opnemen met het Ministerie, DGBel, team cassatie.
Naar boven