32.00.00 Bezwaar en Beroep
1 Inleiding
Dit onderdeel behandelt de bezwaar- en beroepsprocedures die kunnen voortvloeien uit de wetgeving die valt onder de reikwijdte van de Algemene douanewet. Het ziet niet alleen op geschillen tussen belastingplichtigen en de douane over heffingen bij in- en uitvoer en alle daarmee samenhangende geschillen, maar ook op geschillen over andere beschikkingen die door de inspecteur zijn genomen op grond van de Algemene douanewet. Onder heffingen bij in- en uitvoer worden alle communautaire en nationale heffingen bij in- en uitvoer verstaan. In paragraaf 1.3 vindt u een overzicht van deze heffingen.
Dit onderdeel ziet niet op geschillen over de heffing van belasting van personenauto's en motorrijwielen of binnenlandse accijns
of verbruiksbelastingen.
Dit inleidende hoofdstuk geeft een overzicht van de verschillende procedures bij bezwaar en beroep en een overzicht van de
vindplaatsen van de wettelijke bepalingen hierover.
1.1 Procedures bij bezwaar en beroep
De procedures die in dit onderdeel aan de orde komen zijn achtereenvolgens:
-
de bezwaarprocedure (Hoofdstuk 2);
-
de beroepsprocedure (Hoofdstuk 3);
-
de hoger beroepsprocedure (Hoofdstuk 4);
-
de cassatieprocedure (Hoofdstuk 5);
-
de procedure voor het Hof van Justitie (Hoofdstuk 6);
-
bepaalde andere procedures (Hoofdstuk 7).
1.2 Verklaringen van afkortingen en vindplaatsen
De verklaringen van de afkortingen en vindplaatsen zijn opgenomen in onderdeel 0.00.25 van dit Handboek.
1.3 Wettelijke bepalingen
In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op de wettelijke bepalingen omtrent bezwaar en beroep met betrekking tot heffingen bij in- en uitvoer en andere beschikkingen die door de inspecteur zijn genomen op grond van de Algemene douanewet.
Communautaire bepalingen
In titel VIII van het CDW is in de artikelen 243 tot en met 246 het recht op beroep geregeld. Daar leest u:
-
dat er een recht op beroep is (artikel 243, lid 1);
-
dat dit recht in twee fasen kan worden uitgeoefend (artikel 243, lid 2);
-
dat dit beroep in beginsel geen schorsende werking heeft (artikel 244);
-
dat de lidstaten uitvoeringsbepalingen vaststellen (artikel 245);
-
dat die titel niet van toepassing is op beroepen die zijn ingesteld met het oog op de intrekking met terugwerkende kracht of de wijziging van een op grond van het strafrecht genomen beschikking (artikel 246). Zie daarvoor het onderdeel 36.00.00 van dit Handboek.
Het CDW is rechtstreeks van toepassing op rechten bij in- en uitvoer. Dit zijn:
-
douanerechten (wat vroeger in- en uitvoerrechten waren);
-
anti-dumpingheffingen;
-
compenserende heffingen;
-
andere belastingen bij in- en uitvoer die zijn vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of in het kader van de specifieke regelingen die op bepaalde door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen van toepassing zijn (voorheen: landbouwheffingen).
(artikel 4, onder punt 10, CDW)
In artikel 4, onder punt 5 geeft het CDW een definitie van het begrip beschikking (zie hierna onder 2.1.1).
Nationale bepalingen
De uitvoeringsbepalingen zoals bedoeld in artikel 245 CDW zijn vastgesteld in de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene douanewet en de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
De Algemene wet bestuursrecht
De algemene regels over het verkeer tussen burgers en bestuursorganen, waaronder bezwaar en beroep, zijn te vinden in de Algemene wet bestuursrecht.
In het verkeer tussen burgers en bestuursorganen worden, gevraagd of ongevraagd, door het bestuursorgaan beslissingen genomen die rechtsgevolgen hebben voor burgers. Als een bestuursorgaan een schriftelijke beslissing neemt die zo'n "publiekrechtelijke rechtshandeling" inhoudt, heet dat een besluit. Zodra een dergelijk besluit niet van algemene strekking is en dus tot één of slechts enkele personen is gericht, spreken we van een beschikking.
Als iemand het niet eens is met een dergelijk besluit (en dus ook als hij het niet eens is met een beschikking) kan hij daartegen
bezwaar maken.
Onder het maken van bezwaar wordt verstaan: het gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid
om voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen (artikel 1:5 Algemene wet bestuursrecht).
De Algemene wet bestuursrecht beoogt een zogenaamd "open systeem" te zijn. Dat wil zeggen dat de bedoeling van de Algemene
wet bestuursrecht is dat in beginsel tegen alle beschikkingen die zijn genomen door bestuursorganen bezwaar en beroep mogelijk
is. Voor beschikkingen die zien op rijksbelastingen wordt hierop een uitzondering gemaakt.
In het belastingrecht is uitsluitend bezwaar en beroep mogelijk tegen een besluit dat in een belastingwet als voor bezwaar
vatbare beschikking wordt aangeduid. Voor de fiscale beschikkingen is daarmee een "gesloten systeem" gehandhaafd.
Van dit systeem wordt voor de douane afgeweken door de regeling van artikel 8:2, lid 2 van de Algemene douanewet. Op grond van die regeling worden alle beschikkingen in de zin van artikel 4, aanhef en onder 5 van het CDW en alle beschikkingen die zijn genomen op grond van de Algemene douanewet als voor bezwaar vatbare beschikkingen aangemerkt.
De Algemene douanewet
In aanvulling op de algemene regelingen over bezwaar en beroep van de Algemene wet bestuursrecht, bevat de Algemene douanewet een aantal specifieke bepalingen. In hoofdstuk 8 van de Algemene douanewet wordt grotendeels aangesloten bij de regeling van Hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
De Algemene wet inzake rijksbelastingen
De Algemene wet inzake rijksbelastingen is van toepassing op de rijksbelastingen die in artikel 1, lid 2, zijn gedefinieerd. Tot die belastingen behoren niet de rechten bij invoer en de rechten bij uitvoer. Deze vallen onder de Algemene douanewet.
Voor zover het bezwaar en beroep betreft zijn de bepalingen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen voor een groot deel
van toepassing verklaard op de beschikkingen genomen op grond van het CDW of de Algemene douanewet (artikel 8:2 Algemene douanewet).
Deze uitvoeringsbepalingen voor bezwaar en beroep zijn -naast de hoofdstukken 6, 7 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht- te vinden in hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De Afdelingen 1, 2 en 3 geven algemene bepalingen over bezwaar, beroep en hoger beroep. Dit zijn bepalingen die in principe
van toepassing zijn op alle fiscale en niet-fiscale beschikkingen die zijn genomen op grond van de Algemene douanewet. Afdeling
4 gaat over beroep in cassatie.
Een bijzondere plaats nemen verder de omzetbelasting, de accijns en de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten in. Op deze belastingen is de Algemene wet inzake rijksbelastingen rechtstreeks van toepassing.
Voor zover deze heffingen echter ter zake van de invoer worden geheven is de douanewetgeving (en zijn daarmee de bepalingen van het CDW en de Algemene douanewet) van overeenkomstige toepassing verklaard in de artikelen 22 Wet op de omzetbelasting 1968, 62 Wet op de accijns en 26 Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten. Met betrekking tot de omzetbelasting wordt opgemerkt dat de communautaire wetgeving niet van toepassing is als de verleggingsregeling van artikel 23 Wet op de omzetbelasting 1968 geldt. De heffing van de omzetbelasting vindt dan plaats via de periodieke aangifte omzetbelasting van de ondernemer voor wie de goederen bestemd zijn.
Naar boven