32.00.00 Bezwaar en Beroep
2 De bezwaarprocedure
Inleiding
Wanneer een belastingplichtige het niet eens is met een tot hem gerichte beschikking die voortvloeit uit douanewetgeving dan
kan hij daartegen bezwaar maken. In dit hoofdstuk vindt u de bezwaarprocedure en de daarbij behorende ambtelijke werkzaamheden.
2.1 Algemeen
In deze paragraaf worden de hoofdregels van de bezwaarprocedure behandeld.
Achtereenvolgens komen aan de orde:
-
2.1.1. beschikkingen waartegen bezwaar mogelijk is;
-
2.1.2. wie kan een bezwaarschrift indienen?;
-
2.1.3. bij wie is bezwaar mogelijk?;
-
2.1.4. binnen welke termijn is bezwaar mogelijk?;
-
2.1.5. aan welke formele eisen moet een bezwaarschrift voldoen?;
-
2.1.6. rechtstreeks beroep;
-
2.1.7. horen belanghebbende;
-
2.1.8. eenheid van beleid en uitvoering;
-
2.1.9. de uitspraak.
2.1.1 Beschikkingen waartegen bezwaar mogelijk is
De mogelijkheid van bezwaar volgens het CDW
In het vorige hoofdstuk is al aangegeven dat op grond van artikel 243 CDW iedere persoon het recht heeft beroep in twee fasen in te stellen tegen beschikkingen van de douaneautoriteiten.
-
die betrekking hebben op de toepassing van de douanewetgeving en
-
die hem rechtstreeks en individueel raken.
Met douanewetgeving worden het CDW en alle daarbij behorende communautaire en nationale uitvoeringsbepalingen bedoeld (artikel 1 CDW). Het begrip beschikking is in artikel 4 van het CDW gedefinieerd als:
"elke administratieve beslissing verband houdend met de douanewetgeving die door een douaneautoriteit over een bepaald geval wordt genomen en die voor een of meer personen wier identiteit bekend is of kan worden vastgesteld, rechtsgevolgen heeft."
Op grond van artikel 243 CDW zou dan ook al bezwaar mogelijk zijn tegen alle hierbedoelde beschikkingen.
Voor bezwaar vatbare beschikkingen
Het beschikkingsbegrip in het CDW wijkt af van het beschikkingsbegrip van de Algemene wet bestuursrecht. Het CDW kent ook mondelinge beschikkingen of beschikkingen die door een handeling van de inspecteur worden genomen. In de Algemene wet bestuursrecht wordt onder beschikking verstaan: "een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan. Omdat onder "besluit" wordt verstaan "een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling", is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht altijd een schriftelijk genomen beslissing.
Artikel 1:18, lid 1 van de Algemene douanewet bepaalt nu dat een beschikking in de zin van het CDW gelijkgesteld wordt met een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hierdoor worden in principe alle bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht die van toepassing zijn en die zien op beschikkingen van toepassing op beschikkingen in de zin van het CDW. Zie voor een meer uitgebreide beschrijving van het onderwerp beschikking onderdeel 3.00.00 van dit Handboek.
Artikel 8:2, lid 2 van de Algemene douanewet bepaalt dat voor de overeenkomstige toepassing van hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen sprake is van een voor bezwaar vatbare beschikking indien het gaat om een beschikking als bedoeld in het CDW of een beschikking die is genomen op grond van de Algemene douanewet. Specifiek voor een uitnodiging tot betaling bepaalt artikel 8:2, lid 3, Algemene douanewet dat voor de overeenkomstige toepassing van hoofdstuk V Algemene wet inzake rijksbelastingen deze wordt aangemerkt als belastingaanslag of een aanslag.
Artikel 8:2 Algemene douanewet regelt niet het recht om bezwaar en beroep in te stellen, maar dient om een correcte aansluiting te verkrijgen met de genoemde bepalingen uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Deze koppelbepaling is noodzakelijk aangezien de Awr slechts in de mogelijkheid voorziet bezwaar te maken tegen een belastingaanslag of een bij wetsduiding aangeduide voor bezwaar vatbare beschikking.
In de Algemene douanewet komt bijna geen ander bestuursorgaan meer voor dan de inspecteur of de ontvanger. In wettelijke bepalingen
komen behalve de begrippen inspecteur of ontvanger ook de begrippen douaneautoriteit, bevoegde autoriteit of douanedienst.
Artikel 1, lid 3, letter c van de Algemene douanewet bepaalt dat ook onder deze begrippen wordt verstaan de inspecteur dan wel de ontvanger.
Wanneer bij een bepaling in de communautaire wetgeving geen functionaris is aangewezen maar de bepaling in de lijdende vorm
is gesteld zoals bijvoorbeeld het geval is in artikel 8 CDW, moet worden aangenomen dat de beslissing door de douaneautoriteit,
dus veelal de inspecteur is genomen tenzij uit de context blijkt dat dit niet het geval kan zijn.
De Algemene douanewet opent de mogelijkheid om functionarissen die niet ressorteren onder de rijksbelastingdienst voor de uitvoering van een nader omschreven taak aan te wijzen als inspecteur of ontvanger. Dit onderdeel van het Handboek Douane heeft echter alleen betrekking op bezwaar en beroep tegen beschikkingen die door de douane zijn afgegeven.
Bezwaarschrift tegen meerdere beschikkingen
Op grond van 8:2 Algemene douanewet juncto artikel 24a Algemene wet inzake rijksbelastingen kan tegen meerdere beschikkingen één bezwaarschrift ingediend worden.
Naar boven2.1.2 Wie kan een bezwaarschrift indienen
Belanghebbende
Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen op grond van artikel 8:1 Algemene wet bestuursrecht. Op grond van artikel 7:1 Algemene wet bestuursrecht moet degene aan wie het recht is toegekend tegen een besluit beroep op een administratieve rechter in te stellen eerst bezwaar maken bij het bestuursorgaan dat de beslissing genomen heeft.
Onder het maken van bezwaar wordt verstaan: het "gebruik maken van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit genomen heeft" (artikel 1:5 Algemene wet bestuursrecht). Dit houdt in dat als in een wettelijk voorschrift een bevoegdheid beschreven is, iemand die aan de beschrijving voldoet bezwaar kan maken.
Een voorbeeld hiervan is artikel 26 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Daar wordt belanghebbende het recht toegekend om beroep in te stellen tegen bijvoorbeeld een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking. Door de regeling van artikel 8:2, de leden 2 en 3 geldt dit ook voor de beschikkingen die op grond van het CDW en de Algemene douanewet zijn genomen en voor uitnodigingen tot betaling.
Het CDW bepaalt echter in artikel 243, lid 1 de kring van personen die gerechtigd zijn bezwaar en beroep in te stellen. Daarom is in artikel 8:1 van de Algemene douanewet artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing verklaard. Hierdoor ontstaat er een - in ieder geval - theoretisch verschil tussen de belanghebbende bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht en de persoon die het recht heeft bezwaar en beroep in te stellen bedoeld in het CDW. In het geval van de Awb wordt een persoon een belanghebbende indien deze rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Ingevolge het CDW dient een persoon niet alleen rechtstreeks maar ook individueel te worden geraakt.
In 2.1.3 is een tabel te vinden waarin de verschillende wettelijke voorschriften vermeld staan. In het algemeen is het zo dat degene tot wie de beschikking gericht is, beroep in kan stellen, en dus eerst bezwaar moet maken.
Vertegenwoordiger
Als een persoon bezwaar wil maken hoeft hij dit niet altijd zelf te doen. Hij kan zich laten vertegenwoordigen. U kunt daarbij
van de vertegenwoordiger een schriftelijke machtiging verlangen.
(artikel 2:1 Algemene wet bestuursrecht en artikel 1:8 Algemene douanewet)
Weigering vertegenwoordiging
Alleen in uitzonderingsgevallen kunt u de vertegenwoordiging om geldige redenen weigeren (artikel 2:2 Algemene wet bestuursrecht; paragraaf 9 Besluit Fiscaal Bestuursrecht (Besluit van 4 april 2011, nr. BLKB2011/265M, Stcrt. nr. 6414).
Deze gevallen kunnen zich voordoen bij duidelijke en ernstige ondeskundigheid. Ook valt te denken aan vertegenwoordigers die
herhaaldelijk de normale gang van zaken, eventueel onder bedreiging van geweld, verstoren of tegen wie vermoedens bestaan
van het begaan van strafbare feiten.
Het besluit tot weigering wordt genomen door de (plv) regiodirecteur namens de algemeen directeur Douane. Van de weigering
stelt u de belanghebbende en de vertegenwoordiger onverwijld schriftelijk op de hoogte. De weigering is een Awb-beschikking
waartegen bezwaar mogelijk is. Op het bezwaar wordt uitspraak gedaan door de (plv.) regiodirecteur, Daarna staat beroep tegen
de uitspraak op bezwaar open bij de rechtbank, sector bestuursrecht. Advocaten kunt u niet als vertegenwoordiger weigeren.
(artikel 2:2 Algemene wet bestuursrecht)
Gevolgen vertegenwoordiging
Het gevolg van vertegenwoordiging is dat het contact tussen de belanghebbende en de Belastingdienst via de vertegenwoordiger loopt. De vertegenwoordiger kan alle bevoegdheden van de belanghebbende uitoefenen voor zover deze binnen de volmacht blijven. De belanghebbende is dan gebonden aan de handelingen van zijn vertegenwoordiger.
Een ander gevolg is dat u alle stukken die betrekking hebben op de zaak, in de bezwaarfase in ieder geval aan de vertegenwoordiger moet toezenden (artikel 6:17 Algemene wet bestuursrecht). Doe dit, om misverstanden te voorkomen, wel op naam van de vertegenwoordigde, per adres van de vertegenwoordiger.
Dit betekent niet dat alle contacten tussen de Belastingdienst en de belanghebbende altijd via de vertegenwoordiger moeten lopen. Het kan voorkomen dat bepaalde informatie alleen door de belanghebbende zelf gegeven kan worden. De vertegenwoordiger wordt echter altijd van de gang van zaken op de hoogte gehouden.
Let op
Als aan een bezwaar wordt tegemoet gekomen en dit leidt tot een terugbetaling/kwijtschelding, is de beschikking die het systeem Douane Heffing verstuurt de uitspraak op het bezwaarschrift. Deze wordt naar belanghebbende gezonden. De aanvullende motivering stuurt u naar de vertegenwoordiger.
Domiciliekeuze
Wanneer iemand die niet in Nederland woont bezwaar wil maken, bijvoorbeeld een reiziger die tijdelijk in Nederland was of
een aangever uit een andere lidstaat, dan moet hij domicilie in Nederland kiezen (artikel 12:2 Algemene douanewet). Dit betekent dat hij een correspondentieadres in Nederland moet opgeven aan de douane zodat alle correspondentie daar naartoe
kan worden gestuurd. Hiervoor kan bijvoorbeeld een ambassade opgegeven worden.
Kiest hij ondanks deze verplichting toch geen domicilie in Nederland dan leidt dit overigens nog niet tot niet-ontvankelijkheid.
U stuurt uw stukken dan naar het buitenlandse adres, waarbij u belanghebbende er wel schriftelijk op wijst dat het risico
van vertraagde ontvangst van die stukken bij belanghebbende ligt.
2.1.3 Bij wie is bezwaar mogelijk
De hoofdregel is dat bezwaar mogelijk is bij het bestuursorgaan dat de beschikking genomen heeft (artikel 1:5 Algemene wet bestuursrecht).
Om de vraag te beantwoorden bij wie bezwaar moet worden ingediend moet altijd eerst nagegaan worden wie de bestreden beschikking genomen heeft.
Nr. |
Voor bezwaar vatbare beschikking |
Bezwaar bij |
Vindplaats |
---|---|---|---|
1 |
|
Inspecteur |
Artikel 8:2 en 8:4 Algemene douanewet juncto artikel 26 Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto artikelen 6:4 en 7:1 Algemene wet bestuursrecht. |
2 |
uitnodiging tot betaling of beschikking op verzoek om terugbetaling of kwijtschelding met betrekking tot anti-dumpingheffingen of compenserende heffingen |
Inspecteur (in voorkomend geval in overleg met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie |
Artikel 8:2 en 8:4 Algemene douanewet juncto artikel 26 Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto artikelen 6:4 en 7:1 Algemene wet bestuursrecht. |
3 |
uitnodiging tot betaling of beschikking op verzoek om terugbetaling of kwijtschelding met betrekking tot heffingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid |
Inspecteur die ressorteert onder de rijksbelastingdienst (Douane) (hierna: douane-inspecteur) / als inspecteur aangewezen productschap |
Artikel 8:2 en 8:4 Algemene douanewet juncto artikel 26 Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto artikelen 6:4 en 7:1Algemene wet bestuursrecht |
4 |
beschikkingen ter zake van landbouwrestituties |
Bevoegde productschap |
Artikel 8:2 en 8:4 Algemene douanewet juncto artikel 26 Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto artikelen 6:4 en 7:1 Algemene wet bestuursrecht (beroep echter bij CBB - zie artikel 8:3 Algemene douanewet |
Degene die het bezwaarschrift feitelijk behandelt moet een ander zijn dan degene die de oorspronkelijke beslissing genomen heeft. Dit om vooringenomenheid te voorkomen (artikel 7:5, lid 1 en 10:3, lid 3, Algemene wet bestuursrecht).
ad 1. Uitnodiging tot betaling, andere beschikkingen als bedoeld in artikel 4 aanhef en onder 5 van het CDW, en beschikkingen die zijn genomen op grond van de Algemene douanewet en beschikkingen die zijn genomen op grond van een regeling genoemd in de bijlage bij de artikelen 1:1 en 1:3, onder B, van de Algemene douanewet), de (artikel 8:2 Algemene douanewet en de artikelen 22j tot en met 25b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen)
Als iemand bezwaar heeft tegen een uitnodiging tot betaling, een andere beschikking als bedoeld in artikel 4, aanhef en onder 5 CDW, of een beschikking die door de inspecteur is genomen op grond van de Algemene douanewet kan hij een bezwaarschrift indienen bij de inspecteur die de beschikking heeft genomen.
ad 2. Uitnodiging tot betaling of beschikking op verzoek om terugbetaling of kwijtschelding met betrekking tot anti-dumpingheffingen of compenserende heffingen
Met betrekking tot deze specifieke uitnodiging tot betaling of beschikking geldt hetgeen gesteld is onder ad 1., met dien verstande dat in voorkomend geval het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de inspecteur adviseert bij de behandeling van het bezwaarschrift of de beroepsprocedure. Zie voor de afspraken met het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie onderdeel 1.02.00 van dit Handboek.
ad 3. Uitnodiging tot betaling of beschikking op verzoek om terugbetaling of kwijtschelding met betrekking tot belastingen bij invoer die zijn vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of in dat van de specifieke regelingen die op bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen van toepassing zijn
De hier bedoelde uitnodigingen tot betalingen of beschikkingen zijn respectievelijk opgelegd of genomen door de douane-inspecteur
of door het als inspecteur aangewezen productschap (als het productschap gemandateerd is om die taak namens de inspecteur
uit te voeren.
Bij wie het bezwaar moet worden ingediend hangt af van wie de heffing heeft opgelegd of de beschikking genomen heeft. Is de
heffing opgelegd of de beschikking genomen door de douane-inspecteur dan moet het bezwaarschrift bij deze inspecteur ingediend
worden. Zie voor de afhandeling van deze bezwaarschriften hetgeen beschreven is onder ad 1. Heeft het als inspecteur aangewezen
productschap de heffing opgelegd of de beschikking genomen dan beslist het namens de inspecteur productschap en moet het bezwaarschrift
ook bij het productschap ingediend worden.
Ad 4. Beschikkingen ter zake van landbouwrestituties
Met betrekking tot de restituties, subsidies en waarborgsommen zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van de Algemene douaneregeling zijn de productschappen aangewezen als inspecteur (artikel 1:9 Algemene douaneregeling). Het bezwaar moet worden ingediend bij het productschap.
Naar boven2.1.4 Binnen welke termijn is bezwaar mogelijk?
Verplichte bezwaarclausule
Op iedere schriftelijke beschikking waartegen bezwaar open staat, moet de bezwaarclausule vermeld zijn. De belastingplichtige
moet immers geïnformeerd worden, hoe en binnen welke termijn hij bezwaar kan indienen. De verschillende bezwaarclausules zijn
vermeld in bijlage 1.
(artikel 3:45 Algemene wet bestuursrecht en voor bindende oorsprongsinlichtingen en bindende tariefinlichtingen artikel 7 TVo. CDW)
Let op
Het vermelden van de bezwaarclausule geldt niet voor mondelinge beschikkingen.
(artikel 1:18, lid 6, Algemene douanewet)
Aanvang termijn
De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is zes weken (artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht).
Deze termijn begint in afwijking van artikel 6:8 Algemene wet bestuursrecht, met ingang van de dag na die van dagtekening
van het aanslagbiljet of een voor bezwaar vatbare beschikking tenzij de dag van dagtekening voor de dag van bekendmaking ligt
(artikel 22j, letter a Algemene wet inzake rijksbelastingen).
Het moment van bekendmaking is het moment dat de Belastingdienst de beschikking of de uitnodiging tot betaling ter post bezorgt
(Bron: Memorie van Toelichting Algemene wet bestuursrecht 1e tranche, pagina 126).
Als de inspecteur artikel 221, lid 2 van het CDW toepast, wordt de douaneaangifte aangemerkt als een op een aanslagbiljet
vermelde uitnodiging tot betaling. De datum van vrijgave van de goederen geldt dan als dagtekening van het aanslagbiljet en
van de vaststelling van de uitnodiging tot betaling.
(artikel 7:6, lid 5, Algemene douanewet)
Bezwaar per fax
Gegeven het feit dat de fax technisch niet kan voldoen aan de vereisten voor vertrouwelijkheid en ondertekening wordt de fax
niet opengesteld voor het indienen van (pro-forma) bezwaarschriften. Dit heeft tot gevolg dat bezwaren die desondanks per
fax worden ontvangen, worden geweigerd. De elektronische vorm van het bericht wordt opgevat als verzuim, dat kan worden hersteld
door een fysiek exemplaar te overleggen. Belanghebbende wordt gewezen op de vereiste nazending van het bezwaarschrift per
post. Daartoe wordt een aanvullende termijn gesteld om de aanvraag of het bezwaarschrift alsnog per post te verzenden. De
datum van ontvangst van het elektronische bericht geldt als ontvangstdatum, als het verzuim wordt hersteld binnen de daartoe
gestelde termijn. In geval een bezwaarschrift wordt ontvangen via een niet opengesteld kanaal, wordt naast het weigeringsbericht
tevens een nadere verduidelijking per post verzonden. Met deze verduidelijking wordt beoogd verdere discussie over de tijdigheid
te voorkomen. Verzending aan (beroepsmatige) vertegenwoordigers kan tot één of enkele exemplaren beperkt blijven.
(Besluit van 27 april 2005, nr. CPP2004/2807M)
Bezwaar te vroeg
Hoofdregel is dat een bezwaarschrift dat voor de aanvang van de termijn ontvangen wordt niet-ontvankelijk is. Hierop zijn echter twee uitzonderingen:
-
de beschikking waartegen het bezwaar zich richt, is al genomen of;
-
de beschikking is nog niet genomen, maar de indiener kon redelijkerwijs menen dat de beschikking wel genomen was.
U kunt de behandeling van het bezwaarschrift dan aanhouden tot het begin van de termijn, als dat gewenst is. Bijvoorbeeld
om extra werk te voorkomen en de beschikking toch zeer binnenkort genomen wordt.
(artikel 6:10 Algemene wet bestuursrecht)
Bezwaar tijdig
Het bezwaarschrift is tijdig ingediend:
-
als de Belastingdienst het voor het einde van de termijn ontvangt;
-
als de belanghebbende het voor het einde van de termijn op de post heeft gedaan. Het bezwaarschrift moet dan wel binnen een week na afloop van de termijn ontvangen zijn (artikel 6:9 Algemene wet bestuursrecht).
De wetgever heeft er uitdrukkelijk voor gekozen om een onderscheid te maken tussen bezwaarschriften die belastingplichtige
bij een bestuursorgaan afgeeft en bezwaarschriften die per post worden verzonden.
Bij verzending per post kan een bezwaarschrift tot een week na afloop van de termijn nog tijdig zijn, op voorwaarde dat het
voor het einde van de termijn ter post is bezorgd.
Bezwaar te laat
Hoofdregel is dat een bezwaarschrift dat na het verstrijken van de termijn ontvangen is, niet-ontvankelijk is. Echter hierop zijn twee uitzonderingen.
-
De aangever kan treft redelijkerwijs geen verwijt dat het bezwaar te laat is aangekomen; hij beroept zich op artikel 6:11 Algemene wet bestuursrecht.
-
Het bezwaarschrift was eerder tijdig binnengekomen bij een onbevoegd bestuursorgaan. In dat geval is het tijdstip van indiening bij dat bestuursorgaan bepalend, behalve als er sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. (artikel 6:15 Algemene wet bestuursrecht)
Wordt het bezwaarschrift wel ingediend bij de Belastingdienst maar niet bij het juiste (regio)kantoor dan wordt de datum van binnenkomst bij dat andere kantoor altijd als datum van binnenkomst aangehouden.
Termijnen zijn van openbare orde
Als het bezwaarschrift te laat is ontvangen en bovenstaande uitzonderingen niet van toepassing zijn zal het bezwaar niet-ontvankelijk moeten worden verklaard en wordt het zover mogelijk (ambtshalve) in behandeling genomen. Zou het bezwaar bij termijnoverschrijding toch als ontvankelijk worden behandeld, dan zal de rechter het bezwaar alsnog niet-ontvankelijk verklaren (Zie bijvoorbeeld HR 20 september 2002 (Nr. 37 200) BNB 2002/366 en UTC 94/23, 94/24, 94/36, 95/41).
Niet-ontvankelijk bezwaarschrift dat een verzoek om terugbetaling omvat
Wanneer een bezwaarschrift niet-ontvankelijk is maar ertoe strekt dat het nagevorderde bedrag geheel of gedeeltelijk zou moeten
worden kwijtgescholden dan wel worden terugbetaald, omdat dat bedrag wettelijk niet verschuldigd was, neemt u het bezwaarschrift
ambtshalve in behandeling als een verzoek om terugbetaling in de zin artikel 236 van het CDW.
Ook in andere gevallen waarin het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard, wordt het zover mogelijk (ambtshalve) in behandeling
genomen.
2.1.5 Aan welke formele eisen moet een bezwaarschrift voldoen?
Het bezwaarschrift moet aan de twee onderstaande eisen voldoen.
-
Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, en tenminste bevatten:
Aan de motivering van het bezwaarschrift mogen geen al te hoge eisen worden gesteld. (HR 25 juli 2000, nr. 34990 BNB 2000/333)-
naam en adres van de indiener;
-
de dagtekening;
-
de gronden van het bezwaar;
-
een omschrijving en/of een afschrift van de beschikking waartegen het bezwaar gericht is.
-
-
Indien het bezwaarschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het bezwaar noodzakelijk is moet de indiener zorgdragen voor een vertaling. (artikel 6:5 Algemene wet bestuursrecht).
Let op:
Bij een niet-gemotiveerde beschikking hoeft belanghebbende zijn bezwaar niet te motiveren (HR 8 maart 2002, nr. 34993; BNB 2002/224).
Wanneer een bezwaarschrift niet voldoet aan bij de wet gestelde vereisten voor het in behandeling nemen van het bezwaar dan wordt het niet-ontvankelijk verklaard mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn (artikel 6:6 Algemene wet bestuursrecht).
De termijn die aan belanghebbende wordt gegeven om het verzuim te herstellen bedraagt vier weken. Daarna wordt belanghebbende gerappelleerd en krijgt hij nog twee weken na het verstrijken van de eerste termijn (paragraaf 114 Besluit Fiscaal Bestuursrecht)
De termijn voor het herstellen van een verzuim schort de behandelingstermijn op wanneer het bezwaarschrift niet in behandeling kan worden genomen. Geeft u bijvoorbeeld vier weken voor het herstellen van een verzuim dan stopt de termijn voor behandeling op het moment dat u die termijn geeft en gaat pas weer lopen als het verzuim hersteld is of de termijn ongebruikt verstreken is. Geef dit ook expliciet aan in de brief waarin u belanghebbende de nieuwe termijn geeft voor het herstellen van het verzuim (artikel 7:10, lid 2, Algemene wet bestuursrecht).
Naar boven2.1.6 Rechtstreeks beroep
Verzoek in het bezwaarschrift
Wanneer belanghebbende van mening is dat een bezwaarprocedure geen toegevoegde waarde heeft, kan hij verzoeken om rechtstreeks beroep te mogen instellen. Dit verzoek moet in zijn bezwaarschrift zijn opgenomen.
De beoordeling
De mogelijkheid van "rechtstreeks beroep" is bedoeld voor relatief uitzonderlijke gevallen.
De hoofdregel is en blijft dat de bezwaarschriftprocedure moet worden gevolgd alvorens in beroep kan worden gegaan bij de
rechter.
Rechtstreeks beroep is alleen nuttig wanneer op een snelle en eenvoudige wijze kan worden beoordeeld of de bezwaarfase uit
een oogpunt van conflictoplossing of feitenvaststelling daadwerkelijk geen toegevoegde waarde heeft. Indien u twijfelt of
het raadzaam is met het verzoek om rechtstreeks beroep in te stemmen, raadpleegt u het aanspreekpunt van de tafel formeel
recht douane in uw regio en bespreekt u de mogelijkheden eventueel met belanghebbende. Komt u tot de conclusie dat rechtstreeks
beroep toch niet verstandig is, dan kunt u het bezwaarschrift als een gewoon bezwaarschrift behandelen (zie hierna, bij Afwijzing).
De beslissing
U moet eerst beslissen of de zaak geschikt is voor rechtstreeks beroep. Dit is het geval als er in de primaire fase al een uitputtende gedachtenwisseling heeft plaatsgevonden of als er over de vaststelling en interpretatie van de feiten geen verschil van mening bestaat, maar partijen toch een rechterlijke beslissing nodig hebben over een rechtsvraag. Dit zou het geval kunnen zijn als u vanwege de voorafgaande contacten er van overtuigd bent dat uw standpunt niet zal veranderen en dat belanghebbende tegen uw uitspraak zeker in beroep zal komen.
Afwijzing
Er is één wettelijke grond waarop rechtstreeks beroep moet worden geweigerd:
-
als tegen het besluit een ander bezwaarschrift is ingediend waarin een zelfde verzoek ontbreekt, tenzij dat andere bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is.
Wanneer het verzoek wordt afgewezen, moet u de normale bezwaarprocedure volgen. Als de belanghebbende naar aanleiding van zijn bezwaarschrift wordt gehoord, dan moet de afwijzende beslissing uiterlijk tegelijkertijd met de uitnodiging voor de hoorzitting aan de verzoeker bekend worden gemaakt.
Toestemming
Als u met het verzoek instemt, moet u het bezwaarschrift onverwijld doorsturen naar de bevoegde rechter, waarna het wordt getransformeerd tot een beroepschrift. De belanghebbende hoeft dan geen apart beroepschrift meer in te dienen. Hij is dan wel griffierecht verschuldigd.
Terugverwijzing
De rechter wijst de zaak terug als u kennelijk ten onrechte met het verzoek heeft ingestemd. De rechter beoordeelt of in een
zaak ten onrechte de toegevoegde waarde van de bezwaarprocedure is miskend.
Tegen deze terugverwijzing is geen hoger beroep of cassatie mogelijk.
De termijn om op een bezwaarschrift te beslissen in geval van terugverwijzing door de rechtbank is niet korter dan in de overige
gevallen. Dan geldt namelijk ook de beslistermijn van artikel 7:10, maar dan te rekenen vanaf de datum van de uitspraak van
de rechtbank (artikel 8:54a, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht).
Rechtstreeks beroep bij niet tijdig beslissen
Een bijzondere vorm van rechtstreeks beroep is aan de orde wanneer een belanghebbende in beroep wil gaan tegen het niet tijdig
nemen van een beslissing op een verzoek of het doen van een uitspraak op een bezwaarschrift. Hij hoeft dan niet eerst een
bezwaarschrift in te dienen tegen het niet tijdig beslissen, maar kan rechtstreeks in beroep gaan. Wel moet hij het bestuursorgaan
veelal eerst in gebreke stellen.
Zie voor het rechtstreeks beroep bij niet tijdig beslissen verder paragraaf 7.2 van dit onderdeel van dit Handboek.
2.1.7 Horen belanghebbende
Op grond van artikel 7:2 Algemene wet bestuursrecht stelt een bestuursorgaan, voordat het op het bezwaar beslist, belanghebbende
in de gelegenheid om te worden gehoord.
In artikel 25, lid 1, Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt hierop een uitzondering gemaakt. Daar staat dat belanghebbende op zijn verzoek gehoord wordt. Dat neemt niet weg dat
u belanghebbende actief wijst op de mogelijkheid om te worden gehoord. Zo wordt in de ontvangstbevestiging op de mogelijkheid
om te worden gehoord gewezen.
(zie ook paragraaf 12 Besluit Fiscaal Bestuursrecht)
Wie hoort?
Op grond van artikel 7:5 Algemene wet bestuursrecht mag degene die het oorspronkelijke besluit genomen heeft belanghebbende niet horen. Als het horen door meer personen gebeurt
mag deze persoon wel aanwezig zijn, maar niet de leiding hebben. Nemen aan het horen meer personen deel, dan mag de meerderheid
van die personen niet bij de oorspronkelijke besluitvorming betrokken zijn geweest.
In artikel 25, lid 2, Algemene wet inzake rijksbelastingen is hier op een uitzondering gemaakt. Daar staat dat in uitzonderingsgevallen
het horen wel mag geschieden door degene die het oorspronkelijke besluit genomen heeft. Zo'n uitzonderingsgeval doet zich
voor als belanghebbende uitdrukkelijk verzoekt om behandeling door dezelfde ambtenaar.
Doel van het horen
Het is van groot belang om in de bezwaarfase de feiten goed op een rij te krijgen om te komen tot een goede heroverweging van de oorspronkelijke beslissing. Het horen heeft dan ook twee redenen:
-
U kunt een goed gefundeerde beslissing nemen.
-
De belanghebbende krijgt de gelegenheid zijn standpunt nogmaals mondeling toe te lichten.
Afzien van het horen
U kunt van het horen afzien als:
-
het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is;
-
de belanghebbende heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord;
-
volledig aan het bezwaar tegemoet wordt gekomen;
-
het bezwaar kennelijk ongegrond is.
(artikel 7:3 Algemene wet bestuursrecht)
Hoe moet gehoord worden?
Een hoorgesprek kan niet telefonisch worden gevoerd. Wel kan het zo zijn dat belanghebbende na telefonisch contact met de inspecteur van mening is dat hij zijn zaak voldoende heeft toegelicht en afziet van een hoorgesprek (paragraaf 12 Besluit Fiscaal Bestuursrecht)
Inzien stukken
Belanghebbende krijgt voordat hij gehoord wordt, tenminste - indien nodig - een week voor het horen, de gelegenheid de stukken
die betrekking hebben op de zaak, in te zien.
Bij de oproeping wordt vermeld waar en wanneer de stukken ter inzage liggen. Belanghebbenden kunnen van deze stukken tegen
vergoeding van ten hoogste de kosten afschrift verkrijgen. (artikel 7:4 Algemene wet bestuursrecht)
Verslag van het horen
Degene die de belanghebbende gehoord heeft, maakt een verslag van het horen dagtekent en ondertekent het verslag. Hij stuurt vervolgens een kopie van het verslag naar de belanghebbende of zijn vertegenwoordiger. Belanghebbende krijgt de gelegenheid te reageren op het verslag.
Als de belanghebbende het niet eens is met de inhoud van het verslag, kan hij u hierover inlichten. Maak hiervan een aantekening
in het verslag.
Belanghebbende kan geen formeel bezwaar indienen tegen het verslag.
Intrekking van het bezwaarschrift
Belanghebbende kan zijn bezwaar schriftelijk intrekken. Ook kan hij dit tijdens het horen mondeling doen (artikel 6:21 Algemene wet bestuursrecht). Als hij dit doet legt u dit vast in het verslag.
Nieuwe feiten
Als ná het horen nieuwe feiten aan de dag komen die van groot belang zijn voor de zaak, stelt u de belanghebbende hiervan op de hoogte. Als hij daarom verzoekt, hoort u de belanghebbende opnieuw.
Naar boven2.1.8 Eenheid van beleid en uitvoering
U beoordeelt het bezwaar.
Bij de beoordeling van het bezwaar kijkt u of sprake is van een rechtsvraag zoals bedoeld in paragraaf 2 Besluit Ficaal Bestuusrecht. Als het geschil een rechtsvraag blijkt te bevatten die ten onrechte nog niet aan het Landelijk Kantoor Douane of de desbetreffende kennisgroep is voorgelegd dan legt u de rechtsvraag alsnog onverwijld voor aan het Landelijk Kantoor Douane of die kennisgroep.
Naar boven2.1.9 De uitspraak
Wanneer voldoende gegevens verzameld zijn om het bezwaarschrift zorgvuldig te beoordelen doet u een uitspraak. Bij het doen van de uitspraak zijn een aantal zaken van belang die in deze paragraaf worden besproken te weten;
-
één uitspraak op één bezwaarschrift;
-
termijn voor het doen van een uitspraak;
-
mogelijke uitspraken;
-
inhoud van de uitspraak;
-
motivering van de uitspraak.
Eén uitspraak op één bezwaarschrift
U kunt slechts één uitspraak doen op één bezwaarschrift. Het is niet mogelijk een eenmaal gedane uitspraak in te trekken en
te laten volgen door een nieuwe uitspraak. Daarnaast kan één uitspraak slechts betrekking hebben op één bezwaarschrift. Het
is niet mogelijk om één uitspraak te doen op meer dan één bezwaarschrift.
Wel kunnen meerdere uitspraken in één geschrift worden vervat, mits het bezwaren betreft die ook in één geschrift zijn ingediend
(artikel 25, lid 4, Algemene wet inzake rijksbelastingen).
Termijn voor het doen van de uitspraak
-
binnen 6 weken
Hoofdregel is dat de uitspraak moet worden gedaan binnen 6 weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het
indienen van het bezwaarschrift is verstreken (artikel 7:10, lid 1, Algemene wet bestuursrecht).
In beginsel moeten alle bezwaarschriften binnen zes weken worden afgedaan (uiteraard exclusief opschortingstermijnen).
-
opschorting
De termijn wordt opgeschort wanneer belanghebbende een verzuim moet herstellen. De termijn stopt dan met lopen met ingang
van de dag dat u belanghebbende een termijn geeft om het verzuim te herstellen. De termijn begint weer te lopen wanneer belanghebbende
het verzuim heeft hersteld of wanneer die termijn voor herstel ongebruikt is verstreken.
(artikel 6:6, Algemene wet bestuursrecht)
Naast de opschorting in geval van vormverzuimen kent de Algemene wet bestuursrecht nog enkele andere redenen die tot opschorting
van de termijn kunnen leiden. Deze zijn opgenomen in artikel 4:15 Algemene wet bestuursrecht. Het gaat om de volgende gevallen:
-
voor het doen van de uitspraak op bezwaar is noodzakelijke informatie aan een buitenlandse instantie is gevraagd, In dat geval wordt de termijn opgeschort tot de dag waarop u deze informatie heeft ontvangen of verder uitstel niet meer redelijk is.
-
zolang de vertraging aan de belanghebbende kan worden toegerekend. De situatie kan zich voordoen dat u niet tijdig zal kunnen beslissen omdat de belanghebbende enkele dagen voor afloop van de beslistermijn nog omvangrijke pakketten nadere gegevens opstuurt, of omdat belanghebbende zelf bij herhaling om uitstel van een hoorzitting of om nader onderzoek heeft gevraagd en u daarmee heeft ingestemd.
-
zolang u door overmacht niet in staat bent uitspraak op bezwaar te doen. Hiervan zal niet snel sprake zijn. Het moet gaan om een zeer uitzonderlijke situatie die buiten uw eigen invloedsfeer ligt. Het zou zich bijvoorbeeld voor kunnen doen wanneer uw kantoor door brand is verwoest.
In geval van overmacht deelt u zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de belanghebbende(n) mee dat de beslistermijn is opgeschort, en ook binnen welke termijn de uitspraak wel tegemoet kan worden gezien.
Indien de opschorting eindigt, stelt u belanghebbende(n) daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte, onder vermelding van de termijn binnen welke de uitspraak op bezwaar alsnog wordt gegeven.
-
binnen 12 weken
Wanneer de uitspraak niet binnen zes weken gedaan kan worden dient u belanghebbende daarvan voor het verstrijken van die termijn schriftelijk op de hoogte te stellen onder vermelding van de redenen voor de vertraging. U kunt de termijn waarbinnen de uitspraak moet worden gedaan verdagen met een periode van 6 weken (artikel 7:10, lid 3 Algemene wet bestuursrecht).
-
verlenging
Nadat de termijn van 12 weken is verstreken is verder uitstel mogelijk voor zover de indiener van het bezwaarschrift daarmee
heeft ingestemd en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad of ermee instemmen (artikel 7:10, lid 4 Algemene wet bestuursrecht).
Vóór het verstrijken van de termijn van twaalf weken stemt u dit uitstel met de belanghebbende(n) af en legt dit vervolgens
schriftelijk in een brief aan belanghebbende vast, waarbij u ook de reden voor het uitstel aangeeft. U verzoekt belanghebbende(n)
een getekend exemplaar van deze afspraak aan u terug te zenden.
Ook is uitstel mogelijk voor zover dit nodig is in verband met de naleving van wettelijke procedurevoorschriften. Een voorbeeld
van zo’n wettelijk voorschrift is artikel 7:9 Algemene wet bestuursrecht. Tijdens of na afloop van de hoorzitting kunnen nieuwe feiten of gewijzigde omstandigheden bekend worden die van groot belang
kunnen zijn voor de uitspraak op bezwaar. In dat geval wordt belanghebbende in de gelegenheid gesteld hierover (opnieuw) te
worden gehoord. Daardoor kan de termijn in gevaar komen. In zo’n geval maakt artikel 7:10, lid 4 onderdeel c Algemene wet bestuursrecht verder uitstel mogelijk.
Vóór het verstrijken van de termijn van twaalf weken stemt u dit uitstel met de belanghebbende(n) af en legt dit vervolgens
schriftelijk in een brief aan belanghebbende(n) vast, waarbij u ook de reden voor het uitstel aangeeft.
Mogelijke uitspraken
De volgende uitspraken op een bezwaarschrift zijn mogelijk, te weten:
-
Niet-ontvankelijk verklaren.
-
Afwijzen.
-
(Gedeeltelijk) Toewijzen.
1. Niet-ontvankelijk verklaren
Hoe u tot niet-ontvankelijk verklaring komt wordt besproken in paragraaf 2.2.2. Wanneer u een bezwaarschrift niet-ontvankelijk
verklaart kleven er formele gebreken aan het bezwaarschrift. Dit kunnen de volgende gebreken zijn:
-
tegen de beslissing is geen bezwaar mogelijk (zie paragraaf 2.1.1);
-
het bezwaarschrift is ingediend door een onbevoegde persoon (zie paragraaf 2.1.2);
-
het bezwaarschrift is niet tijdig ingediend (zie paragraaf 2.1.4);
-
het bezwaarschrift voldoet niet aan de formele eisen van artikel 6:5 Algemene wet bestuursrecht (zie paragraaf 2.1.5).
Wanneer u een bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaart komt u in principe niet aan de inhoudelijke beoordeling van het bezwaarschrift toe. Toch kijkt u of er redenen zijn om ambtshalve aan het bezwaar tegemoet te komen, bijvoorbeeld door terugbetaling te verlenen. Daarbij houdt u rekening met de termijnen die gelden voor een verzoek om terugbetaling (zie hiervoor het onderdeel terugbetaling onder nummer 31.00.00 van dit Handboek).
2. Afwijzen
U wijst een bezwaarschrift af wanneer de inhoudelijke beoordeling daartoe aanleiding geeft. Wanneer u een bezwaarschrift gaat
afwijzen neemt u altijd eerst contact op met belanghebbende.
3. (Gedeeltelijk) Toewijzen
U wijst een bezwaarschrift (eventueel gedeeltelijk) toe wanneer de inhoudelijke beoordeling daarvoor aanleiding geeft. U herroept
daarbij de bestreden beschikking en neemt in plaats daarvan een nieuwe beschikking (artikel 7:11 Algemene wet bestuursrecht).
Inhoud van de uitspraak
motivering
Hoofdregel is dat de uitspraak op een deugdelijke motivering dient te berusten die bij de bekendmaking van de beslissing wordt vermeld (artikel 6, lid 3, CDW en artikel 7:12 Algemene wet bestuursrecht). Naast de gronden waarop de uitspraak berust vermeldt u altijd het betreffende wetsartikel.
geheimhoudingsplicht
In de uitspraak verwijst u niet naar het standpunt van een kennisgroep, mededelingen, brieven of andere niet algemeen gepubliceerde
informatie. Verder houdt u rekening met de geheimhoudingsplicht.
(artikel 15 CDW en artikel 1:5 Algemene douanewet).
ondertekening
De uitspraak dagtekent u en ondertekent u namens het bevoegde bestuursorgaan. De bevoegdheid tot het doen van een uitspraak
op een bezwaarschrift ligt bij de inspecteur.
(artikel 1:3, lid 1, letter c, Algemene douanewet)
beroepsclausule
Vermeld altijd de beroepsclausule zoals opgenomen in bijlage 1.
(artikel 6, lid 3, CDW, artikel 1:5 Algemene douanewet en artikel 6:23 Algemene wet bestuursrecht)
2.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden
In deze paragraaf zijn de procedures en de ambtelijke werkzaamheden te vinden die horen bij de afhandeling van een bezwaarschrift. Achtereenvolgens komen aan de orde:
-
behandeling bezwaarschrift bij binnenkomst (paragraaf 2.2.1);
-
is het bezwaarschrift ontvankelijk? (paragraaf 2.2.2);
-
vermindering dubbele bezwaarschriften/beroepschriften (paragraaf 2.2.3);
-
horen belanghebbende (paragraaf 2.2.4);
-
uitspraak (paragraaf 2.2.5);
-
administratieve afwerking (paragraaf 2.2.6);
-
vervolghandelingen (paragraaf 2.2.7).
2.2.1 Behandeling bezwaarschrift bij binnenkomst
Bewerking door de administratie
Als een bezwaarschrift binnenkomt, doet u het volgende:
-
1a. Voorzie het bezwaarschrift van een stempel met de datum van binnenkomst. Voeg de envelop met het poststempel bij het dossier.
- 1b. Maak, als het een geschil betreft inzake anti-dumpingheffingen of compenserende heffingen een kopie van het bezwaarschrift en zend dit aan de Directeur Handelspolitiek van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (zie dit Handboek, onderdeel 1.02.00).
-
2. Informeer eventueel bij de behandelaar (deze heeft de oorspronkelijke beslissing niet genomen) of het bezwaarschrift door uw kantoor behandeld moet worden of dat het doorgestuurd moet worden naar een ander kantoor of een ander bestuursorgaan (zie paragraaf 2.1.3).
- 3a. Moet het doorgestuurd worden stuur het dan direct door naar het andere kantoor of andere bevoegde instantie (bijvoorbeeld Minister, ander Ministerie of Productschap) en stel de belanghebbende schriftelijk op de hoogte van de doorzending (artikel 7:1, 6:15 Algemene wet bestuursrecht). Boek in dit geval het bezwaarschrift in de administratie als correspondentie, en niet als bezwaarschrift. Wijzig zonodig de boeking in de administratie. De behandeling van het bezwaarschrift stopt hier dan.
-
3b. Is het bezwaarschrift wel voor uw kantoor bestemd voorzie het bezwaarschrift dan van een omslagvel. Zet op dat omslagvel het registratienummer. Neem daarna de volgende stappen.
-
4. Bekijk of in het bezwaarschrift een verzoek wordt gedaan om uitstel van betaling met een vermelding van het bestreden bedrag en de berekening daarvan. Indien dit het geval is, maak dan een kopie van het bezwaarschrift en geef dit aan de afdeling Inning/Invordering tenzij al betaald is. Neem hiervoor contact op met de afdeling Inning. Deze kan dan beoordelen of en onder welke voorwaarden uitstel van betaling verleend wordt. Er kan niet automatisch uitstel van betaling verleend worden als het gaat om douanerechten. (artikel 244 CDW)
-
5. De bevindingen bij verificatie kunnen gebaseerd zijn op een monsteronderzoek. Indien de argumenten van het bezwaar van belanghebbende zich (mede) richten tegen de vaststellingen van het laboratorium, dient u het laboratorium op de hoogte te stellen van het ingediende bezwaar. Het laboratorium zal dan het contramonster langer bewaren.
- 6. Stuur een ondertekende ontvangstbevestiging met onderstaande modeltekst. Overleg met de behandelaar of een verzuim hersteld moet worden. Met de hier niet genoemde Algemene wet bestuursrecht verzuimen wordt soepel omgegaan (artikel 6:14 Algemene wet bestuursrecht). Bewaar een kopie van de ontvangstbevestiging in het dossier.
Modeltekst ontvangstbevestiging met verzoek verzuimherstel
"Hiermee bevestig ik de ontvangst van uw brief waarin u bezwaar maakt tegen bovenvermelde beschikking.
A
Uw bezwaarschrift kan echter nog niet in behandeling genomen worden in verband met het hierna aangekruiste verzuim. Pas als dit verzuim hersteld is kan uw bezwaarschrift in behandeling genomen worden.
-
Een motivering ontbreekt of is onvolledig. U wordt in de gelegenheid gesteld uw bezwaarschrift te motiveren of de motivering aan te vullen.
-
Er ontbreken nog gegevens zonder welke het bezwaarschrift niet behandeld kan worden. U wordt verzocht het bezwaarschrift aan te vullen met de volgende gegevens:
-
(hier nadere gegevens invullen)
-
(hier nadere gegevens invullen)
-
(hier nadere gegevens invullen)
-
-
Het is niet duidelijk tegen welke beschikking het bezwaarschrift gericht is. Leg een afschrift over van de beschikking of omschrijf de beschikking zodat dit duidelijk wordt.
-
Het bezwaarschrift is in een vreemde taal gesteld. U wordt in de gelegenheid gesteld een vertaling in het Nederlands over te leggen.
B
Uw bezwaarschrift kan in behandeling genomen worden maar u dient (één van) de volgende verzuimen te herstellen.
-
U bent niet zonder meer wettelijk bevoegd bezwaar te maken tegen de bestreden beschikking. Er ontbreekt een machtiging voor het indienen van het bezwaarschrift. U dient een machtiging over te leggen.
-
De ondertekening ontbreekt. Onderteken het bezwaarschrift alsnog.
U wordt in de gelegenheid gesteld het verzuim te herstellen. U krijgt hiervoor 4 weken vanaf de dagtekening van deze ontvangstbevestiging.
Herstelt u het verzuim niet binnen de gestelde termijn dan kan uw bezwaarschrift niet-ontvankelijk worden verklaard.
beslistermijn
In beginsel kunt u binnen zes weken na de datum van deze brief een beslissing op uw bezwaarschrift verwachten tenzij het bezwaarschrift nog niet in behandeling kan worden genomen. Als een beslissing dan nog niet mogelijk is (bijvoorbeeld omdat er nog vragen zijn) ontvangt u voor die tijd bericht.
uitstel van betaling
Indien u daarom verzocht heeft krijgt u binnenkort bericht of uitstel van betaling wordt verleend, tot welk bedrag en onder welke voorwaarden.
Het vorenstaande is niet van toepassing als u al betaald heeft.
mondelinge toelichting
U wordt in de gelegenheid gesteld uw standpunt mondeling toe te lichten. Indien u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken, kunt u binnen twee weken na dagtekening van deze ontvangstbevestiging een afspraak maken via bovengenoemd telefoonnummer. U kunt daarbij tevens aangeven of u gebruik wilt maken van uw recht de op de zaak betrekking hebbende stukken vooraf in te zien."
-
5b. Is een verzuim na vier weken nog niet hersteld dan rappelleert u belanghebbende en geeft u hem nog twee weken vanaf de datum van de rappelbrief.
-
6. Geef het dossier aan de behandelaar voor verdere behandeling.
Werkzaamheden afdeling Inning/Invordering:
-
U beoordeelt of en onder welke voorwaarden uitstel van betaling kan worden verleend aan de hand van de kopie van het bezwaarschrift.
- U stelt belanghebbende van uw beslissing op de hoogte met een beschikking. Deze beschikking is ten aanzien van communautaire heffingen voor bezwaar vatbaar op grond van artikel 243 CDW juncto artikel 8:2, lid 6, Algemene douanewet.
-
U geeft de ambtenaar die het bezwaarschrift behandelt een kopie van uw beschikking zodat hij deze bij het dossier kan voegen.
2.2.2 Is het bezwaarschrift ontvankelijk?
Werkzaamheden behandelaar
U behandelt het bezwaarschrift alleen als u de oorspronkelijke beslissing niet genomen heeft. Dit om vooringenomenheid te
voorkomen (artikel 7:5, lid 1, en 10:3, lid 3, Algemene wet bestuursrecht).
De administratie heeft bij binnenkomst van het bezwaarschrift in overleg met u onderzocht of het bezwaarschrift volledig was
en bij constatering van verzuimen aan belanghebbende verzocht deze te herstellen. U behandelt nu dus een bezwaarschrift dat
geen herstelbare verzuimen bevat of waarvoor belanghebbende de gelegenheid heeft gehad de verzuimen te herstellen.
Blijkt dat toch een herstelbaar verzuim over het hoofd is gezien dan geeft u belanghebbende alsnog de gelegenheid het verzuim
te herstellen. Vermeld dat de tijd die nodig is om het verzuim te herstellen de termijn voor afhandeling opschort.
Leg een memo aan, waarin de relevante handelingen, ideeën (inclusief eventuele verwerping) en afwegingen worden vastgelegd. Een dergelijk memo vergemakkelijkt de overname van een dossier en doet ook uitstekend dienst in een eventuele beroepsprocedure.
U gaat nu voordat u het bezwaarschrift inhoudelijk gaat bekijken, beoordelen of het bezwaarschrift ontvankelijk is. Dit doet u door de onderstaande vragen te beantwoorden aan de hand van de in de paragrafen 2.1.1 tot en met 2.1.5 beschreven theorie.
Vraag 1. Is tegen de beslissing bezwaar mogelijk? (2.1.1)
-
Beoordeel of tegen de bestreden beslissing bezwaar mogelijk is.
-
Zo ja, ga verder met vraag 2.
-
Zo nee, verklaar het bezwaarschrift niet-ontvankelijk wanneer het verzuim niet herstelbaar is of belanghebbende het niet binnen de gestelde termijn heeft hersteld.
Vraag 2. Is het bezwaarschrift ingediend door bevoegde persoon? (2.1.2)
-
Beoordeel of het bezwaarschrift is ingediend door de bevoegde persoon.
-
Zo ja, ga verder met vraag 3.
-
Zo nee, verklaar het bezwaarschrift niet-ontvankelijk wanneer het verzuim niet herstelbaar is of belanghebbende het niet binnen de gestelde termijn heeft hersteld.
Vraag 3. Is het bezwaarschrift tijdig ingediend? (2.1.4)
-
Beoordeel of het bezwaar tijdig is ingediend.
-
Zo ja, dan gaat u verder met vraag 4.
-
Zo nee, beoordeel dan of er sprake is van een uitzonderingsgeval waarin het toch ontvankelijk verklaard kan worden. Doe dat als volgt.
Bezwaar te vroeg
-
Als u een bezwaarschrift ontvangt voordat de termijn is begonnen, verklaart u het in principe niet-ontvankelijk. Behalve als:
-
-
de beschikking waartegen het bezwaar zich richt, al genomen is of;
-
de beschikking nog niet genomen was, maar de indiener wel redelijkerwijs kon menen dat de beschikking wel genomen was.
-
-
Ga verder met vraag 4.
Bezwaar te laat
-
Verklaar het bezwaarschrift niet-ontvankelijk wanneer u het ontvangt nadat de termijn verstreken is tenzij 2 hierna;
-
Het bezwaarschrift is op dit punt ontvankelijk als de indiener redelijkerwijs geen verwijt treft dat het bezwaar te laat is aangekomen, en zich dus beroept op artikel 6:11 Algemene wet bestuursrecht.
-
Ga verder met vraag 4.
Vraag 4. Voldoet het bezwaarschrift aan de formele eisen? (2.1.5)
(Artikelen 6:5, 6:6 Algemene wet bestuursrecht)
-
Beoordeel of het bezwaarschrift voldoet aan de formele eisen.
-
Zo ja, ga dan verder met de inhoudelijke beoordeling van het bezwaarschrift.
-
Zo nee, dan kunt u het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren wanneer belanghebbende het niet binnen de hem daartoe gestelde termijn heeft hersteld.
(Ambtshalve) Terugbetaling/kwijtschelding
Als u het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaart, gaat u ambtshalve kort op het bezwaar in, en beoordeelt u of er redenen zijn om (ambtshalve) terugbetaling/kwijtschelding te verlenen als het om een financiële kwestie gaat of dat u anderszins tegemoet kunt komen. Let hierbij wel op de termijnen voor terugbetaling.
(artikel 6:11 Algemene wet bestuursrecht)
Inwinnen nadere inlichtingen belanghebbende
Als u onvoldoende gegevens van belanghebbende heeft om een uitspraak te doen, kunt u hem om nadere gegevens vragen. De tijd
die belanghebbende nodig heeft om de gegevens te verstrekken schort de behandelingstermijn echter niet op. U kunt in dat geval
de termijn verdagen of met belanghebbende een afspraak maken over een nieuwe behandeltermijn. Stel belanghebbende hiervan
schriftelijk op de hoogte.
Als u de belanghebbende gaat horen, dan kan hij die gegevens tot tien dagen vóór het horen verstrekken (artikel 7:4 Algemene wet bestuursrecht).
Inwinnen ambtelijk advies
Beoordeel of het noodzakelijk is advies in te winnen van de ambtenaren die betrokken waren bij het nemen van de beschikking. Als u advies nodig heeft, stuur dan het bezwaarschrift met het omslagvel en eventueel het overgelegde monster naar deze ambtenaren toe. Stel daarbij zoveel mogelijk gerichte vragen. Vermeld dat het advies binnen twee weken gegeven moet worden.
In kennis stellen laboratorium
Controleer of het laboratorium in kennis is gesteld van het ingediende bezwaar als de argumenten zich (mede) richten tegen de vaststellingen van het laboratorium (zie 2.2.1 onder 5). Houd het laboratorium van het verdere verloop van de bezwaarprocedure (en eventuele beroepsprocedure) op de hoogte.
Naar boven2.2.3 Vermindering repeterende bezwaarschriften
Klantafspraken maken
Als er éénmaal een bezwaarschrift of beroepschrift is ingediend dat zich richt op een bepaald onderdeel van een aangifte (bijv. de tariefindeling of de waarde) dan zal de belanghebbende óók bezwaar maken tegen alle volgende aangiften waarin hetzelfde geschilpunt zich voordoet. Dat kunnen heel veel aangiften zijn. Noch de aangever, noch de douane heeft belang bij een grote stapel identieke bezwaarschriften. Daarom is het vaak verstandig om afspraken te maken met de aangever ter voorkoming of ter vermindering van het aantal "dubbele" bezwaarschriften. Deze afspraken moet schriftelijk worden vastgelegd. Deze schriftelijke vastlegging wordt van een dagtekening voorzien en door zowel de inspecteur als door belanghebbende ondertekend. De afspraak wordt gemaakt door de bezwaarbehandelaar omdat deze kan overzien wat in het concrete geval de beste optie is (let op: soms kan een geschil landelijk spelen).
Wat er precies met de belanghebbende wordt afgesproken kan van geval tot geval verschillen. De keuze die wordt gemaakt hangt af van het geschil en soms ook van het aantal belanghebbenden. Enkele mogelijke afspraken die gemaakt zouden kunnen worden (niet limitatief):
-
Belanghebbende spaart zijn bezwaren op, bijvoorbeeld per maand. Artikel 24a AWR maakt het mogelijk om één bezwaarschrift in te dienen tegen meerdere aanslagen of beschikkingen. Dit kan ook een niet-gemotiveerd (pro forma) bezwaarschrift zijn. Voordeel van deze afspraak is dat de omvang van het geschil door u te volgen is, terwijl het aantal bezwaarschriften toch beperkt blijft. Wel blijft u bezwaarschriften ontvangen, die administratief verwerkt moeten worden (boeken, ontvangstbevestiging, etc.) en waarop u op enig moment uitspraak zult moeten doen. Dat kan te zijner tijd eventueel in één geschrift voor alle bezwaarschriften (artikel 25, lid 4, AWR).
-
Belanghebbende dient nog wel telkens een bezwaarschrift in (onder verwijzing naar de procedure die al loopt over het zelfde geschilpunt) maar motiveert deze bezwaarschriften niet. Voordeel van het toch laten indienen van deze pro forma bezwaarschriften is dat de omvang van het geschil, zowel het aantal betrokken aangiften als het financiële belang, door de bezwaarbehandelaar te volgen is. Wel blijft u bezwaarschriften ontvangen, die administratief verwerkt moeten worden (boeken, ontvangstbevestiging, etc) en waarop u op enig moment uitspraak zult moeten doen. Dat kan te zijner tijd eventueel in één geschrift op alle bezwaarschriften (artikel 25, lid 4, AWR).
Te regelen punten in de afspraken
Het is belangrijk om in de te maken afspraken steeds de volgende punten duidelijk vast te leggen.
-
Geef het doel van de regeling aan: bijv. het voorkomen van herhaalde, identieke bezwaarschriften door af te spreken dat over één geval zal worden geprocedeerd, of simpelweg het aanhouden van bezwaarschriften omdat er al een bezwaarschrift/beroepschrift in behandeling is met hetzelfde geschilpunt.
-
In de afspraken moet altijd duidelijk worden vastgelegd dat de douane de uitspraak op bezwaar alleen dán zal volgen voor latere aangiften wanneer in de uitspraak op bezwaar een inhoudelijk oordeel wordt geveld over het geschilpunt. Anders loopt de douane het risico dat zij tot terugbetaling is gehouden omdat het bezwaar is toegewezen, terwijl de toewijzing op heel andere gronden heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld een formeel gebrek, belanghebbende kan niet als schuldenaar aangemerkt worden).
-
Een duidelijke omschrijving van het geschil, bijv. een indelingsgeschil over hartslagmeters zonder klokfunctie zijnde andere ontvangsttoestellen…..; Tariccode…..; op de factuur omschreven als …., artikel nummer….
2.2.4 Horen belanghebbende
U nodigt belanghebbende uit om gehoord te worden. Als belanghebbende daarop niet reageert, neemt u contact met hem op.
Voor het gelegenheid geven tot horen bestaat geen wettelijke termijn. Horen is slechts niet meer mogelijk als u de beslissing
al genomen heeft.
(Paragraaf 12 Besluit Fiscaal Bestuursrecht)
Wanneer belanghebbende heeft verzocht om gehoord te worden gaat u als volgt te werk.
Horen in aparte bijeenkomst
-
U nodigt belanghebbende schriftelijk uit om gehoord te worden.
-
U geeft in de brief aan dat belanghebbende tenminste tot een week voor het horen de tijd heeft om de stukken in te zien die met de zaak te maken hebben. Daarbij geeft u aan waar en wanneer de stukken ingezien kunnen worden.
-
U hoort belanghebbende wanneer u niet bij de totstandkoming van het besluit betrokken bent geweest tenzij het gaat om een uitzonderingsgeval.
-
Op verzoek van belanghebbende hoort u door hem meegebrachte getuigen en deskundigen
Verslag van het horen
-
U maakt van het horen een verslag. Dit bevat een korte weergave van de besproken onderwerpen en de standpunten dienaangaande van de inspecteur en van belanghebbende.
-
U dagtekent en ondertekent het verslag.
-
U zendt een kopie van het verslag aan belanghebbende dan wel zijn gemachtigde.
-
U verzoekt belanghebbende aan te geven of hij het eens is met de inhoud van het verslag.
-
Is belanghebbende het niet eens met het verslag dan bevestigt u dit schriftelijk aan belanghebbende.
-
U voegt het verslag bij het dossier.
Intrekking bezwaarschrift
De belanghebbende kan zijn bezwaar schriftelijk intrekken. Ook kan hij tijdens het horen mondeling het bezwaar intrekken (artikel 6:21 Algemene wet bestuursrecht). Als dit laatste gebeurt, legt u dit vast in het verslag.
Nieuwe feiten of omstandigheden
Wanneer na het horen nieuwe feiten of omstandigheden bekend worden die voor het doen van een uitspraak op het bezwaar van aanmerkelijk belang kunnen zijn, deelt u dit aan belanghebbende mee. Op zijn verzoek kan hij dan nogmaals gehoord worden. Daarvoor gelden dezelfde regels als de eerste keer.
2.2.5 Uitspraak
In het algemeen gaat u als volgt te werk:
-
Als u voldoende gegevens over de zaak heeft verzameld, doet u een uitspraak. Er zijn een aantal mogelijkheden:
Doe op een bezwaarschrift niet meer dan één uitspraak. Het is niet mogelijk een eenmaal gedane uitspraak in te trekken en te laten volgen door een nieuwe uitspraak. Eén uitspraak kan slechts betrekking hebben op één bezwaarschrift.
U kunt wel, op grond van artikel 25, lid 4, Algemene wet inzake rijksbelastingen, indien bezwaar is gemaakt tegen meer dan één UTB of beschikking, de uitspraken in één geschrift vervatten.-
u verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk;
-
u wijst het bezwaar (gedeeltelijk) toe en herroept het bestreden besluit en neemt in plaats daarvan een nieuw besluit;
-
u wijst het bezwaar af.
-
-
Neem een beslissing omtrent een verzoek om kostenvergoeding bezwaarfase, overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht.
- Voorzie de uitspraak van de beroepsclausule (artikel 6, lid 3 CDW, artikel 1:5 Algemene douanewet en artikel 6:23 Algemene wet bestuursrecht). U maakt hierbij gebruik van de standaardclausule zoals opgenomen in bijlage 1.
-
Doe een uitspraak in de vorm van een brief waar duidelijk boven staat "uitspraak op bezwaarschrift". Bewaar een kopie van deze brief in het dossier.
-
Vermijd het gebruik van afkortingen.
-
Dagteken de uitspraak (UTC 95/15).
-
Onderteken de uitspraak.
Verdaging
Als het niet mogelijk is binnen zes weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken (exclusief opschortingstermijn) uitspraak te doen kunt u deze termijn met zes weken verdagen. U stelt belanghebbende daarvan vóór het einde van de beslistermijn op de hoogte. Maak daarbij gebruik van de volgende modeltekst.
Op ... heb ik u een brief gestuurd waarin ik de ontvangst van uw bezwaarschrift bevestigde. In deze brief deelde ik u ook mee dat ik uiterlijk binnen zes weken na afloop van de bezwaartermijn op uw bezwaarschrift zou beslissen . De behandeltermijn van uw bezwaarschrift is echter langer dan voorzien. Ik kan de beslistermijn op een bezwaarschrift eenzijdig met ten hoogste zes weken verlengen. Daar maak ik nu gebruik van. Ik verleng de beslistermijn met zes weken, tot [DATUM].
Termijn
U doet uitspraak binnen zes (of twaalf) weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken (exclusief opschortingstermijnen). Als dit niet mogelijk is, stelt u de belanghebbende daarvan vóór het einde van die termijn (telefonisch) op de hoogte. Laat daarbij weten wat de reden van de overschrijding is, en geef in overleg met belanghebbende aan wanneer deze wel een uitspraak kan verwachten. Maak daarbij gebruik van de volgende modeltekst
"Omdat ik extra informatie (van u) nodig heb, kan ik waarschijnlijk niet binnen de beslistermijn uitspaak doen. Op [DATUM] spraken wij (telefonisch) af de beslistermijn te verlengen tot drie weken na de datum waarop ik de gevraagde informatie van u heb ontvangen. Ik verzoek u deze afspraak te bevestigen door een kopie van deze brief voor [DATUM] aan mij terug te zenden.
Motivering
Als u een uitspraak doet, gaat u als volgt te werk:
-
Motiveer de uitspraak deugdelijk, ook als het om overwegingen ten overvloede gaat (in geval van niet-ontvankelijkheid). In de uitspraak moet voorkomen:
- de gronden waarop de uitspraak is gebaseerd (artikel 6, lid 3, CDW, artikel 1:5 Algemene douanewet en artikel 7:12 Algemene wet bestuursrecht);
-
de relevante wetsartikelen;
-
of de belanghebbende gehoord is (alleen bij afwijzing);
- als het verzoek om gehoord te worden afgewezen is, om welke reden dit is afgewezen (artikel 7:12 juncto 7:3 Algemene wet bestuursrecht);
- of belanghebbende in beroep kan gaan, en zo ja, binnen welke termijn en bij welk orgaan (artikel 6, lid 3, CDW, artikel 1:5 Algemene douanewet en artikel 6:23 Algemene wet bestuursrecht, en de standaard beroepsclausule, Bijlage 1).
-
Verwijs in de uitspraak niet naar standpunten van een kennisgroep, naar mededelingen, brieven of andere niet algemeen gepubliceerde informatie. Houdt verder rekening met de geheimhoudingsplicht. (artikel 15 CDW, artikel 1:5 Algemene douanewet en 2:5 Algemene wet bestuursrecht)
Als u een bevinding of vaststelling aan de belanghebbende wilt mee delen die geen betrekking heeft op het geschil, dan doet u dit niet in de uitspraak. Denk bijvoorbeeld aan het benodigd zijn van een invoervergunning. U doet dit in een aparte brief. Zorg ervoor dat uit de mededeling blijkt wat de belanghebbende moet doen als hij het niet eens is met de mededeling.
-
Neem de beslissing met inachtneming van alle gegevens die u beschikbaar heeft, dus ook met die, welke u pas na het nemen van het primaire besluit, dus in de bezwaarfase beschikbaar zijn gekomen.
-
Als u geheel aan het bezwaar tegemoet komt, kunt u ervan uitgaan dat de belanghebbende geen behoefte heeft aan een uitgebreide motivering. Wil hij echter binnen een redelijke termijn toch een motivering, dan geeft u die alsnog.
-
Als u het bezwaar (gedeeltelijk) afwijst, legt u in het dossier vast hoe die beslissing tot stand is gekomen. Verwijs daarbij naar de stukken die van belang zijn.
Afwijzende beslissing
Als u het bezwaar gaat afwijzen, handelt u als volgt:
-
Neem schriftelijk contact op met de belanghebbende en stel hem in de gelegenheid om gehoord te worden. Stel hem op de hoogte van uw voorgenomen beslissing.
-
Maak aantekening van de inhoud van het gesprek in het dossier met vermelding van datum en tijdstip.
-
Bij een geheel afwijzende beschikking verstuurt u de uitspraak op het bezwaarschrift. Vanuit Apeldoorn komt dan vanzelfsprekend geen verminderingsbeschikking. In uw uitspraak vermeld u dat aan het bezwaarschrift niet wordt tegemoetgekomen en dat de Uitnodiging tot betaling gehandhaafd blijft.
In verband met de geautomatiseerde verwerking in Apeldoorn van beschikkingen met financiële consequenties is er een verschil tussen uitspraken waarbij aan het bezwaarschrift geheel of gedeeltelijk, en die waarbij aan het bezwaarschrift niet wordt tegemoet gekomen.
Als aan het bezwaar wordt tegemoet gekomen, is de beschikking die "Apeldoorn" berekent en verstuurt, de formele uitspraak op het bezwaarschrift. Op deze beschikking kan slechts een beperkte motivering worden afgedrukt. Vaak, met name bij gedeeltelijke toewijzing, zult u voor de volledigheid daarom nog een aanvullende motivering moeten versturen. Deze motivering is niet de uitspraak, maar een toelichting of kennisgeving daarbij (artikel 7:12 Algemene wet bestuursrecht). Dit moet duidelijk uit uw brief blijken, bijvoorbeeld uit het opschrift.
Ondertekening
Het onderschrift van de uitspraak luidt:
Belastingdienst/Douane …/kantoor ……….
namens de inspecteur,
uw handtekening
uw naam
2.2.6 Administratieve afwerking
Bij de administratieve afwerking van de uitspraak handelt u als volgt:
|
|||
Naar: |
Als: |
||
............................................ |
................................................................ |
||
De ontvanger |
de uitspraak voor hem van belang is (bijvoorbeeld als hij tot verdere invordering of terugbetaling moet overgaan) |
||
de betrokken ambtenaren |
in alle gevallen |
||
het laboratorium |
van het gegeven advies afgeweken word |
||
de klant coördinator |
belanghebbende die heeft |
||
het bevoegde productschap |
de uitspraak gevolgen heeft voor de uitvoering van taken die aan dat productschap zijn opgedragen (bijvoorbeeld het verlenen van restituties, vrijgeven waarborgen) |
||
de inspecteur die bevoegd is inzake de omzetbelasting |
op grond van de uitspraak terugbetaling aan omzetbelasting zal worden verleend |
||
de inspecteur die de aanzuiveringsrekening houdt |
op grond van de uitspraak terugbetaling wordt verleend die in een aanzuiveringsrekening is, of zal worden gedebiteerd |
||
|
2.2.7 Vervolghandelingen
Terugbetaling/kwijtschelding
Wat u heeft bevonden of vastgesteld kan leiden tot een terugbetaling of kwijtschelding. Ga bij een terugbetaling als volgt te werk:
-
Bereken het terug te geven bedrag.
-
Als een aanzuiveringsrekening voor de goederen wordt gehouden, ga dan na of er al teruggaven zijn verleend op grond van vrijstellingsbepalingen of om andere redenen. Houd rekening met die teruggaven bij uw beslissing.
Boeking achteraf (navordering)
Als bij de behandeling van een bezwaarschrift blijkt dat in eerste instantie te weinig is geheven, gaat u in vrijwel alle gevallen over tot boeking achteraf. Beoordeel dit ten aanzien van rechten bij invoer, op grond van de criteria van artikel 220, lid 2, CDW. Raadpleeg in voorkomend geval de remrec-inspecteur op uw eenheid. Ga volgens de gebruikelijke procedure tot boeking achteraf over (u stuurt een uitnodiging tot betaling voor hetgeen te weinig geheven is). Tegen de uitnodiging tot betaling kan de belanghebbende bezwaar maken op grond van artikel 26 Algemene wet inzake rijksbelastingen, juncto de artikelen 6:4 en 7:1 Algemene wet bestuursrecht.