Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

110.00.18 Kaderovereenkomst inzake de samenwerking tussen het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Financien bij de uitvoering van wettelijke maatregelen op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken

1 Kaderovereenkomst inzake de samenwerking tussen het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Financiën bij de uitvoering van wettelijke maatregelen op het terrein van het Ministerie van Economische Zaken

De Staatssecretaris van Financiën, in deze vertegenwoordigd door de Directeur-Generaal Belastingdienst en de Minister van Economische Zaken, in deze vertegenwoordigd door de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van het Ministerie van Economische Zaken,

overwegende,

  • dat de Minister van Economische Zaken verantwoordelijk is voor het beleid, de uitvoering en de uitgangspunten en normen voor de rechtshandhaving met betrekking tot de in de bijlagen genoemde wettelijke regelingen (hierna te noemen "de regelingen");

  • dat de Staatssecretaris van Financiën verantwoordelijk is voor de uitvoering van handhavingsactiviteiten ten behoeve van deze regelingen binnen de daarvoor door de Minister van Economische Zaken gestelde uitgangspunten en normen;

  • dat de Staatssecretaris van Financiën daarnaast verantwoordelijk is voor de handhaving van een aantal andere wettelijke regelingen waarvoor de Minister van Economische Zaken Nederland echter bij de Europese Commissie vertegenwoordigt;

  • dat het gewenst is voor de goede uitvoering van deze laatst bedoelde regelingen afspraken te maken over informatieverstrekking;

  • dat een bijzondere verhouding bestaat tussen het Ministerie van Economische Zaken en de Belastingdienst/Douane Noord/ Centrale dienst voor in- en uitvoer;

  • dat deze verhouding wordt beheerst door de kaderafspraken die daartoe op 16 oktober 1996 onder kenmerk WJA/JZ 96064668 door de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Financiën zijn gemaakt;

  • dat de Belastingdienst, waarvan de Belastingdienst/Douane en de Belastingdienst/Douane Noord/Centrale dienst voor in- en uitvoer onderdeel zijn, grote waarde hecht aan de samenwerking met andere overheidsdiensten;

  • dat de samenwerking met andere overheidsdiensten, in casu het Ministerie van Economische Zaken, bijdraagt aan het vervullen van de kerntaken van de Belastingdienst, dat wil zeggen de controle en het toezicht op de nakoming van fiscale en douaneverplichtingen en meer in het bijzonder ten aanzien van de controle en het toezicht op grond van de niet-fiscale wetgeving door de genoemde diensten;

  • dat om gestalte te kunnen geven aan de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de door de genoemde diensten uitgevoerde taken in onderling overleg tussen het Ministerie van Economische Zaken en de diensten afspraken moeten worden gemaakt omtrent de inhoud, de prioriteit, intensiteit en de kwaliteit van de te verrichten werkzaamheden;

  • dat daarnaast met de betrokken diensten afgesproken moet worden welke informatie over de werkzaamheden periodiek wordt uitgewisseld teneinde zicht te houden op de uitvoering en het resultaat van de werkzaamheden zodat tijdig bijsturing van het beleid en/of de uitvoering kan plaatsvinden;

zijn het volgende overeengekomen:

Naar boven

1.1 Artikel 1. Doelstelling

De Directeur-Generaal Belastingdienst van het Ministerie van Financiën en de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van het Ministerie van Economische Zaken (hierna te noemen de partijen) gaan een samenwerkingsverband aan ter verwezenlijking van de volgende doelstellingen:

  1. Het Ministerie van Economische Zaken als verantwoordelijk Ministerie voor het beleid, de uitvoering, de uitgangspunten en normen voor de rechtshandhaving met betrekking tot de in de bijlagen genoemde wettelijke regelingen draagt in overleg met het Ministerie van Financiën en de betrokken diensten zorg voor een adequate inhoudelijke en kwalitatieve aansturing van de Belastingdienst/Douane en de Belastingdienst/Douane Noord/Centrale dienst voor in- en uitvoer ten aanzien van deze regelingen.

  2. De betrokken diensten voor zover belast met de uitvoerings-, toezichts- en opsporingstaken met betrekking tot de in de bijlagen genoemde regelingen dragen in overleg met het Ministerie van Economische Zaken zorg voor een adequate uitvoering van de aan haar opgedragen werkzaamheden en terugkoppeling van de resultaten daarvan, waarbij ten aanzien van de Belastingdienst/Douane Noord/Centrale dienst voor in- en uitvoer een bezondere verhouding bestaat zoals vastgelegd in de kaderafspraken van 16 oktober 1996, kenmerk WJA/JZ 9606468.

Naar boven

1.2 Artikel 2. Structuur

  1. In deze kaderovereenkomst wordt het kader aangegeven waarbinnen per regeling of samenhangend cluster van regelingen nader uitwerking wordt gegeven aan de in artikel 1 omschreven doelstellingen.

  2. Per regeling of samenhangend cluster van regelingen worden nadere afspraken gemaakt in de bijlagen bij deze kaderovereenkomst. Toevoeging van bijlagen geschiedt in overleg tussen voorzitter van het managementteam:

    • van de Belastingdienst/Douane Rotterdam, voor zover het de douane in algemene zin betreft;

    • van de Belastingdienst/Douane Noord, voor zover het de Centrale dienst voor in- en uitvoer betreft;

    • en de desbetreffende directeur van het Ministerie van Economische Zaken na voorafgaande toestemming van de Directeur-Generaal Belastingdienst van het Ministerie van Financiën en de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van het Ministerie van Economische Zaken.

Naar boven

1.2.1 Artikel 3. Inhoud van de nadere afspraken per regeling

De elementen die per regeling of cluster van regelingen nader uitgewerkt dienen te worden zijn, voor zover van toepassing:

  • de wijze van handhaving en uitvoering door de betrokken diensten;

  • de vaststelling van de prioriteiten en controle-intensiteit in de uitvoering en handhaving van de desbetreffende regeling;

  • de wijze van afhandeling van geconstateerde overtredingen;

  • de wijze van samenwerking tussen de Belastingdienst/Douane, en de andere bij de uitvoering of handhaving betrokken diensten;

  • de eventuele inzet van vraagbaakfunctionarissen;

  • de rol van risicoanalyse ten behoeve van de controle op de verschillende doelgroepen die betrokken zijn bij de verschillende regelingen en de inhoud en wijze waarop de informatie ten behoeve van risicoanalyse wordt uitgewisseld;

  • het ter beschikking stellen aan het Ministerie van Economische Zaken van risicoanalyses ter ondersteuning van het handhavingsbeleid;

  • de verstrekking van informatie over de interpretatie en achtergrond van wet- en regelgeving;

  • het bevorderen c.q. verbeteren van de deskundigheid van ambtenaren van de betrokken diensten inzake de in de bijlagen opgenomen regelingen;

  • de inhoud en wijze van terugkoppeling door de betrokken diensten.

Naar boven

1.2.2 Artikel 4. Ontwikkelingen en nieuwe procedures

Partijen werken, in daartoe aanleidinggevende gevallen, samen ter bevordering van ontwikkeling van nieuwe werkwijzen bij de Belastingdienst/Douane en ter vermindering van administratieve lasten bij het bedrijfsleven.

Naar boven

1.2.3 Artikel 5. Douanevoorschriften

  1. De Belastingdienst/Douane draagt zorg voor het, in overeenstemming met het Ministerie van Economische Zaken, vastleggen van de in de bijlagen overeengekomen kaders in de onderscheiden Douanevoorschriften.

  2. De verantwoordelijke directeur van het Ministerie van Economische Zaken verleent medeparaaf op de onderscheiden Douanevoorschriften.

Naar boven

1.2.4 Artikel 6. Planning, financiën en control

  1. Partijen bepalen uiterlijk op 1 oktober van het lopende kalenderjaar in onderling overleg de jaarplandoelstellingen voor het daarop volgende kalenderjaar. De betrokken diensten rapporteren periodiek omtrent de voortgang van de in het kader van de regelingen uitgevoerde werkzaamheden op de wijze zoals nader in de bijlagen is omschreven.

  2. De eventuele kosten van hetgeen door middel van deze kaderovereenkomst beoogd wordt te regelen worden als volgt over de partijen verdeeld tenzij in de bijlage anders is bepaald:

    • voor de personeelskosten: aan partijen ieder voor haar eigen medewerkers;

    • voor de materieelkosten: aan partijen ieder voor de eigen bedrijfsvoering;

    • voor de bijzondere kosten: in voorkomend geval door partijen jaarlijks nader te bepalen.

  3. De betrokken diensten dragen zorg voor een betrouwbare en volledige vastlegging van het aantal door hen ingestelde controles en de bereikte resultaten.

  4. De uitwerking van de in dit artikel genoemde elementen is neergelegd in de desbetreffende nadere uitwerking per regeling of cluster van regelingen in de bijlagen.

  5. Aanpassingen van jaarplandoelstellingen kunnen plaatsvinden op een ander tijdstip dan is voorzien in artikel 6.1 indien maatschappelijke of politieke ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

Naar boven

1.2.5 Artikel 7. Overleg

  1. Eenmaal per jaar of indien één van de partijen dat gewenst of noodzakelijk acht, plegen partijen structureel overleg omtrent de voortgang van de lopende samenwerking. Voor het Ministerie van Financiën treedt het team Douane en Milieu van het Directoraat-Generaal Belastingdienst hiertoe coördinerend op.

  2. Het Ministerie van Economische Zaken draagt er zorg voor dat het Ministerie van Financiën c.q. de betrokken diensten tijdig geïnformeerd worden omtrent de voorbereiding, totstandkoming, wijziging of intrekking van nationale en internationale wetgeving op het terrein van de regelingen.

  3. Het Ministerie van Economische Zaken consulteert de betrokken diensten indien en voor zover er sprake is van betrokkenheid van deze diensten dan wel indien er een relatie is met de Douanewetgeving. In dat laatste geval treedt voor het Ministerie van Financiën de Directie Wetgeving Douane coördinerend op.

Naar boven

1.2.6 Artikel 8. Informatie-uitwisseling en het beantwoorden van rechtsvragen

  1. De uitwisseling van informatie tussen de partijen, verantwoordingsinformatie en informatie ten behoeve van risicoanalyse daaronder begrepen vindt plaats op basis van hetgeen per regeling of cluster van regelingen hieromtrent in deze kaderovereenkomst en de bijlagen is opgenomen. Met betrekking tot onderwerpen waarvoor niet in het kader van deze kaderovereenkomst nadere afspraken in bijlagen zijn of zullen worden vastgelegd, maar waarvoor het Ministerie van Economische Zaken wel deelneemt aan overleg met de Europese Commissie en het Ministerie van Financiën verantwoordelijk is voor de handhaving, verplicht zij zich tot het verstrekken van informatie die van belang kan zijn voor de handhaving aan het Ministerie van Financiën.

  2. Het beantwoorden van rechtsvragen en het verstrekken van informatie over wet- en regelgeving door het Ministerie van Economische Zaken vindt plaats aan Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Aanwijzingen van het Ministerie van Economische Zaken aan de handhavings- en uitvoeringsdiensten omtrent het toezicht op de regelingen worden -voor zover het de Belastingdienst/Douane betreft- gericht aan respectievelijk Belastingdienst/Douane Rotterdam en Belastingdienst/Douane Noord. Deze onderdelen van de Belastingdienst dragen er zorg voor dat de informatie ter beschikking komt aan de met de uitvoering van dat toezicht belaste ambtenaren. Een en ander laat onverlet de rechtstreekse uitwisseling van informatie tussen de mede-handhavingsdiensten en onderdelen van de Belastingdienst/Douane voor zover het gaat om individuele gevallen.

  3. Indien één der partijen een verzoek ontvangt in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur dat mede betrekking heeft op informatie verkregen van de andere partij vindt afdoening van dat verzoek, voor zover betrekking hebbend op die informatie, plaats in overeenstemming met die andere partij. Uitzondering hierop vormt de informatie die door het Ministerie van Financiën bij derden is verworven ingevolge van de uitvoering van taken, waarvoor de beleidsverantwoordelijkheid uitsluitend bij het Ministerie van Economische Zaken ligt. Verzoeken om openbaarmaking van zulke informatie zullen worden doorgeleid naar het Ministerie van Economische Zaken

Naar boven

1.2.7 Artikel 9. Voorlichting en contacten met de media

Voor het voorlichten van publiek en bedrijfsleven, zowel ter introductie van nieuwe wet- en regelgeving als gericht op specifieke omstandigheden is ieder van de partijen voor zijn wet- en regelgeving verantwoordelijk.

Voor zover door (de betrokken diensten van) partijen voorlichtingsactiviteiten en contacten met de media worden onderhouden over onderwerpen die voortvloeien uit of verband houden met hetgeen door middel van deze kaderovereenkomst beoogd wordt te regelen, wordt overleg gevoerd met de Directie Communicatie van het Ministerie van Economische Zaken respectievelijk de persvoorlichters van de betrokken diensten.

Naar boven

1.2.8 Artikel 10. Inwerkingtreding en looptijd

  1. De kaderovereenkomst treedt in werking op 28 juni 2005.

  2. De kaderovereenkomst geldt voor een periode van twaalf maanden met een automatische verlenging van telkens twaalf maanden, met dien verstande dat na afloop van de periode in onderling overleg tussen de partijen aanpassing van de kaderovereenkomst kan plaatsvinden.

  3. Aanpassingen kunnen tevens plaatsvinden op elk ander tijdstip dan is voorzien in artikel 10.2 indien maatschappelijke of politieke ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

  4. De in de bijlage opgenomen nadere afspraken per regeling of cluster van regelingen vormen een geïntegreerd onderdeel van de kaderovereenkomst. Aanpassingen van de bijlagen kunnen plaatsvinden op ieder tijdstip in onderling overleg en binnen de kaders van deze overeenkomst.

  5. Tussentijdse beëindiging is mogelijk indien aan een van de partijen uiterlijk een maand van te voren het voornemen daartoe aan de partner bij de kaderovereenkomst schriftelijk is medegedeeld onder opgaaf van de reden die aan de beëindiging ten grondslag ligt.

Den Haag, 28 juni 2005,

   

namens de Staatssecretaris van Financiën,

namens de Minister van Economische Zaken,

De Directeur-Generaal Belastingdienst,

de plaatsvervangend Secretaris-Generaal,

MR. J. THUNNISSEN.

IR. P.A. VERMEIJ MPA.

Naar boven