Vrijgestelde beleggingsinstelling
Bepaalde rechtsvormen die zich bezighouden met collectief beleggen, kunnen een vrijstelling voor de heffing van vennootschapsbelasting aanvragen. In Nederland zijn dit de naamloze vennootschap (nv) en het fonds voor gemene rekening (fgr). Zij moeten wel voldoen aan een aantal voorwaarden. In het besluit van 10 maart 2008, nr. CPP2008/291M staat welke voorwaarden dat zijn.
Afhandeling verzoeken
Verzoeken om een beschikking Vrijgestelde beleggingsinstelling worden behandeld op een centraal punt binnen de Belastingdienst:
Belastingdienst kantoor Groningen
Coördinatiepunt Vrijgestelde Beleggingsinstellingen
Postbus 418
9700 AK Groningen
Nieuwe voorwaarden vanaf 2025
Vanaf 1 januari 2025 wijzigen de voorwaarden om als vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) te kunnen worden aangemerkt. U kunt vanaf 1 januari 2025 niet meer gebruikmaken van de regeling voor de vrijgestelde beleggingsinstelling (het vbi-regime) als u privévermogen belegt. De status van vrijgestelde beleggingsinstelling wordt beperkt tot beleggingsinstellingen en icbe's die rechten van deelneming aanbieden aan een breed publiek of aan institutionele beleggers.
Einde vrijgestelde status
Voldoet uw nv of fgr niet langer aan de voorwaarden? Dan is de nv vanaf 1 januari 2025 belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Eventuele dividenduitkeringen vallen onder de dividendbelasting.
Voor het fgr geldt vanaf 2025 het uitgangspunt dat niet het fonds maar de participanten belastingplichtig zijn voor de Nederlandse vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting. Lees meer bij Fonds voor gemene rekening.