24.00.00 Douanevrijstellingen
22 Goederen voor instellingen met liefdadig of filantropisch karakter
In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen voor het gebruik van de vrijstelling bij het brengen in het vrije verkeer van goederen die door instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter worden gebruikt.
Naar boven22.1 Wettelijke basis
De vrijstelling van invoerrecht is voorzien in Verordening (EG) nr. 1186/2009 (Titel II, Hoofdstuk XVII, artikelen 61 tot en met 65).
De vrijstelling van omzetbelasting is voorzien in artikel 7:27, lid 2, van de Algemene douaneregeling. De vrijstelling van omzetbelasting is gebaseerd op Richtlijn nr. 2009/132/EG (Titel VIII, Hoofdstuk 1, artikelen 43 tot en met 47).
Naar boven22.2 Reikwijdte vrijstelling invoerrecht
De vrijstelling van invoerrecht heeft betrekking op:
-
goederen die voorzien in primaire levensbehoeften en worden uitgereikt aan behoeftigen;
-
goederen van ongeacht welke aard die worden gebruikt om daarmee financiële middelen in te zamelen bij incidentele liefdadigheidsevenementen ten bate van behoeftigen;
-
uitrustings- en kantoormaterieel dat voor eigen gebruik en voor het realiseren van liefdadige of filantropische doeleinden wordt aangewend.
(artikel 61, lid 1, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
Naar boven22.3 Primaire levensbehoeften
Onder "goederen die in primaire levensbehoeften voorzien" wordt verstaan goederen die absoluut noodzakelijk zijn om te voorzien
in de onmiddellijke behoeften van personen, zoals levensmiddelen, geneesmiddelen, kleding, dekens. In dit kader kan ook vrijstelling
worden verleend voor orthopedische apparatuur (kunstledematen), krukken, enzovoort.
(artikel 61, lid 2, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
22.4 Gratis en zonder commercieel oogmerk
Voor het verlenen van de vrijstelling geldt de voorwaarde dat de goederen gratis worden uitgereikt of gratis en zonder commercieel
oogmerk door een persoon of organisatie die in een derde land is gevestigd worden toegezonden.
(artikel 61, lid 1, onder a, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
22.5 Overheids- en andere instellingen
De vrijstelling wordt slechts verleend voor zover de goederen zijn bestemd voor overheids- of andere instellingen met een
liefdadig of filantropisch karakter die door de douaneautoriteiten van de lidstaat waar zij zijn gevestigd zijn erkend. Hiervoor
komen in aanmerking instellingen die geen winst beogen en die in hoofdzaak werkzaam zijn op het gebied van filantropie of
liefdadigheid. De instellingen die in Nederland zijn erkend zijn genoemd in artikel 7:4, lid 8 Algemene douaneregeling. Zie voor de procedure daarvoor paragraaf 1.6.
(artikel 61, lid 1, onder b, Verordening (EG) nr. 1186/2009, artikel 7:2, artikel 7:2a, artikel 7:4, lid 8, van de Algemene douaneregeling)
22.6 Uitgesloten producten
De vrijstelling is niet van toepassing op de volgende goederen:
-
alcoholische producten;
-
tabak- en tabaksproducten;
-
koffie en thee;
-
motorvoertuigen, behalve ziekenwagens.
Het begrip alcoholhoudende dranken is uiteengezet in paragraaf 2.2.
(artikel 62 Verordening (EG) nr. 1186/2006)
22.7 Boekhouding
De vrijstelling kan slechts worden verleend in het geval de filantropische of liefdadige instellingen een boekhouding houden
op grond waarvan hun activiteiten kunnen worden gecontroleerd en voor zover die boekhouding alle noodzakelijke waarborgen
biedt voor een goed verloop van de vrijstelling.
(artikel 63 Verordening (EG) nr. 1186/2006)
22.8 Niet voldoen voorwaarden / Andere doeleinden
In het geval de instellingen waaraan vrijstelling van invoerrecht is verleend niet langer aan de voorwaarden voldoen of de
primaire levensbehoeften, de goederen voor financiële middelen en het uitrustings- en kantoormaterieel voor andere doeleinden
gebruiken moeten de douaneautoriteiten van de lidstaat waar zij zich bevinden daarvan in kennis stellen.
(artikel 65, lid 1, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
In het geval niet aan de voorwaarden wordt voldaan of er sprake is van gebruiken voor andere doeleinden ontstaat in principe
een douaneschuld. De invoerrechten worden geheven naar het tarief en de waarde die welke op de dag van het niet langer voldoen
aan de voorwaarden of het gebruiken voor andere doeleinden door de douaneautoriteiten zijn erkend of aanvaard.
(artikel 65, leden 2 en 3, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
Er is pas sprake van het overdragen van goederen als niet alleen de eigendom maar ook de feitelijke beschikkingsmacht van de goederen wordt overgedragen.
Naar boven22.9 Reikwijdte vrijstelling belastingen
De vrijstelling van invoerrecht is van overeenkomstige toepassing op de omzetbelasting.
(artikel 7:27, lid 2, van de Algemene douaneregeling)
22.10 Vergunning
Het is een vrijstelling waarvoor bij het brengen in het vrije verkeer geen vergunning is vereist.
Wel dient in voorkomend geval de instelling of organisatie te zijn aangewezen in artikel 7:4, lid 8 van de Algemene douaneregeling om voor de vrijstelling in aanmerking te komen.
Zie voor de procedure paragraaf 1.6.
Deze vrijstelling is nu voorbehouden aan de Vereniging het Nederlandse Rode Kruis en de Stichting Leger des Heils.
(artikel 7:2, artikel 7:2a en artikel 7:4, lid 8, van de Algemene douaneregeling)