24.00.00 Douanevrijstellingen
14 Voorwerpen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard met voorgeschreven bestemming
In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen voor het gebruik van de vrijstelling bij het brengen in het vrije verkeer van voorwerpen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard die zijn bestemd voor bepaalde instellingen en organisaties.
Naar boven14.1 Wettelijke basis
De vrijstelling van invoerrecht is voorzien in Verordening (EG) nr. 1186/2009 (Titel II, Hoofdstuk XI, artikelen 43 en 48 tot en met 49). De vrijstelling is verder uitgewerkt in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1225/2011 (Hoofdstuk I, artikel 1; Hoofdstuk II, artikelen 2 en 3, Hoofdstuk III, artikel 4).
De vrijstelling van omzetbelasting is voor zover geldig voorzien in artikel 7:22 van de Algemene douaneregeling
Naar boven14.2 Reikwijdte vrijstelling invoerrecht
De vrijstelling van invoerrecht heeft betrekking op de volgende goederen:
-
visueel en auditief materiaal van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard dat is genoemd in bijlage II, onderdeel A, Verordening (EG) nr. 1186/2009;
-
voorwerpen die deel uitmaken van verzamelingen en kunstvoorwerpen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard die zijn bedoeld in bijlage II, onderdeel B, Verordening (EG) nr. 1186/2009.
(artikel 43 en bijlage II, onderdelen A en B, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
Naar boven14.3 Visueel en auditief materiaal van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard
Het visueel en auditief materiaal wordt geacht van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard te zijn als deze is
bestemd voor openbare instellingen en organisaties of instellingen en organisaties van opvoedkundige, wetenschappelijk of
culturele aard. Het materiaal wordt gebruikt voor onderricht of inlichtingen door middel van een uiteenzetting over een onderwerp
of een bepaalde kant van een onderwerp, of om kennis te behouden, te vermeerderen of te verspreiden en om internationaal begrip
en goede verstandhouding te bevorderen. Van visueel en auditief materiaal is ook sprake ingeval van zogenaamd "geprogrammeerd
onderwijsmateriaal ook in sets, vergezeld van het overeenkomstige gedrukte materiaal". Daaronder wordt verstaan onderwijsmateriaal,
in de vorm van computerbestanden en dergelijke, waarbij de leerstof stapsgewijs in kleine hoeveelheden aan de leerling wordt
aangeboden en waarbij van de leerling reacties worden verwacht zoals het uitvoeren van een opdracht of het beantwoorden van
vragen.
Hieronder wordt niet begrepen de apparatuur waarmee dat onderwijsmateriaal zichtbaar of hoorbaar wordt gemaakt, noch apparatuur
waarmee geoefend kan worden om vaardigheid te verkrijgen.
(artikel 43 en bijlage II, onderdeel A, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
14.4 Voorwerpen van verzamelingen en kunstvoorwerpen
De vrijstelling voor voorwerpen voor verzamelingen en kunstvoorwerpen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard
die in bijlage II, onderdeel B zijn bedoeld kan alleen worden verleend, voor zover de voorwerpen niet zijn bestemd voor de
verkoop.
(artikel 43 en bijlage II, onderdeel A, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
14.5 Instellingen en organisaties
De vrijstelling kan slechts worden verleend aan:
-
openbare instellingen en organisaties en instellingen en organisaties van openbaar nut van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard;
-
instellingen en organisaties die de douaneautoriteiten van de lidstaat waar zij zijn gevestigd toestemming hebben verleend de goederen met vrijstelling te verwerven.
(artikel 43 Verordening (EG) nr. 1186/2009)
Naar boven14.6 Openbare of aangewezen instellingen en organisaties van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard
Openbaar
Onder "openbare instellingen en organisaties of instellingen en organisaties van openbaar nut van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard" wordt verstaan, alle instellingen van rijk, provincie en gemeente, die in hoofdzaak werkzaam zijn op het gebied van de opvoeding, wetenschap of cultuur. Daaronder worden begrepen alle instellingen voor onderwijs voor een algemene en/of beroepsopleiding.
Hiertoe behoren niet:
-
organisaties of instellingen, die door al dan niet bij overeenkomst gevestigde commerciële, financiële of andere betrekkingen zijn verbonden met bedrijven of instituten, waarvan de doelstelling is personen op te leiden voor een functie in die bedrijven of instituten;
-
instituten waar cursussen worden gegeven die van de deelnemers niet meer dan enkele lesuren per week vergen (zoals autorijlessen, computer- en typecursussen).
(artikel 43 onder a, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
Aangewezen
Andere instellingen en organisaties die de goederen met vrijstelling kunnen betrekken komen slechts daarvoor in aanmerking voor zover zij in hoofdzaak werkzaam zijn op het gebied van opvoeding, wetenschap of cultuur. Deze instellingen en organisaties moeten toestemming van de douane-administratie hebben verkregen van de lidstaat waar zij zijn gevestigd. In Nederland zijn de instellingen en organisaties die toestemming hebben gekregen vermeld in bijlage X van de Algemene douaneregeling. Zie voor de procedure daarvoor paragraaf 1.6.
(artikel 43 onder b, Verordening (EG) nr. 1186/2009, artikel 7:2, artikel 7:2a, artikel 7:4, lid 1 en bijlage X van de Algemene Douaneregeling).
Naar boven14.7 Openbare of aangewezen instellingen en organisaties voor voorwerpen van verzamelingen en kunstvoorwerpen
Openbaar
Onder "openbare instellingen en organisaties of instellingen en organisaties van openbaar nut van opvoedkundige, wetenschappelijke
of culturele aard ter zake van voorwerpen van verzamelingen en kunstvoorwerpen" wordt verstaan, alle instellingen of organisaties
van rijk, provincie en gemeente, die zich in hoofdzaak bezighouden met opvoeding, wetenschap of cultuur. Hiertoe behoren openbare
musea en openbare verzamelingen. Instellingen die volgens hun stichtingsakte voor het openbare nut zijn opgericht en die voor
publieke bezichtiging op gebruikelijke tijden en zonder verzoek toegankelijk zijn kunnen ook hieronder worden gerangschikt.
(artikel 43 onder a, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
Aangewezen
Musea, kunstgalerijen of andere instellingen die de goederen met vrijstelling kunnen betrekken komen slechts daarvoor in aanmerking voor zover zij in hoofdzaak werkzaam zijn op het gebied van opvoeding, wetenschap of cultuur. Deze instellingen en organisaties moeten toestemming van de douane-administratie hebben verkregen van de lidstaat waar zij zijn gevestigd. In Nederland zijn de instellingen en organisaties die toestemming hebben gekregen vermeld in bijlage X van de Algemene douaneregeling. Zie voor de procedure daarvoor paragraaf 1.6.
(artikel 43 onder b, Verordening (EG) nr. 1186/2009, artikel 7:2, artikel 7:2a, artikel 7:4, lid 1 en bijlage X van de Algemene Douaneregeling).
Naar boven14.8 Niet voldoen voorwaarden / Andere doeleinden
In het geval de instellingen of organisaties waaraan vrijstelling van invoerrecht is verleend, niet langer aan de voorwaarden
voldoen of het visueel en auditief materiaal, de voorwerpen en de kunstwerken van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele
aard voor andere doeleinden gebruiken moeten de douaneautoriteiten van de lidstaat waar zij zich bevinden daarvan in kennis
stellen.
(artikel 49, lid 1, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
In het geval niet aan de voorwaarden wordt voldaan of er sprake is van gebruiken voor andere doeleinden ontstaat in principe
een douaneschuld. De invoerrecht worden geheven naar het tarief en de waarde die welke op de dag van het niet langer voldoen
aan de voorwaarden of het gebruiken voor andere doeleinden door de douaneautoriteiten zijn erkend of aanvaard.
(artikel 49, lid 2, Verordening (EG) nr. 1186/2009)
14.9 Reikwijdte vrijstelling belastingen
De vrijstelling van invoerrecht is van overeenkomstige toepassing op de omzetbelasting voor het brengen in het vrije verkeer van voorwerpen die deel uitmaken van verzamelingen en kunstvoorwerpen van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard zoals is bedoeld in bijlage II, onderdeel B, Verordening (EG) nr. 1186/2009.
Daarbij gelden de volgende voorwaarden:
-
de levering, die aan het brengen in het vrije verkeer ten grondslag ligt, moet gratis plaatsvinden; of
-
in het geval de levering onder bezwarende titel plaatsvindt de goederen worden geleverd door een ander dan een ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968.
(artikel 7:22 van de Algemene douaneregeling)
Een ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent kan worden aangemerkt als een ondernemer. Daaronder wordt ook begrepen een
ieder die een beroep uitoefent of die een vermogensbestanddeel exploiteert om er duurzaam een opbrengst uit te verkrijgen.
(artikel 7 Wet op de omzetbelasting 1968)
Bij het brengen in het vrije verkeer van visueel en auditief materiaal van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard dat is genoemd in de bijlage II, onderdeel A, Verordening (EG) nr. 1186/2009 kan geen vrijstelling van omzetbelasting worden verleend.
14.10 Vergunning
Het is een vrijstelling waarvoor bij het brengen in het vrije verkeer geen vergunning is vereist.
Wel dient in voorkomend geval de instelling of organisatie te zijn aangewezen in bijlage X van de Algemene douaneregeling om voor de vrijstelling in aanmerking te komen. Zie voor de procedure paragraaf 1.6.
(artikel 7:2, artikel 7:2a en artikel 7:4, lid 1 van de Algemene douaneregeling)