Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

24.00.00 Douanevrijstellingen

25 Goederen voor slachtoffers van rampen

In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen voor het gebruik van de vrijstelling bij het brengen in het vrije verkeer van goederen die zijn bestemd ten bate van slachtoffers van rampen.

Naar boven

25.1 Wettelijke basis

De vrijstelling van invoerrecht is voorzien in Verordening (EG) nr. 1186/2009 (Titel II, Hoofdstuk XVII, artikelen 74 tot en met 80).

De vrijstellingen van omzetbelasting, accijns en verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken zijn voorzien in artikel 7:27 van de Algemene douaneregeling. De vrijstelling van omzetbelasting is gebaseerd op Richtlijn nr. 2009/132/EG (Titel VIII, Hoofdstuk 4, artikelen 51 tot en met 57).

Naar boven

25.2 Reikwijdte vrijstelling invoerrecht

De vrijstelling van invoerrecht heeft betrekking op:

  • goederen die worden verstrekt aan slachtoffers van rampen die het grondgebied van één of meer lidstaten van de Unie hebben getroffen;

  • goederen die ter beschikking worden gesteld van de slachtoffers van deze rampen maar in eigendom blijven van hulpverlenende organisaties en instellingen;

  • goederen die in verband met bestrijding van gevolgen van deze rampen en door hulpverlenende organisaties en instellingen het douanegebied van de Unie worden binnengebracht om voor de duur van hun hulpverlening in hun behoeften te voorzien.

(artikel 74 Verordening (EG) nr. 1186/2009)

Naar boven

25.3 Gratis

Voor het verlenen van de vrijstelling is als voorwaarde gesteld dat de goederen gratis worden verstrekt aan of ter beschikking worden gesteld van slachtoffers van rampen die het grondgebied van één of meer lidstaten van de Unie hebben getroffen.
(artikel 74 Verordening (EG) nr. 1186/2009)

Naar boven

25.4 Uitgesloten producten

Er wordt geen vrijstelling verleend voor materiaal of materieel dat is bestemd voor de wederopbouw in de rampgebieden. Dit betekent dat slechts die goederen voor vrijstelling in aanmerking komen, die zullen worden gebruikt bij bestrijding van directe gevolgen en leniging van directe nood die door de rampen zijn veroorzaakt.
(artikel 75 Verordening (EG) nr. 1186/2009)

Naar boven

25.5 Overheidsinstellingen, instellingen en instanties

De vrijstelling kan slechts worden verleend aan:

  • overheidsinstellingen;

  • instellingen met een liefdadig of filantropisch karakter die de douaneautoriteiten van de lidstaat waar zij zijn gevestigd toestemming hebben verleend de goederen met vrijstelling te verwerven. De instellingen die in Nederland toestemming hebben verkregen zijn genoemd in bijlage artikel 7:4, lid 8 van de Algemene douaneregeling. Deze vrijstelling is voorbehouden aan de Vereniging het Nederlandse Rode Kruis, de Stichting Leger des Heils en de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Zie voor de procedure daarvoor paragraaf 1.6.
    Voor aanwijzing als filantropische of liefdadige instelling komen in aanmerking instellingen die geen winst beogen of maken en in hoofdzaak werkzaam zijn op het gebied van filantropie of liefdadigheid.

  • hulpverlenende instanties.

(artikel 74 Verordening (EG) nr. 1186/2009, artikel 7:2, artikel 7:2a, artikel 7:4, lid 8, van de Algemene douaneregeling)

Naar boven

25.6 Beschikking Europese Commissie

De vrijstelling kan pas worden verleend als de Europese Commissie op verzoek van de lidstaat of lidstaten van de rampgebieden een beschikking heeft vastgesteld. In de beschikking worden eventueel nadere voorwaarden en beperkingen voor het gebruik van de vrijstelling opgenomen. De lidstaat of de lidstaten kunnen toestemming verlenen de goederen in het vrije verkeer te brengen met schorsing van het invoerrecht, ingeval de beschikking van de Europese Commissie nog niet is afgegeven. De organisaties of instellingen moeten verklaren dat de invoerrechten zullen worden betaald als geen vrijstelling wordt toegekend.
(artikel 76 Verordening (EG) nr. 1186/2009)

Voorbeeld:

De Europese Commissie heeft met Besluit (EU) 2020/491 van 3 april 2020 toestemming gegeven om persoonlijke beschermingsmiddelen met vrijstelling van invoerrechten en omzetbelasting in te voeren. Dit zijn goederen die bestemd zijn om gratis te worden verstrekt aan organen en organisaties en aan de personen die getroffen zijn door of risico lopen als gevolg van Covid-19 of betrokken zijn bij de bestrijding van de Covid-19-uitbraak. Het betreft bijvoorbeeld de invoer van mondmaskers, schorten en handschoenen, maar ook van testkits en vaccinaties. Dit besluit is voorlopig geldig van 1 april 2020 tot en met 31 december 2021.

Naar boven

25.7 Boekhouding

De vrijstelling kan slechts worden verleend in het geval de organisaties en instellingen een boekhouding voeren op grond waarvan hun activiteiten kunnen worden gecontroleerd en voor zover die boekhouding alle noodzakelijke waarborgen biedt voor een goed verloop van de vrijstelling.
(artikel 77 Verordening (EG) nr. 1186/2009)

Naar boven

25.8 Niet voldoen voorwaarden / Andere doeleinden

In het geval de instellingen of organisaties waaraan vrijstelling van invoerrecht is verleend niet langer aan de voorwaarden voldoen of goederen die aan slachtoffers van rampen worden verstrekt of ter beschikking worden gesteld of ten behoeve van de hulpverlening bij de directe rampenbestrijding voor andere doeleinden gebruiken moeten de douaneautoriteiten van de lidstaat waar zij zich bevinden daarvan in kennis stellen.
(artikel 80, lid 1, Verordening (EG) nr. 1186/2009)

Ingeval de goederen in het bezit blijven van instellingen en organisaties die niet langer aan de voorwaarden voldoen worden overgedragen aan een instelling of organisatie die ook voor deze vrijstelling of voor de vrijstelling van artikel 61, lid 1, onder a, Verordening (EG) nr. 1186/2009 (zie Hoofdstuk 22) in aanmerking komt blijft de vrijstelling bestaan voor zover deze instelling of organisatie de goederen voor de toegestane doeleinden gebruikt.
(artikel 80, lid 2, eerste alinea, Verordening (EG) nr. 1186/2009)

In het geval niet aan de voorwaarden wordt voldaan of er sprake is van gebruiken voor andere doeleinden ontstaat in principe een douaneschuld. De invoerrechten worden geheven naar het tarief en de douanewaarde die welke op de dag van het niet langer voldoen aan de voorwaarden of het gebruiken voor andere doeleinden door de douaneautoriteiten zijn erkend of aanvaard.
(artikel 80, lid 2 en lid 3, Verordening (EG) nr. 1186/2009)

Er is pas sprake van het overdragen van goederen als niet alleen de eigendom maar ook de feitelijke beschikkingsmacht van de goederen wordt overgedragen.

Naar boven

25.9 Reikwijdte vrijstelling belastingen

De vrijstelling van invoerrecht is van overeenkomstige toepassing op de omzetbelasting, de accijns en de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.
(artikel 7:27 van de Algemene douaneregeling)

Naar boven

25.10 Vergunning

Het is een vrijstelling waarvoor bij het brengen in het vrije verkeer geen vergunning is vereist. Wel dient in voorkomend geval de instelling of organisatie te zijn aangewezen in artikel 7:4, lid 8 van de Algemene douaneregeling om voor de vrijstelling in aanmerking te komen. Zie voor de procedure paragraaf 1.6.

Deze vrijstelling nu is voorbehouden aan de Vereniging het Nederlandse Rode Kruis en de Stichting Leger des Heils.
(artikel 7:2, artikel 7:2a en artikel 7:4, lid 8, van de Algemene douaneregeling)

Naar boven