Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

17.00.00 Bijzondere bestemming

13 Douaneschuld door niet-naleving

Een douaneschuld kan ontstaan door niet-naleving van:

  • een verplichting (bijvoorbeeld verstrijking van de aanzuiveringstermijn); of

  • een voorwaarde (bijvoorbeeld overschrijding van de in de vergunning bijzondere bestemming vermelde hoeveelheid of plaatsing van andere goederen dan in de vergunning bijzondere bestemming zijn vermeld).

De niet-naleving van een verplichting heeft betrekking op een situatie nadat de goederen onder de regeling zijn geplaatst. De niet-naleving van een voorwaarde heeft betrekking op een situatie bij plaatsing van de goederen onder de regeling.

Niet-naleving van een verplichting van de regeling bijzondere bestemming

De niet-naleving van een verplichting van de regeling bijzondere bestemming leidt tot het ontstaan van een douaneschuld.
(artikel 79, lid 1 letter b DWU)

Schuldenaar is in dit geval de persoon die de verplichtingen diende na te leven. Dit is de houder van regeling. In principe is dit de aangever.

Is sprake van overdracht van rechten en plichten? Degene aan wie de rechten en plichten worden overgedragen (de overnemer), wordt dan de houder van de regeling. Als de rechten en plichten zijn overgedragen, is de overnemer verantwoordelijk voor de naleving van de verplichtingen van de regeling bijzondere bestemming. Dit betekent dat de overnemer schuldenaar kan worden door niet-naleving van deze verplichtingen. Zie voor informatie over overdracht van rechten en plichten hoofdstuk 9 van dit onderdeel.

(artikel 5, punt 35 DWU en artikel 79, lid 3 DWU)

Het ogenblik waarop niet of niet langer wordt voldaan aan de verplichtingen is het tijdstip waarop de douaneschuld ontstaat (bijvoorbeeld de dag waarop de aanzuiveringstermijn is verstreken). Het bedrag aan invoerrechten wordt dan vastgesteld op basis van de douanewaarde, de hoeveelheid en het percentage invoerrecht op dat tijdstip. De tariefindeling die moet worden toegepast, is de tariefindeling van de onder de regeling bijzondere bestemming geplaatste goederen (ook als op het tijdstip waarop de douaneschuld ontstaat de goederen zijn verwerkt tot een halffabricaat).
(artikel 79, lid 2 letter a DWU)

Niet-naleving van een voorwaarde van de regeling bijzondere bestemming

De niet-naleving van een voorwaarde van de regeling bijzondere bestemming leidt ook tot het ontstaan van een douaneschuld.
(artikel 79, lid 1 letter c DWU)

Schuldenaar is in dit geval de persoon die moet voldoen aan de voorwaarden voor de plaatsing van de goederen onder de regeling bijzondere bestemming, voor de douaneaangifte van de onder die regeling geplaatste goederen, of voor de toepassing van de vrijstelling of het verlaagde invoerrecht.
(artikel 79, lid 4 DWU)

De douaneschuld ontstaat op het tijdstip waarop de douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling bijzondere bestemming wordt aanvaard.
(artikel 79, lid 2 letter b DWU)

Aftrek reeds betaalde invoerrechten

Als op grond van artikel 79, lid 1 DWU een douaneschuld ontstaat voor goederen die onder de regeling bijzondere bestemming zijn geplaatst met toepassing van een verlaagd invoerrecht, dan wordt het betaalde bedrag aan invoerrechten op het met de douaneschuld overeenkomende bedrag aan invoerrechten in mindering gebracht. Deze aftrek geldt zowel bij een douaneschuld die ontstaat door niet-naleving van een verplichting als bij een douaneschuld die ontstaat door niet-naleving van een voorwaarde.
(artikel 80, lid 1 DWU)

Voorbeeld

Bij plaatsing onder de regeling bijzondere bestemming is een verlaagd invoerrecht toegepast en is een bedrag van € 4.000 aan invoerrechten betaald. Vervolgens verstrijkt de aanzuiveringstermijn en de goederen hebben de voorgeschreven bijzondere bestemming niet gekregen. Er ontstaat dan een douaneschuld door niet-naleving van een verplichting van de regeling bijzondere bestemming. Als de douaneschuld ontstaat voor een bedrag van € 10.000 aan invoerrechten, dan kan hierop de betaalde € 4.000 in mindering worden gebracht. Dit betekent dat bij het ontstaan van de douaneschuld een bedrag van € 6.000 aan invoerrechten wordt geheven.

Als het bij plaatsing onder de regeling bijzondere bestemming betaalde bedrag aan invoerrechten hoger is dan het met de douaneschuld overeenkomende bedrag aan invoerrechten, dan wordt geen terugbetaling verleend.

Omzetbelasting

Als een douaneschuld ontstaat door niet-naleving van een verplichting of voorwaarde van de regeling bijzondere bestemming, dan is omzetbelasting verschuldigd over de alsnog verschuldigde invoerrechten.

Meer informatie

Zie voor meer informatie over het ontstaan van de douaneschuld onderdeel 28.00.00 van dit Handboek.