17.00.00 Bijzondere bestemming
4 Equivalente goederen
4.1 Voorwaarden
Equivalente goederen zijn Uniegoederen die in plaats van de onder de regeling bijzondere bestemming geplaatste goederen worden gebruikt of verwerkt.
Deze equivalente goederen moeten:
-
onder dezelfde achtcijfercode van de gecombineerde nomenclatuur zijn ingedeeld;
-
dezelfde handelskwaliteit; en
-
dezelfde technische kenmerken hebben als de goederen die zij vervangen.
(artikel 223, lid 1 DWU)
Het gebruik van equivalente goederen moet specifiek zijn vergund. De vergunninghouder moet in zijn vergunning bijzondere bestemming toestemming hebben om hiervan gebruik te mogen maken.
Het gebruik van equivalente goederen is toegestaan op voorwaarde dat de goede werking van de regeling, met name wat douanetoezicht
betreft, is verzekerd. Een geautoriseerd marktdeelnemer voor douanevereenvoudigingen (AEO-C) wordt geacht hieraan te voldoen
voor zover bij de AEO-vergunning rekening is gehouden met de activiteit in het kader van het gebruik van equivalente goederen
voor de betrokken regeling.
(artikel 223, lid 2 DWU)
Het is niet van belang of het gebruik van equivalente goederen systematisch is of niet. Het gebruik van equivalente goederen
kan zelfs worden toegestaan als er slechts in incidentele gevallen gebruik van wordt gemaakt.
(artikel 169, lid 1 GVo.DWU)
In de volgende gevallen is het gebruik van equivalente goederen bij de regeling bijzondere bestemming niet toegestaan:
-
wanneer de onder de regeling bijzondere bestemming geplaatste goederen onderworpen zouden zijn aan een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij werden aangegeven voor het vrije verkeer;
-
wanneer goederen of producten genetisch zijn gewijzigd of elementen bevatten die een genetische wijziging hebben ondergaan.
(artikel 169, lid 2 en lid 5 GVo.DWU)
Het gebruik van equivalente goederen is niet onderworpen aan de formaliteiten voor de plaatsing van goederen onder de regeling
bijzondere bestemming.
(artikel 268, lid 1 UVo.DWU)
De vergunninghouder moet in zijn administratie de gegevens vermelden aan de hand waarvan het douanetoezicht en controles op
het gebruik van equivalente goederen kunnen worden uitgeoefend.
(artikel 178, lid 1 letter l GVo.DWU)
4.2 Beëindiging douanetoezicht
In de volgende gevallen staan de goederen die door equivalente goederen zijn vervangen niet langer onder douanetoezicht:
-
de equivalente goederen zijn gebruikt voor de doeleinden die zijn vastgesteld voor de toepassing van de vrijstelling of het verlaagde invoerrecht (De equivalente goederen hebben in plaats van de onder de regeling bijzondere bestemming geplaatste goederen de voorgeschreven bijzondere bestemming gekregen. De onder de regeling bijzondere bestemming geplaatste goederen hoeven de voorgeschreven bijzondere bestemming dan niet meer te krijgen.);
-
de equivalente goederen worden uitgevoerd, vernietigd of afgestaan aan de staat;
-
de equivalente goederen zijn gebruikt voor doeleinden waarvoor de vrijstelling of het verlaagde invoerrecht niet geldt, en de toepasselijke invoerrechten zijn betaald.
(artikel 268, lid 3 UVo.DWU)
Naar boven