19.00.00 Passieve veredeling
13 Bijlage 6: Forfaitaire percentages
Een textielbedrijf in de EU voert regelmatig goederen tijdelijk uit naar een derde land waar ze tot kledingstukken worden verwerkt, waarna deze weer in de EU worden ingevoerd. Om aan de eisen van de mode te kunnen voldoen is het van belang dat het bedrijf de vervaardigde kledingstukken zo spoedig mogelijk weer kan invoeren. Ter verkorting van de inklaringstermijnen neemt het bedrijf contact op met de douane. Het kan aantonen dat het in het kader van de lopende vergunning in de voorgaande zes maanden € 1.000.000 heeft betaald voor de verwerking van de goederen tot kledingstukken. De totale waarde van de tijdelijk uitgevoerde goederen (stoffen, knopen, garen, toebehoren) die in de veredelingsproducten zijn verwerkt bedraagt € 2.500.000. Op de veredelingsproducten (kledingstukken) zijn 14% rechten bij invoer verschuldigd. De rechten bij invoer op de tijdelijk uitgevoerde goederen verschillen al naar gelang de aard van de goederen. In dit voorbeeld hebben we het voor de tijdelijk uitgevoerde goederen in mindering te brengen bedrag op € 300.000 gesteld. De kosten van vervoer en verzekering werden in overeenstemming met de regels inzake de vaststelling van de douanewaarde geraamd op € 70.000.
2.2. Vaststelling van het gemiddelde heffingspercentage
2.2.1. Douanewaarde van de veredelingsproducten:
-
waarde van de tijdelijk uitgevoerde goederen € 2.500.000
-
kosten van de veredeling € 1.000.000
-
vervoer en verzekering € 70.000
totaal € 3.570.000
2.2.2. Verschuldigde rechten bij invoer:
-
op de veredelingsproducten: € 3 570 000 x 14% = A € 499.800
-
in mindering te brengen rechten (op de tijdelijk uitgevoerde goederen) = B € 300.000
-
verschil: verschuldigde rechten bij invoer: (A B) = € 199.800
2.2.3. Gemiddeld percentage van de rechten:
-
verschuldigde rechten bij invoer: 199.800
-
kosten van veredeling: 1.000.000
(199.800 / 1.000.000) * 100 = 19,98 % afgerond 20%.
-
De 20% worden verhoogd met bijvoorbeeld 1 procentpunt, tot 21%, om te voorkomen dat het geboekte bedrag aan rechten bij invoer lager is dan het verschuldigde bedrag.
2.3. inning van de rechten bij invoer
In de referentieperiode (bijvoorbeeld zes maanden) kan de vergunninghouder de kledingstukken invoeren en elke zending in het vrije verkeer brengen tegen betaling van een bedrag van 21% van de kosten van veredeling, het bedrag van de rechten behoeft niet voor elke zending apart te worden berekend (zie punt 2.2.3).
2.4. Aanzuivering aan het einde van de referentieperiode
2.4.1 Feitelijke gegevens
-
betaalde veredelingskosten € 1.250.000
-
betaalde rechten bij invoer(21%) € 262.500
-
rechten bij invoer die op de veredelingsproductenvan toepassing zijn: 14%
-
waarde van de tijdelijk uitgevoerde goederen € 3.000.000
-
vervoer en verzekering € 100.000
-
de rechten bij invoer die van toepassing zijn op de
tijdelijk uitgevoerde goederen verschillen al naar
gelang de aard van de goederen. In dit voorbeeld
wordt het bedrag aan rechten gesteld op € 350.000
2.4.2. Douanewaarde van de veredelingsproducten
-
waarde van de tijdelijk uitgevoerde goederen € 3.000.000
-
kosten van de veredeling €1.250.000
-
vervoer en verzekering €100.000
€ 4.350.000
2.4.3. Verschuldigde rechten bij invoer
-
A = rechten op de veredelingsproducten:
4 350 000 x 14% € 609.000 -
B = in mindering te brengen rechten op de tijdelijk uitgevoerde goederen: € 350.000
verschuldigde rechten bij invoer = (A — B) = € 259.000
-
te veel aan geheven rechten:
€ 262.500 — € 259.000 = € 3 500 (terug te betalen of kwijt te schelden)
2.4.4. Bepaling van een nieuw gemiddeld percentage voor de volgende referentieperiode:
-
verschuldigde rechten bij invoer: 259.000
-
kosten van de veredeling: 1.250.000
(259.000 / 1.250.000) * 100 = 20,72 % afgerond 21%.
De 21% wordt met bijvoorbeeld een procentpunt verhoogd tot 22% om ervoor te zorgen dat geen lager dan het verschuldigde recht wordt geboekt.