19.00.00 Passieve veredeling
5 Berekenen van de vrijstelling
5.1 Algemeen
De douaneregeling passieve veredeling kent een aantal methoden om de vrijstelling te berekenen. Dit hangt af van de behandelingen die de goederen hebben ondergaan.
Deze methoden worden hieronder afzonderlijk behandeld.
Naar boven5.2 De vrijstelling door aftrek douanerechten communautaire component in veredelingsproducten.
Deze vrijstelling gaat uit van het gegeven dat moet worden vermeden dat de communautaire goederen die tijdelijke uitgevoerd zijn geweest en passief zijn veredeld, bij het in het vrije verkeer brengen van de veredelingsproducten, worden belast.
De vrijstelling komt op de volgende manier tot stand:
(artikel 151 lid 1 CDW)
-
Bereken het bedrag aan rechten dat voor het in het vrije verkeer brengen van de veredelingproducten van toepassing is
Voor de berekening van de douanewaarde van de veredelingsproducten geldt in principe als basis de transactiewaarde. Dit betekent dus dat sprake moet zijn van een betaalde of nog te betalen prijs voor de goederen.
Deze methode zal met name voorkomen als de degene die de opdracht tot passieve veredeling geeft, de goederen aan de veredelaar verkoopt en vervolgens terugkoopt bij een juiste be- of verwerking, zodat er sprake is van een transactiewaarde.
Veelal zal aan de veredeling geen verkoopcontract ten grondslag liggen, maar een maaklooncontract. Bij een maaklooncontract worden aan de veredelaar de goederen, inclusief hulpmiddelen benodigd voor de uit te voeren handelingen, ter beschikking gesteld. Vaak zonder dat hiervoor kosten worden berekend.
Degene die de veredeling laat verrichten betaalt vervolgens aan de veredelaar de veredelingskosten en de kosten voor de toegevoegde niet- communautaire goederen. Hij betaalt dus niet voor de veredelingsproducten, maar voor diverse handelingen die tot deze verdelingsproducten hebben geleid, inclusief de niet-communautaire gebruikte materialen.
In dat geval geldt een andere berekeningswijze voor de douanewaarde van de veredelingsproducten, waarbij de werkelijke kosten
van de veredeling worden verhoogd met de waarde van de tijdelijke uitgevoerde goederen.
(artikel 32, lid 1, letter b i CDW)
Voorbeelden van deze berekeningen vindt u in par. 2.29 onderdeel 9.00.00 Douanewaarde van dit handboek.
In dat geval kan geen gebruik meer worden gemaakt van de bepaling van de waarde gebaseerd op de transactiewaarde, maar moet
een andere methode van waardebepaling worden toegepast bijvoorbeeld transactiewaarde identieke goederen.
(artikel 30 en 31 CDW)
-
Verminder dit berekende bedrag met het bedrag aan rechten dat op dezelfde datum, (de dag dat de aangifte voor het vrije verkeer wordt aanvaard) van toepassing zou zijn, als de onder de douaneregeling passieve veredeling geplaatste goederen uit het land waar de veredeling heeft plaatsgevonden, in het vrije verkeer zouden zijn gebracht.
Om het bedrag te berekenen dat in mindering wordt gebracht wordt uitgegaan van de fictieve situatie dat de onder de douaneregeling
passieve veredeling geplaatste communautaire goederen als niet-communautaire goederen in het vrije verkeer zijn gebracht op
de dag dat de aangifte voor het vrije verkeer wordt aanvaard. Zo wordt bewerkstelligd dat de communautaire goederen niet volledig
worden belast in de veredelingsproducten.
(artikel 151 lid 1 CDW)
Bij deze berekening gelden de volgende regels:
-
Voor de hoeveelheid en soort van de tijdelijke uitvoergoederen is de datum van plaatsing (lees: aanvaardingsdatum aangifte) onder de douaneregeling passieve veredeling bepalend
-
Voor het tarief van douanerechten is de datum van aanvaarding van aangiften voor het in het vrije verkeer brengen van de veredelingsproducten bepalend
(artikel 151 lid 2 CDW).
Voorbeeld
Voor het vervaardigen van kostuums worden rollen stof tijdelijk uitgevoerd. Het opbrengstpercentage is 95 %. De ontbrekende
5% zijn reepjes stof, welke als bijkomende veredelingproducten zijnde afvallen worden aangemerkt
Voor het vervaardigen van de kostuums is wel 100% van de stof noodzakelijk, omdat vervaardiging zonder 5% afvallen niet mogelijk is.
Voor de berekening van douanewaarde voor de tijdelijk uitgevoerde goederen mag nu van de totale hoeveelheid en dus ook volledige
waarde van geleverde stof worden uitgegaan.
(artikel 590 lid 1 Tvo CDW)
In bijlage 1 van dit onderdeel wordt aan de hand van een voorbeeld de douaneregeling passieve veredeling toegelicht.
Voorbeeld
Voor het vervaardigen van kostuums worden rollen stof uitgevoerd naar China. De waarde van de kostuums bedraagt 1000 euro.
De waarde van de stof die in de kostuums is verwerkt bedraagt 500 euro. Het percentage douanerecht op kostuums uit China is
10% Het percentage douanerecht op de gebruikte stof als die stof vanuit China zou worden ingevoerd is 5%, bovendien is er
een anti-dumpingheffing van 50% van toepassing op die stof.
Bij het vast te stellen bedrag aan vrijstelling wordt geen rekening gehouden met de anti-dumpingheffing.
Te betalen douanerecht:(1000 x 10%) – (500 x 5%) = 75 euro
Naar boven5.3 Passieve veredeling na een bijzondere bestemming met verlaagd recht
In paragraaf 2.1 is vermeld dat goederen niet onder de douaneregeling passieve veredeling kunnen worden geplaatst, als de
te veredelen goederen voordat zij werden wederuitgevoerd met totale vrijstelling van rechten bij invoer in het vrije verkeer
waren gebracht en de voorwaarden voor deze vrijstelling van toepassing zijn gebleven.
(artikel 146, lid 1, tweede streepje CDW)
Zijn de goederen onder een bijzondere bestemming geplaatst met een verlaagd douanerecht en zijn de regels van deze bijzondere bestemming nog van toepassing en worden zij passief veredeld? Dan is het bedrag dat in mindering mag worden gebracht bij het in het vrije verkeer brengen, gelijk aan het verlaagde bedrag aan rechten dat van toepassing was bij plaatsing onder de bijzondere bestemming.
Voorbeeld
Niet-communautaire goederen worden in het vrije verkeer gebracht met een bijzondere bestemming. In plaats van het normale
derdelandentarief van 5% is nu een tarief van 3% van toepassing. Vervolgens worden deze goederen geplaatst onder de regeling
passieve veredeling. Bij wederinvoer van de veredelingsproducten na passieve veredeling moet nu worden uitgegaan van 3% om
de vrijstelling te berekenen.
(artikel 151 lid 2 tweede streepje CDW).
5.4 Passieve veredeling en preferentiële douanerechten
Geldt voor de verdelingsproducten een preferentiële tariefbehandeling? En is voor de tijdelijke uitgevoerde goederen, als
zij vanuit het land van de veredeling in het vrije verkeer zouden worden gebracht, ook een preferentiële tariefbehandeling
van toepassing? Dan is dit preferentiële tarief het tarief dat moet worden gehanteerd bij de bepaling van het in mindering
te brengen bedrag.
(artikel 151 lid 4 CDW)
Voorbeeld:
-
Veredelingsproducten : stoelpoten gemaakt van aluminium voorzien van gaten;
-
Douanewaarde: : 10.000 euro
-
Douanerecht: 8%
-
Preferentieel recht: 2%
De douaneschuld voor de veredelingsproducten bedraagt nu: 200 euro.
-
Tijdelijke uitgevoerde goederen : aluminium buizen
-
Douanewaarde: 2.000 euro
-
Douanerecht: 5%
-
Preferentieel tarief aluminium
buizen indien in het vrije
verkeer gebracht uit land
veredeling: 1%
Berekening douaneschuld :
-
Veredelingsproducten
10.000 euro x 2% = 200 euro
-
Aftrek aluminiumbuizen:
Douanerecht : 2.000 euro x 5% = 100 euro
Preferentieel tarief : 2.000 euro x 1% = 20 euro
In dit geval moet nu 20 euro in mindering worden gebracht van de douaneschuld voor de stoelpoten, waardoor de douaneschuld 180 euro bedraagt.
Naar boven5.5 Alternatieve berekening douaneschuld
Naast de in de vorige paragrafen beschreven methoden om de douaneschuld te berekenen, is er een vereenvoudigde berekeningswijze.
Deze berekeningswijze gaat uit van de kosten van de veredeling als heffingsgrondslag
Als kosten van de veredeling zijn aan te merken: alle kosten die de persoon die de veredeling laat uitvoeren, betaalt of verschuldigd wordt aan de veredelaar.
Voor de berekening van dit bedrag blijven de tijdelijk uitgevoerde goederen volledig buiten beschouwing. De kosten van de
veredeling treden in de plaats van de transactiewaarde.
(artikel 153 tweede alinea CDW en artikel 591 laatste alinea Tvo. CDW)
De vergunninghouder moet hierom verzoeken. Dit kan zowel in de schriftelijke vergunningaanvraag, als in de vergunningaanvraag
op de aangifte.
(artikel 591 Tvo. CDW)
Zijn de tijdelijke uit te voeren goederen van niet communautaire oorsprong en tegen nulrecht in de EU in het vrije verkeer
gebracht en worden ze daarna gebruikt voor de douaneregeling passieve veredeling, dan moet dit in het vrije verkeer brengen
niet zijn gebeurd met het oog op de latere douaneregeling passieve veredeling, dit om een dubbele begunstiging te voorkomen.
Tenzij er aanwijzingen zijn voor het tegendeel wordt er geen gericht onderzoek naar de nakoming van deze bepaling gedaan.
(artikel 591, tweede alinea Tvo. CDW)
5.6 Gratis Herstelling
Een andere mogelijkheid tot het verlenen van de vrijstelling in het kader van de douaneregeling passieve veredeling is gratis
herstelling. Deze vrijstelling is een volledige vrijstelling.
(artikel 152 CDW)
Voorwaarden voor deze vrijstelling:
-
Er moet sprake zijn van contractuele of wettelijke garantieverplichting, hetzij
-
Er moet sprake zijn van een productiefout
Het maakt voor de toepassing van deze vrijstelling niet uit of de fouten en defecten geconstateerd worden op het moment van het in het vrije verkeer brengen danwel dat zij later zijn opgetreden of ontdekt.
Aan de Douane moet het bewijs worden geleverd van de garantieverplichting of het bestaan van een productiefout.
Een belangrijke eis is dat de tijdelijk uit te voeren goederen ook daadwerkelijk kunnen worden hersteld.
Voorkomen moet worden dat de defecte goederen vervangen worden door nieuwe goederen. Als hiervan sprake is zou een beroep
kunnen worden gedaan op het zogenaamde uitwisselingsverkeer. Hiervoor gelden specifieke eisen. Zie paragraaf 6 hierna.
(artikel 587 Tvo.CDW en artikel 154 CDW)
Is er bij het bepalen van de verkoopprijs al rekening gehouden met de gebreken die de goederen bezitten, dan kan dit artikel niet worden toegepast, een gratis herstelling wordt dan niet geaccepteerd om een dubbel voordeel te voorkomen.
Vindt de herstelling buiten de garantieperiode plaats of is geen sprake van een productiefout, dan kan dit artikel geen toepassing
vinden. Veelal is dan sprake van een herstelling tegen betaling.
(artikel 153 CDW)
5.7 Herstelling tegen betaling
In de voorgaande paragraaf was sprake van een gratis herstelling, nu wordt de vrijstelling voor herstelling tegen betaling
behandeld. Dit is een gedeeltelijke vrijstelling waarbij de veredelingskosten als douanewaarde gelden.
(artikel 153, eerste alinea, CDW)
Voorwaarden voor gedeeltelijke vrijstelling:
-
Het moet gaan om een herstelling en niet om een verbetering van het tijdelijk uitgevoerde product. Hieronder mag ook worden begrepen het vervangen van defecte onderdelen, het verwijderen van schadelijke delen, het herstellen van fabricagefouten etc.
(artikel 587 Tvo. CDW) -
De veredelingskosten mogen slechts de enige verplichting zijn die de vergunninghouder ten opzichte van de hersteller heeft. Hij mag bijvoorbeeld de vervangende delen niet kosteloos of tegen een verminderde prijs ter beschikking hebben gesteld. Is dit het geval dan moet een andere methode om voor vrijstelling in aanmerking te komen te worden gekozen.
(artikel 151 lid 1 CDW) -
De goederen moeten te herstellen zijn om een vervanging door nieuwe goederen te voorkomen.
(artikel 587 Tvo. CDW)