19.00.00 Passieve veredeling
6 Uitwisselingsverkeer
6.1 Algemeen
Uitwisselingsverkeer is een modaliteit binnen de douaneregeling passieve veredeling. Er kan een vergelijking gemaakt worden met het equivalentieverkeer bij de douaneregeling actieve veredeling.
Bij deze modaliteit van de douaneregeling passieve veredeling wordt het defecte product uitgevoerd naar een land buiten de
EU, waarna het vervangen wordt (uitgewisseld) door een zogenaamd vervangend product. Het vervangend product moet onder dezelfde
tariefindeling vallen, van dezelfde handelskwaliteit zijn en dezelfde technische kenmerken bezitten als het tijdelijk uitgevoerde
product.
(
artikel 154 en artikel 155
)
De douaneregeling passieve veredeling wordt beëindigd als het vervangende product in het vrije verkeer is gebracht. Het vervangende product hoeft later dan ook niet meer te worden teruggewisseld voor het eerder tijdelijk uitgevoerde product.
De wetgever heeft deze methode opgenomen om in te spelen op de noodzaak voor het bedrijfsleven om snel weer het productieproces te kunnen voortzetten. Een langdurige reparatie kan nadelig zijn voor de productie en tot ongewenste productieonderbrekingen leiden.
Ook kan de benodigde reparatie dusdanig lang duren en kostenintensief zijn, dat het gunstiger is een vervangend apparaat te leveren.
Naar boven6.2 Voorwaarden voor toepassing uitwisselingsverkeer
Uitwisselingsverkeer is alleen mogelijk bij herstelling van goederen, inclusief de revisie en de afstelling. Het mag hierbij
niet gaan om goederen die vallen onder het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het vervangen van communautaire goederen door
niet- communautaire goederen past niet in het Europese landbouwbeleid.
(artikel 154 lid 2 CDW)
Ook hier geldt dat de tijdelijk uitgevoerde goederen nog hersteld moeten kunnen worden. Hiermee wordt beoogd dat de variant
niet wordt gebruikt om afgeschreven goederen welke geheel zonder waarde zijn worden vervangen door goederen die wel volledig
functioneren en daardoor ook een veel hogere waarde vertegenwoordigen.
(
artikel 587 Tvo.CDW
)
Er hoeft in dit geval uiteraard niet te worden voldaan aan de algemene identiteitseis. Per definitie worden bij deze vorm
van passieve veredeling andere goederen in het vrije verkeer gebracht dan welke tijdelijk werden uitgevoerd.
(
artikel 148 lid 2 CDW en artikel 159 CDW
)
De vervangende producten moeten onder dezelfde tariefindeling vallen, van dezelfde handelskwaliteit zijn en dezelfde technische kenmerken bezitten als de tijdelijk uitgevoerde goederen, als deze laatste de beoogde herstelling zouden hebben ondergaan.
Zijn de tijdelijke uitgevoerde goederen voor de uitvoer gebruikt, dan moeten de vervangende goederen ook gebruikt zijn.
(artikel 155 lid 1 en lid 2 CDW )
Uitwisselingsverkeer kan slechts worden toegestaan als aan deze voorwaarde is voldaan en dat is na te gaan.
Dezelfde tariefindeling betekent hier de achtcijferige code van de Gecombineerde nomenclatuur.
Gaat het om goederen die gratis vervangen worden, hetzij op grond van contractuele verplichtingen of wettelijke garantieverplichtingen, hetzij wegens een fabricagefout, dan mag worden afgeweken van de regel dat de vervangende goederen ook gebruikt moeten zijn als dit ook gold voor de tijdelijk uitgevoerde goederen.
Achterliggende gedachte is dat voor de toepassing van deze bepaling de tijdelijk uitgevoerde goederen zich ook nog in relatieve
nieuwstaat bevonden en dus vaak ook vervangen zullen worden door nieuwe goederen.
(artikel 155 lid 2 CDW)
6.3 Realisering vrijstelling
Voor de vervangende producten gelden dezelfde regels als voor daadwerkelijk veredelde goederen. Dus de regels voor het in
aanmerking komen voor de vrijstelling, de toepassing van de berekeningswijze voor de vrijstelling en dergelijke, moeten overeenkomstig
worden toegepast.
(artikel 154 lid 3 Tvo CDW)
Is er sprake van uitwisselingsverkeer tegen betaling, dan zijn er twee mogelijkheden om de douaneschuld te berekenen:
Mogelijkheid 1, de berekeningswijze van artikel 151 CDW.
In dit geval is de douanewaarde van de in het vrije verkeer gebrachte goederen (de vervangende producten) veelal opgebouwd
uit de kosten die gemaakt moeten worden om de defecte goederen te herstellen, vermeerderd met waarde van de tijdelijk uitgevoerde
goederen zoals vermeld in de aangifte ten uitvoer.
Zie verder paragraaf 5.2. van dit onderdeel voor de berekening van de vrijstelling.
Mogelijkheid 2, de berekeningswijze van artikel 153, eerste alinea CDW.
In dit geval is de douanewaarde gelijk aan de kosten die de leverancier van de vervangende goederen moet maken en in rekening
brengt om de tijdelijk uitgevoerde goederen te repareren.
Zie verder paragraaf 5.7 van dit onderdeel.
Is sprake van een gratis uitwisseling van goederen in het kader van contractuele of wettelijke garantieverplichtingen danwel
productiefouten, dan ontstaat recht op volledige vrijstelling.
(artikel 152 CDW)
Zie verder paragraaf 5.6 van dit onderdeel.
6.4 Uitwisselingsverkeer met voorafgaande invoer
Om zo min mogelijk onderbrekingen in bijvoorbeeld een productieproces te voorkomen bij het defect raken van apparatuur, kan
de Douane toestaan dat de vervangende producten al in het vrije verkeer worden gebracht, voordat de tijdelijk uit te voeren
goederen worden uitgevoerd.
(artikel 154 lid 4 CDW)
De vervangende producten zouden bijvoorbeeld al in douane-entrepot kunnen zijn opgeslagen en bij noodzaak direct in het vrije verkeer kunnen worden gebracht.
Let op!
Behalve de vergunning op model kan bij deze modaliteit de vergunning ook worden aangevraagd met gebruikmaking van de aangifte tot in het vrije verkeer brengen van de vervangende producten.
Ook als al een vergunning passieve veredeling is afgegeven en die vergunning omvat niet de modaliteit uitwisselingsverkeer
met voorafgaande invoer, kan de vergunning hiervoor worden aangevraagd op de aangifte voor het in het vrije verkeer brengen
van de vervangende producten. In feite wordt nu, door de aanvraag van deze modaliteit op de aangifte, gevraagd de bestaande
vergunning eenmalig uit te breiden.
(
artikel 497 lid 3 letter d tweede en derde streepje Tvo CDW)
Bij deze vorm van uitwisselingsverkeer wordt door de Douane een termijn van twee maanden vastgesteld, waarbinnen de uit te voeren goederen moeten zijn uitgevoerd.
Voor deze termijn geldt de datum van aanvaarding van de aangifte in het vrije verkeer als aanvangdatum. Deze termijn kan op
verzoek worden verlengd, zelfs als deze termijn al is verstreken.
(artikel 157 lid 1 en 2 CDW en
artikel 588 lid 2 Tvo. CDW)
Ook hier geldt weer dat de diverse berekeningswijzen voor de douaneschuld van toepassing kunnen zijn.
Zie verder hoofdstuk 5 van dit onderdeel.
Wordt gekozen voor de berekening op grond van artikel 151 CDW, dan geldt voor de berekening van het in mindering te brengen bedrag voor de tijdelijk uitgevoerde goederen, de volgende regel:
-
De heffingsgrondslagen (soort, aard, douanerecht etc.) zijn die welke van toepassing zijn op de goederen op de datum van aanvaarding van plaatsing van goederen onder de douaneregeling, i.c. de uitvoer.
Dit is dus een afwijking van de standaardmethode voor de berekening van het in mindering te brengen bedrag.
(artikel 151 lid 1 en 158 CDW)
Bij het uitwisselingsverkeer met voorafgaande invoer moet zekerheid worden gesteld voor het volledige bedrag van de douaneschuld. Dit gebeurt om, als de uit te voeren goederen niet zouden worden uitgevoerd, de volledige betaling van de douaneschuld zeker te stellen. De zekerheid moet worden gesteld op het moment dat de vervangende producten in het vrije verkeer worden gebracht.
Bij voorafgaande invoer onder de douaneregeling passieve veredeling kan voor de omzetbelasting geen vrijstelling worden verleend.
(artikel 154 lid 4 tweede alinea CDW)
Let op!
Heeft de vergunninghouder geen controle meer over de veredelingshandelingen (lees: het uitwisselingsverkeer), doordat de defecte
goederen verkocht worden en degene die deze ontvangt bepaalt welke goederen ter vervanging zullen worden gestuurd, dan kan
geen uitwisselingsverkeer plaatsvinden. De douaneregeling passieve veredeling kan in het geheel niet worden toegepast.
(artikel 147 lid 2 en artikel 159 CDW)