15.00.00 Basisbepalingen die de verschillende economische douaneregelingen gemeen hebben

7 Bijlage 1. Procedure grensoverschrijdende vergunning afgifte in Nederland

Als de Nederlandse douaneautoriteit de bevoegde afgevende instantie is geldt:

1. een aanvraag voor een grensoverschrijdende vergunning wordt ontvangen door:

   1. de bevoegde inspecteur: de inspecteur zendt direct een kopie van de aanvraag naar het ECGOV en stelt het aanspreekpunt in kennis;

   2. het ECGOV: het ECGOV zendt onverwijld de aanvraag naar de bevoegde inspecteur via het aanspreekpunt ECGOV

2. het ECGOV registreert de aanvraag, legt een dossier aan met daarin minimaal opgenomen een kopie van de aanvraag

3. de bevoegde inspecteur legt een dossier aan en stelt een onderzoek (zie hoofdstuk 6) in. Zo nodig wordt het ECGOV ingeschakeld voor advies of overleg met de aanvrager en / of met de douaneautoriteit van de betrokken lidstaat

4. als de bevoegde inspecteur van mening is dat de vergunning kan worden verleend, stelt hij de conceptvergunning op

5. de bevoegde inspecteur zendt de conceptvergunning naar het ECGOV. Hierbij worden alleen bescheiden meegestuurd die nodig zijn om een helder beeld over de werking van de regeling te geven

6. het ECGOV toetst de conceptvergunning op volledigheid en eenheid van beleid en uitvoering. Als daarvoor aanleiding is neemt het ECGOV contact op met de bevoegde inspecteur en het aanspreekpunt. Als dat niet het geval is, wordt de betrokken douaneautoriteit van de andere lidstaat in kennis gesteld door het ECGOV door toezending van de aanvraag en de conceptvergunning

7. de douaneautoriteit van de andere lidstaat moet binnen 15 dagen na de ontvangst van de kennisgeving deze ontvangst bevestigen. Het ECGOV bewaakt deze termijn en rappelleert zonodig

8. de douaneautoriteit van de andere lidstaat moet binnen 30 dagen na de ontvangst van de kennisgeving bezwaren op de conceptvergunning meedelen:

   1. als geen bewaren worden ontvangen kan de vergunning worden afgegeven

   2. als wel bezwaren worden ontvangen en hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt de aanvraag afgewezen op de punten waarop de bezwaren betrekking hebben

   3. het ECGOV bewaakt deze termijn en rappelleert zonodig

9. de bevoegde inspecteur verleent de vergunning met uitzondering van de punten van bezwaar waarop geen overeenstemming is bereikt. Als door de bezwaren waarop geen overeenstemming is bereikt de kern of controleerbaarheid van de vergunning wordt aangetast, wordt de gehele aanvraag afgewezen

10. de bevoegde inspecteur registreert de afgegeven vergunning in KIS.

11. nadat de vergunning is afgegeven moet een kopie worden toegezonden aan de douaneautoriteit van de andere lidstaat:

    1. de inspecteur zendt een kopie naar het ECGOV die het op zijn beurt doorstuurt naar de douaneautoriteit van de andere lidstaat

    2. het ECGOV bewaart een kopie van de vergunning in het eigen dossier