Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

18.00.00 Tijdelijke invoer

10 Vervoermiddelen

Volledige vrijstelling van rechten bij invoer wordt verleend voor vervoermiddelen onder de voorwaarden zoals in deze paragraaf opgenomen.

De vervoermiddelen die hier bedoeld worden moeten geschikt zijn en gebruikt worden voor het vervoer van goederen danwel personen. Een baggerschip valt dus niet onder deze categorie goederen, omdat dit niet geschikt is en gebruikt wordt voor het vervoer van goederen danwel personen. Voor dit schip zou bijvoorbeeld vrijstelling kunnen worden verleend op grond van de vrijstelling voor beroepsuitrusting.

Naar boven

10.1 Algemeen

Bij de voertuigen wordt onderscheid gemaakt tussen voertuigen voor bedrijfsdoeleinden en voertuigen voor particuliere doeleinden. Voor de duidelijkheid worden deze 2 groepen afzonderlijk behandeld.
(artikel 558 Tvo. CDW )

Naar boven

10.2 Voertuigen voor bedrijfsdoeleinden

Het betreft hier vervoermiddelen van diverse aard, zoals vrachtauto’s vliegtuigen, spoorwegmaterieel, binnenvaartschepen etc.

Het gebruik voor bedrijfsdoeleinden is gedefinieerd als:

Het gebruik van een vervoermiddel voor:

  • het vervoer van personen onder bezwarende titel (tegen betaling of andere gelijkwaardige tegenprestatie) of

  • industrieel of commercieel vervoer van goederen, al dan niet onder bezwarende titel (er is sprake van vervoer niet onder bezwarende titel als een bedrijf gebruik maakt van in eigen bezit zijnde vervoermiddelen)

Van industrieel of commercieel verkeer is al sprake als handelsreizigers, vertegenwoordigers, monteurs e.d. , monstercollecties, gereedschap, folders e.d. meevoeren.

Voertuigen die tot een handelsvoorraad behoren of die zijn bestemd voor bijvoorbeeld verkopen of afleveren kunnen niet worden begrepen onder wegvoertuigen die voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt.
(artikel 555, lid 1, letter a, TVo. CDW)

Ingeval van wegvoertuigen voor bedrijfsdoeleinden gelden naast de "douanebepalingen" ook zoals die ter zake van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
Deze wetgeving is opgenomen in boekwerk Wetgeving Veiligheid, Gezondheid, Economie en Milieu.

Let op!

De definitieve vrijstelling voor de in de voertuigen aanwezige brandstoffen wordt verleend op grond van. artikel 107 Verordening (EG) Nr. 1186/2009.

Naar boven

10.2.1 Registreren of toebehoren aan

Voertuigen voor bedrijfsdoeleinden moeten buiten het douanegebied van de EU zijn geregistreerd op naam van of toebehoren aan een persoon die buiten de EU is gevestigd.
(artikel 558, lid 1, letter a, TVo. CDW)

Naar boven

10.2.2 Gebruiken vervoermiddelen

Voertuigen voor bedrijfsdoeleinden moeten worden gebruikt door personen die buiten het douanegebied van de EU zijn gevestigd.
(artikel 558, lid 1, letter b, TVo. CDW)

Personen die in het douanegebied van de EU zijn gevestigd kunnen gebruik maken van:

  • spoorwegmaterieel indien hier een overeenkomst aan ten grondslag ligt.

  • aanhangwagens (bedrijfswagens, opleggers, en dergelijke) voor zover die zijn gekoppeld aan wegvoertuigen voor bedrijfsdoeleinden die in de EU zijn geregistreerd.

  • voertuigen in verband met een noodsituatie voor ten hoogste 5 dagen.

  • voertuigen voor bedrijfsdoeleindenvan een verhuurbedrijf voor zover de voertuigen binnen een termijn van maximaal vijf dagen de EU worden wederuitgevoerd.
    (artikel 559, letters b, c en d, TVo. CDW)

In buitengewone omstandigheden kan worden toegestaan dat wegvoertuigen voor bedrijfsdoeleinden incidenteel of voor een beperkte periode worden gebruikt door personen die in het douanegebied van de EU zijn gevestigd.
(artikel 561, lid 3, TVo. CDW )

Natuurlijke personen die in het douanegebied van de EU zijn gevestigd kunnen gebruik maken van wegvoertuigen voor bedrijfsdoeleinden die in dienst zijn van de eigenaar of gemachtigd zijn door de eigenaar welke is gevestigd buiten het douanegebied van de EU.
Het gebruik van wegvoertuigen voor bedrijfsdoeleinden door deze natuurlijke personen kan in het kader van de douaneregeling tijdelijke invoer worden beperkt ingeval van systematisch gebruik.
(artikel 561, lid 2, TVo. CDW )

Naar boven

10.2.3 Vervoeren en intern gebruik

Hoofdregel is dat voertuigen voor bedrijfsdoeleinden uitsluitend voor vervoer in het douanegebied van de EU mogen worden gebruikt dat aanvangt of eindigt buiten de EU (het zogenaamde cabotageverbod).
(artikel 558, lid 1, letter c Tvo. CDW )

In afwijking hiervan mogen wegvoertuigen ook voor intern verkeer worden gebruikt voor zover dat in de vervoersvoorschriften, zoals die ter zake van exploitatie en toelating, is toegestaan. Omdat er dan sprake kan zijn van een nadelige positie voor in de EU gevestigde vervoerders, is dit gebruik aan strenge regels gebonden.
(artikel 558, lid 1, letter c Tvo. CDW )

In Verordening (EEG) nr. 881/ 92 zijn voor dit gebruik o.a. voorgeschreven een vergunningplicht voor bepaald vervoer en een ontheffing van deze verplichting voor bepaalde soorten vervoer, zoals het vervoer van postzendingen.

Voor het gebruik van spoorwegmaterieel geldt geen cabotageverbod. Veelal zijn overeenkomsten tussen diverse spoorwegmaatschappijen afgesloten die het mogelijk maken van elkaars materiaal gebruik te maken.

Voor vliegtuigen geldt het cabotageverbod ook. Veelal zijn in luchtvaartverdragen regels afgesproken over de cabotage.

Het niet nakomen van de regels voor cabotage leidt tot het niet nakomen van de verplichtingen van de douaneregeling tijdelijke invoer en tot het ontstaan van een douaneschuld.
(artikel 204, lid 1, letter a CDW )

Naar boven

10.2.4 Verhuren aan personen gevestigd buiten de EU

Niet communautaire voertuigen voor bedrijfsdoeleinden van een verhuurbedrijf dat in het douanegebied van de EU is gevestigd kunnen aan personen buiten dat douanegebied worden wederverhuurd voor zover de wegvoertuigen binnen een termijn van maximaal acht dagen na de datum van inwerkingtreding van de verhuurovereenkomst de EU worden wederuitgevoerd.

Het betreft hier buiten het douanegebied geregistreerde vervoermiddelen, die na het gebruik voor vervoer van personen of goederen in de EU, weer worden overgedragen aan het verhuurbedrijf. Deze mag nu het vervoermiddel weer verhuren aan een buiten de EU gevestigd persoon. Deze mag met het vervoermiddel binnen een bepaalde termijn vervoer binnen de EU uitvoeren, dan wel goederen of personen inladen die vervolgens buiten de EU worden gebracht.

Ook kan de verhuuronderneming zelf het vervoermiddel buiten de EU brengen.
(artikel 558, lid 2, en
artikel 559, letter d TVo. CDW)

Naar boven

10.2.5 Reserveonderdelen, toebehoren en normale uitrusting

Volledige vrijstelling van rechten bij invoer kan ook worden verleend voor reserveonderdelen, toebehoren en normale uitrusting als deze worden gebruikt voor herstellen en onderhouden (waaronder revisie, afstellen en bewaren in goede staat of behouden in de vereiste technische staat) van de onder de douaneregeling tijdelijke invoer geplaatste wegvoertuigen. De reserveonderdelen, toebehoren en normale uitrusting moeten bij de wegvoertuigen zijn gevoegd.

Onder toebehoren en uitrusting van wegvoertuigen wordt bijvoorbeeld aangemerkt een radiotoestel of mobilofooninstallatie, telefooninstallatie, schok-, temperatuur- of vochtigheidsmeter en andere bijzondere uitrusting voor bijvoorbeeld het beheer van radioactieve of andere gevaarlijke stoffen. Ook benodigdheden om goederen te stouwen, te borgen of te beschermen kunnen hieronder worden gerangschikt.

Ook is het mogelijk om deze goederen afzonderlijk van de invoergoederen onder de douaneregeling tijdelijke invoer te plaatsen. Hiervoor is een vergunning noodzakelijk.
(artikel 555, lid 2, en
artikel 577 TVo. CDW )

Naar boven

10.2.6 Termijnen

Voor vervoermiddelen voor bedrijfsdoeleinden gelden bijzondere termijnen.
(artikel 140, lid 2 CDW en
artikel 562 Tvo CDW)
Zie ook paragraaf 4.2 van dit onderdeel.

Naar boven

10.3 Bijzondere vrijstelling in het luchtverkeer

Voor het luchtverkeer zijn twee bijzondere vrijstellingen van toepassing, te weten:

  • de zogenaamde pantrygoederen, en

  • de wisselstukken.

In bijlage 3 (pantrygoederen) en bijlage 4 (wisselstukken) zijn deze vrijstellingen beschreven.

Naar boven

10.4 Vervoermiddelen voor particuliere doeleinden

Volledige vrijstelling van rechten bij invoer wordt verleend voor voertuigen voor particuliere doeleinden die buiten het douanegebied van de EU zijn geregistreerd op naam, of die eigendom zijn van, een buiten dat gebied gevestigde persoon en die door een buiten het douanegebied van de EU gevestigde persoon voor particuliere doeleinden worden gebruikt.

Als particulier gebruik wordt verstaan het gebruik voor ander doeleinden dan voor bedrijfsdoeleinden.
(artikel 555, lid 1, letter b, TVo. CDW)

De vervoermiddelen die hier bedoeld worden zijn auto’s, motoren, schepen, vliegtuigen etc.

Naar boven

10.4.1 Registreren of toebehoren aan

Voertuigen voor particuliere doeleinden moeten buiten het douanegebied van de EU zijn geregistreerd op naam van een persoon die buiten de EU is gevestigd. De vrijstelling geldt ook als het voertuig niet is geregistreerd, maar wordt aangetoond dat de eigendom ervan toebehoort aan een persoon die buiten de EU is gevestigd.
(artikel 558, lid 1, letter a, TVo. CDW)

Naar boven

10.4.2 Gebruiken

Voertuigen voor particuliere doeleinden moeten worden gebruikt door personen die buiten het douanegebied van de EU zijn gevestigd.
(artikel 558, lid 1, letter b, TVo. CDW)

Hier kan van worden afgeweken als het gaat om personen gevestigd in de EU die bezig zijn hun verblijfplaats over te brengen naar een derde land en in bezit zijn van een uitvoerkenteken of voor studenten die hier gedurende een bepaalde periode studeren en hier een woonplaats hebben gekozen.

Bovendien kan ook in de volgende gevallen worden toegestaan dat een EU- ingezetene gebruikmaakt van een niet in de EU geregistreerd vervoermiddel.

  • In incidentele gevallen, in opdracht van de vergunninghouder, die zich ten tijde van het gebruik in de EU bevindt

  • Indien gebruik wordt gemaakt van bijvoorbeeld een huurauto om terug te keren naar de EU

  • Wanneer dit door de autoriteiten wordt toegestaan

Voor het gebruik gelden bijzonder termijnen.
(artikel 560 Tvo. CDW)

Natuurlijke personen die in het douanegebied van de EU zijn gevestigd kunnen gebruik maken van wegvoertuigen voor particuliere doeleinden als die in dienst zijn van of gemachtigd zijn door de eigenaar welke is gevestigd buiten het douanegebied van de EU.
Particulier gebruik van deze wegvoertuigen kan slechts worden toegestaan voor zover dit in de arbeidsovereenkomst is overeengekomen en kan in het kader van de douaneregeling tijdelijke invoer worden beperkt in geval van systematisch gebruik.
(artikel 561, lid 2, TVo. CDW)

Naar boven

10.4.3 Verhuren aan buiten de EU gevestigde personen

Een verhuurbedrijf dat in het douanegebied van de EU is gevestigd, mag buiten het douanegebied van de EU geregistreerde wegvoertuigen voor particuliere doeleinden wederverhuren aan personen (natuurlijke personen en rechtspersonen) die buiten dat douanegebied zijn gevestigd.

Ook als de wederverhuur plaatsvindt aan een rechtspersoon gevestigd buiten het douanegebied van de EU moet het wegvoertuig voor particuliere doeleinden worden gebruikt. Een voorbeeld hiervan is een bedrijf dat een auto huurt en deze voor particulier gebruik beschikbaar stelt aan een werknemer. De wederverhuurde wegvoertuigen moeten binnen een termijn van maximaal acht dagen na de datum van inwerkingtreding van de verhuurovereenkomst de EU worden wederuitgevoerd.
(artikel 558, lid 2, TVo. CDW )

Naar boven

10.4.4 Verhuren aan binnen de EU gevestigde personen

Een verhuurbedrijf dat in het douanegebied van de EU is gevestigd, mag buiten het douanegebied van de EU geregistreerde wegvoertuigen voor particuliere doeleinden wederverhuren aan personen (natuurlijke personen en rechtspersonen) die binnen dat douanegebied zijn gevestigd waarbij het vervoermiddel binnen een bepaalde termijn het grondgebied van de moet verlaten.

Ook als de wederverhuur plaatsvindt aan een persoon gevestigd binnen het douanegebied van de EU moet het wegvoertuig voor particuliere doeleinden worden gebruikt. De wederverhuurde wegvoertuigen moeten binnen een termijn van maximaal acht dagen na de datum van inwerkingtreding van de verhuurovereenkomst de EU worden wederuitgevoerd.
(artikel 559 en
560 TVo.CDW)

Tijdelijke invoer van jachten en de wijze van aanzuivering

De aanzuiveringstermijn voor jachten is 18 maanden.
(artikel 562 letter e Tvo.CDW )

Het enkel verlaten van de 12-mijlszone is bij jachten voldoende om de douaneregeling tijdelijke invoer aan te zuiveren. Om de bestemming wederuitvoer te bereiken is het niet nodig dat de jachten (tijdelijk) worden ingevoerd in een derde land of zelfs maar een haven aandoen in een derde land.

Als een jacht dat is vertrokken uit een Unie haven, via volle zee (=verlaten van de 12-mijlszone) naar een andere Unie haven vaart dan begint een nieuwe termijn van 18 maanden voor tijdelijke invoer. Hierbij is het niet nodig dat het jacht een haven in een derde land heeft aangedaan.

Voorbeeld

Een jacht verlaat net voor het verstrijken van de aanzuiveringstermijn van 18 maanden van de douaneregeling tijdelijke invoer de haven van Marseille en vaart via volle zee (buiten de 12 mijlszone) naar Lissabon. De oorspronkelijke tijdelijke invoer wordt aangezuiverd door het verlaten van de 12-mijlszone. Bij binnenkomst in Lissabon worden de goederen opnieuw onder de douaneregeling tijdelijke invoer geplaatst en begint een nieuwe aanzuiveringstermijn van 18 maanden te lopen.

Naar boven

10.4.5 Bijzondere kentekens met het oog op wederuitvoer

Er wordt volledige vrijstelling van rechten bij invoer verleend voor wegvoertuigen voor particuliere doeleinden die met het oog op wederuitvoer met een tijdelijk bijzonder kenteken in het douanegebied worden geregistreerd. Deze wegvoertuigen worden vanuit een Ruimte voor tijdelijke opslag of een douane-entrepot geleverd.

In afwijking van de algemene vergunningeis van artikel 85 CDW is voor de plaatsing van deze wegvoertuigen onder de douaneregeling tijdelijke invoer geen schriftelijke aanvraag of vergunning vereist.
(artikel 561, lid 1, eerste alinea, TVo. CDW en artikel 4:8 Algemene douaneregeling)

De volgende personen kunnen om een bijzonder kenteken verzoeken:

  • personen die zijn gevestigd in een plaats buiten het douanegebied van de Gemeenschap, en

  • natuurlijke personen die in een plaats in het douanegebied van de
    Gemeenschap zijn gevestigd maar die voorbereidingen treffen om hun
    normale verblijfplaats te verplaatsen naar een plaats buiten de gemeenschap
    (artikel 561, lid 1, eerste alinea, TVo. CDW)

In het kader van de zogenaamde diplomatieke vrijstellingen worden eveneens bijzondere kentekens afgegeven (CD, CDJ, BN of GN). Voor de diplomatieke vrijstellingen wordt verwezen naar onderdeel 24.10.00 van dit Handboek.

Voor de vrijstelling van artikel 561 TVo. CDW worden uitsluitend kentekens afgegeven met de letters BN en GN.

Naar boven

10.4.6 Bijzondere aanzuiveringstermijn

De aanzuiveringstermijn van voertuigen voor particuliere doeleinden waarvoor bijzondere kentekens zijn afgegeven, bedraagt:

  • ingeval van personen die buiten de Gemeenschap zijn gevestigd: zes maanden

  • ingeval van natuurlijke personen die in de Gemeenschap zijn gevestigd en die voorbereidingen treffen om hun (normale) verblijfplaats te verplaatsen naar een plaats buiten de Gemeenschap: drie maanden
    (artikel 4:9, lid 3, Algemene douaneregeling en artikel 561, lid 1, laatste alinea, TVo. CDW )

Naar boven

10.4.7 Reserveonderdelen, toebehoren en normale uitrusting

Volledige vrijstelling van rechten bij invoer kan ook worden verleend voor de normale bij de voertuigen gevoegde reserveonderdelen, toebehoren en uitrusting die bestemd zijn voor herstel en onderhoud (waaronder revisie, afstellen en bewaren in goede staat of behouden in de vereiste technische staat) van de onder de douaneregeling tijdelijke invoer geplaatste voertuigen. De normale reserveonderdelen, het normale toebehoren en normale uitrusting moeten bij de voertuigen zijn gevoegd.

Als normaal bijgevoegde reserve-onderdelen, toebehoren en uitrusting van voertuigen worden bijvoorbeeld aangemerkt een reservewiel, gevarendriehoek, sleepkabel, radiotoestel, mobilofooninstallatie of telefooninstallatie.

Ook is het mogelijk om deze goederen afzonderlijk van de voertuigen onder de douaneregeling tijdelijke invoer te plaatsen. Hiervoor is een vergunning noodzakelijk.
(artikel 555, lid 2 , en
artikel 577 TVo. CDW)

Naar boven