Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

18.00.00 Tijdelijke invoer

9 Containers

Volledige vrijstelling van rechten bij invoer wordt verleend voor containers wanneer aan de voorwaarden van deze paragraaf wordt voldaan.

Naar boven

9.1 Algemeen

In de communautaire wetgeving is geen definitie opgenomen van dit begrip. Er is een definitie opgenomen in de Douane-overeenkomst inzake containers (Genève, 21 januari 1994).

Onder het begrip container vallen voor de toepassing van de vrijstelling ook laadplatforms (zogenaamde flats), laadkisten en afneembare carrosserieën.

Onder een container of laadkist wordt een hulpmiddel verstaan dat:

  • een geheel of gedeeltelijk omsloten ruimte vormt en is bestemd om goederen te bevatten
    Onder een container die een gedeeltelijk omsloten ruimte vormt, wordt verstaan: een bergingsmiddel dat over het algemeen bestaat uit een vloer en een bovenbouw, en een laadruimte die gelijk is aan die van een gesloten container. De bovenbouw bestaat in het algemeen uit metalen delen die het frame van de container vormen. Dit soort container kan ook een of meer zij- of kopwanden hebben. Soms bestaan deze containers louter uit een dak dat door stijlen met de vloer is verbonden. Deze soort container wordt met name voor het vervoer van omvangrijke goederen (zoals auto's) gebruikt.

  • een duurzaam karakter heeft en dus voldoende stevig is voor herhaald gebruik

  • speciaal is ontworpen om het vervoer van goederen met een of meer vervoermiddelen te vergemakkelijken zonder tussentijds in- of uitladen van de goederen zelf - zodanig is ontworpen, dat het gemakkelijk kan worden gehanteerd, met name bij het overladen van het ene vervoermiddel op of in het andere vervoermiddel

  • zodanig is ontworpen, dat het gemakkelijk kan worden gevuld en geledigd en een binneninhoud heeft van ten minste 1 m3

Onder een laadplatform ("flat") wordt verstaan:

een laadvlak zonder bovenbouw of met een onvolledige bovenbouw, met dezelfde bodembreedte en dezelfde bodemlengte als containers en uitgerust met aan de zijkant van de laadvloer aangebrachte boven- en onderhoekstukken, waardoor dezelfde inrichtingen voor het vastzetten en het verticaal lossen van goederen als bij containers kunnen worden gebruikt. Laadplatforms en luchtvrachtcontainers met een inhoud van minder dan 1 m3 worden gelijkgesteld met containers.

Onder afneembare carrosserie wordt verstaan:

een laadruimte zonder voortbewegingsmechanisme die speciaal is ontworpen om te worden vervoerd op een wegvoertuig, waarbij het chassis van het voertuig en het onderstel van de carrosserie speciaal voor dat doel zijn ingericht. Onder dit begrip vallen ook de afneembare laadbakken die speciaal zijn ontworpen voor het gecombineerde vervoer.

Naar boven

9.2 Herkenningstekens (identiteit)

Containers kunnen slechts onder douaneregeling tijdelijke invoer met volledige vrijstelling worden geplaatst als de volgende gegevens duidelijk en duurzaam daarop zijn aangebracht. Hierdoor wordt invulling gegeven aan de identiteitseis.

  • de naam van de eigenaar of exploitant

    Onder een exploitant van een container wordt verstaan degene die zeggenschap heeft over het gebruik en vervoer van de container. De exploitant behoeft niet over de eigendom van de container te beschikken.
    Containers kunnen slechts onder de douaneregeling tijdelijke invoer worden geplaatst als de containers onder toezicht staan van een vertegenwoordiger van de eigenaar of exploitant. Deze vertegenwoordiger die in het douanegebied van de EU moet zijn gevestigd, moet beschikken over de volgende gegevens:

    • de plaats waar de containers zich bevinden;

    • de plaatsing van de containers onder de douaneregeling, en

    • de aanzuivering van de douaneregeling.
      ( artikel 557, lid 1, tweede alinea, TVo. CDW)

  • de naam moet voluit of mag afgekort zijn vermeld voorzover sprake is van een algeheel bekende afkorting. Emblemen en vlaggen alleen zijn niet toegestaan

  • de identificatiekenmerken of -nummers die de eigenaar of de exploitant aan de containers heeft toegekend en het tarragewicht van de containers met inbegrip de vaste uitrusting. Dit geldt niet voor wissellaadkisten die in het gecombineerde rail-wegvervoer worden gebruikt - het land waar de containers zijn geregistreerd Het land moet voluit of mag afgekort door middel van de twee-lettercode van de internationale ISO-norm 3166 of 6346 zijn vermeld. Ook mag worden gebruikt het landenkenteken dat voor motorvoertuigen die aan het internationale wegverkeer deelnemen wordt gebezigd. Ingeval van wissellaadkisten voor het gecombineerde rail-wegvervoer mag gebruik worden gemaakt van cijfers. Het land hoeft niet (gecodeerd) te worden vermeld ingeval van containers die in het luchtverkeer worden gebruikt.

Wordt aan een of meerdere van bovenstaande eisen niet voldaan, dan kan slechts gebruik worden gemaakt van de douaneregeling tijdelijke invoer met gedeeltelijke vrijstelling. Ook het doen van aangifte door enige andere handeling is dan niet meer mogelijk.
( artikel 557, lid 1, tweede alinea, TVo. CDW)

Naar boven

9.3 Gebruik intern verkeer

Containers die onder de douaneregeling tijdelijke invoer zijn geplaatst mogen binnen het douanegebied van de EU in het interne verkeer worden gebruikt voordat ze weer uit dat douanegebied worden uitgevoerd. Onder intern verkeer wordt verstaan het vervoer van goederen die in het douanegebied van de EU worden geladen en in dat gebied weer worden gelost. De containers mogen in dit kader echter tijdens elk verblijf in een lidstaat maar één enkele keer worden gebruikt. Op deze manier kan worden voorkomen dat de containers in een lidstaat leeg worden vervoerd. In bijlage 1 zijn aanwijzingen gegeven voor het interne verkeer van containers in het douanegebied van de EU c.q. het grondgebied van een lidstaat.
( artikelen 555, lid 1, letter c, en 557, lid 2, TVo. CDW)

Zie bijlage 1 bij dit onderdeel.

Naar boven

9.4 Reserveonderdelen, toebehoren en normale uitrusting

Volledige vrijstelling van rechten bij invoer kan ook worden verleend voor reserveonderdelen, toebehoren en normale uitrusting die samen met de container die onder de douaneregeling tijdelijke invoer worden geplaatst. Dit zijn goederen die worden gebruikt voor het herstellen en onderhouden (waaronder revisie, afstellen en bewaren in goede staat of behouden in de vereiste technische staat) van de onder de douaneregeling tijdelijke invoer geplaatste containers.

De goederen benodigd voor deze handelingen mogen ook gescheiden van de zich onder de douaneregeling bevindende goederen onder de douaneregeling tijdelijke invoer worden geplaatst. Hiervoor is een vergunning noodzakelijk.
Onder toebehoren en uitrusting van containers worden in het bijzonder de volgende inrichtingen begrepen (ook als deze kunnen worden verwijderd):

  • uitrusting bestemd om de temperatuur in de container te beheersen

  • kleine apparatuur die dient om schokken en/of temperatuurschommelingen te registreren

  • binnenwanden, pallets, rekken, steunen, haken en andere soortgelijke inrichtingen die dienen voor het vastzetten van de goederen
    ( artikel 577 TVo. CDW)

Naar boven

9.5 Bijzondere aanzuivering

De douaneregeling tijdelijke invoer kan ook worden aangezuiverd als containers van dezelfde soort en vergelijkbare waarde worden uitgevoerd of wederuitgevoerd.
( artikel 557, lid 3, TVo. CDW)

Naar boven