18.00.00 Tijdelijke invoer
5 De aangifte en de zekerheid
5.1 De aangifte
De procedures voor plaatsing onder de douaneregeling tijdelijke invoer en aanzuivering van deze douaneregeling zijn beschreven in de volgende onderdelen van dit Handboek:
-
plaatsing onder een douaneregeling, nummer 12.00.00
-
vereenvoudigde procedures, nummer 12.50.00
-
wederuitvoer, vernietiging en afstand van goederen, nummer 22.00.00
Inlichtingenblad INF 6
Ontstaat er een douaneschuld ten aanzien van onder de douaneregeling tijdelijke invoer geplaatste goederen in een andere lidstaat dan die waar de goederen onder de regeing zijn geplaatst dan kan of de belanghebbende of de douane in die lidstaat verzoeken om afgifte van een inlichtingenformulier INF 6. De lidstaat waar de goederen zijn geplaatst geeft dit inlichtingenformulier af waarin de heffingsgrondslagen voor de goederen zijn opgenomen.
Het model, de functie, het aantal exemplaren, de routing daarvan en de wijze waarop het inlichtingenblad INF 6 moet worden
ingevuld zijn opgenomen in
bijlage 71 TVo. CDW.
(artikel 523, letter c TVo.CDW)
5.2 Zekerheid
Met uitzondering van aangiften die gedaan worden door een ATA- of CPD carnet moet voor de douaneregeling tijdelijke invoer zekerheid worden gesteld.
Voor de volgende goederensoorten hoeft echter geen zekerheid bij plaatsing/afgifte vergunning te worden gesteld:
-
materiaal van spoorweg-, luchtvaart-, scheepvaartmaatschappijen en postbedrijven in internationaal verkeer, welk materiaal is voorzien van herkenningsteken of andere identificatiemiddelen
-
materiaal voor hulpverlening bij rampen
-
medisch, chirurgisch en laboratoriummateriaal
-
lege verpakkingen voorzien van herkenningstekens of andere identificatiemiddelen
-
goederen die van de ene vergunninghouder aan de andere vergunninghouder zijn overgedragen en worden overgebracht voor zover het goederen betreft die mondeling zijn aangegeven of geacht worden te zijn aangegeven
(artikel 581, lid 1, TVo. CDW en bijlage 77 TVo. CDW)
Als goederen bestemd zijn voor tentoonstellingen in zogenaamde Rijksmusea (inclusief andere door een overheidslichaam beheerde
musea), hoeft geen zekerheid te worden gesteld.
(artikel 189, lid 4 CDW)
Gaat het om andere musea, dan geldt de vermelding in de zogenaamde ICOM- lijst (International Council of Musea) van de Verenigde Naties als toetselement voor het stellen van zekerheid. Opname in deze lijst betekent een hoge mate van betrouwbaarheid en kan tot gevolg hebben dat wordt afgezien van het stellen van zekerheid.
Naar boven