Kwalificerende beleggingsdeelneming
Van een kwalificerende beleggingsdeelneming is sprake als:
- de deelneming onderworpen is aan een winstbelasting die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing (onderworpenheidstoets), of
- de bezittingen van de deelneming doorgaans (on)middellijk voor minder dan de helft bestaan uit laagbelaste vrije beleggingen (bezittingentoets)
Voldoet de deelneming aan de onderworpenheidstoets of de bezittingentoets? Dan is de deelnemingsvrijstelling van toepassing, ongeacht het oogmerk waarmee u de deelneming houdt.
Bij de onderworpenheidstoets wordt de buitenlandse belastingheffing over de winst van de deelneming vergeleken met de heffing naar Nederlandse maatstaven. Een tarief van 10% geldt normaal gesproken als reële heffing. Daarbij wordt er voor de grondslag (het bedrag waarover wordt geheven) een vergelijking gemaakt met de Nederlandse jaarwinstbepaling.
Voor de bezittingentoets worden laagbelaste vrije beleggingen niet meegeteld als zij toebehoren aan een lichaam waarvan de bezittingen in het algemeen ten minste hoofdzakelijk bestaan uit andere bezittingen dan laagbelaste vrije beleggingen. De deelnemingen die dat lichaam houdt worden daarbij geacht geen bezittingen te zijn.
Ook worden bezittingen niet in aanmerking genomen die grotendeels worden gebruikt voor financiering van groepsvorderingen en die voldoen aan ten minste 1 van de volgende voorwaarden:
- De bezittingen zijn historisch bezien voor ten minste 90% gefinancierd met geldleningen van buiten de groep.
- De bezittingen zijn niet aan een winstbelasting onderworpen die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing.
Niet-kwalificerende beleggingsdeelneming
Voldoet de deelneming niet aan de onderworpenheidstoets en ook niet aan de bezittingentoets? Dan is het een niet-kwalificerende beleggingsdeelneming.