Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

30.07.00 Folterwerktuigen

7 Proces aangiftebehandeling

In dit hoofdstuk staat een beschrijving van de werkzaamheden die u verricht in het proces aangiftebehandeling bij de verificatie en controle van douaneaangiften.

Naar boven

7.1 Invoer

Voor folterwerktuigen die in Bijlage II van de Verordening zijn vermeld geldt een algeheel invoerverbod. Alleen met een vergunning van een in Bijlage I bij de Verordening vermelde bevoegde autoriteit is het toegestaan deze folterwerktuigen het douanegebied van de Unie binnen te brengen. Een vergunning wordt alleen verleend voor folterwerktuigen die uitsluitend worden gebruikt om te worden tentoongesteld in een museum met het oog op hun historische betekenis.

De in bijlage II van de Verordening vermelde goederen zijn verwerkt in het Gebruikstarief / DTV.

De betreffende goederencodes in het gebruikstarief kunnen ook gebruikt worden voor andere goederen die niet onder de Verordening vallen. In de aangifte vermeldt de aangever dan bescheidcode Y904 om aan te geven dat de goederen in de aangifte niet onder de Verordening vallen.

Naar boven

7.1.1 Aangifte Douane Managementsysteem DMS-invoer (DMI)

Bij een douaneaangifte in het Douane Managementsysteem (DMS) controleert het systeem aan de hand van de goederencode of de goederen mogelijk voorkomen in de bijlage II van de Verordening. Betreft het een goederencode met een verwijzing naar die lijst, dan moet in de aangifte:

  • de bescheidcode C064 zijn vermeld voor goederen waarvoor een vergunning is vereist en het vergunningnummer, of;

  • de bescheidcode Y904 zijn vermeld voor niet-vergunning plichtige goederen.

Zijn de vereiste bescheidcodes niet (juist) ingevuld, dan weigert DMS de aangifte.

Zijn de vereiste gegevens ingevuld, aanvaardt DMS de aangifte. De aanvaarde aangifte kan geselecteerd worden voor controle. AB ontvangt dan een controle opdracht.

Naar boven

7.1.2 Controle opdracht

DMS werpt een controleopdracht uit als een profiel wordt geraakt. Als u deze aangifte ter behandeling krijgt, bekijkt u de controleopdracht en vult deze eventueel aan met meerdere gegevens.

Overzicht van werkzaamheden bij invoer

U verricht de volgende werkzaamheden als de aangifte voor controle is geselecteerd:

  • controleer juistheid omschrijving goederen en vermelde goederencode in aangifte. Maak hierbij gebruik van DTV.

  • stel vast of het folterwerktuigen (bijlage II) betreft.

  • controleer of de informatie op de vergunning overeen komt met de informatie in de aangifte cq bescheiden (soort goed, geadresseerde).

  • geef de goederen niet vrij / geef geen toestemming tot wegvoering als:
    • de overgelegde vergunning niet kan dienen voor de invoer.

    • raadpleeg de CDIU als u vragen heeft of meer informatie nodig heeft.

    • handel eventuele onregelmatigheden volgens de instructies af.

Naar boven

7.2 (Weder)uitvoer

Bij uitvoer van goederen die onder de Verordening vallen kan sprake zijn van een uitvoerverbod of een uitvoerbeperking.

Uitvoerverbod

De (weder)uitvoer van goederen welke in bijlage II van de Verordening zijn vermeld, is verboden. Alleen met een vergunning van een in Bijlage I bij de Verordening vermelde bevoegde autoriteit is het toegestaan deze folterwerktuigen (weder) uit te voeren. Een vergunning wordt alleen verleend voor folterwerktuigen die uitsluitend worden gebruikt om te worden tentoongesteld in een museum met het oog op hun historische betekenis.

De in bijlage II van de Verordening vermelde goederen zijn verwerkt in het Gebruikstarief / DTV.

De betreffende goederencodes in het gebruikstarief kunnen ook gebruikt worden voor andere goederen die niet onder de Verordening vallen. In de aangifte vermeldt de aangever dan bescheidcode Y904 om aan te geven dat de goederen in de aangifte niet onder bijlage II van de Verordening vallen.

Uitvoerbeperking

Voor de uitvoer van goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (Bijlage III en IV goederen) is een vergunning vereist, ongeacht de oorsprong van dergelijke goederen.

De in bijlage III en IV van de Verordening vermelde goederen zijn verwerkt in het Gebruikstarief / DTV.

De betreffende goederencodes in het gebruikstarief kunnen ook gebruikt worden voor:

  • Andere goederen die niet onder de Verordening vallen. In de aangifte vermeldt de aangever dan bescheidcode Y906 om aan te geven dat de goederen in de aangifte niet onder bijlage III of IV van de Verordening vallen.

  • Goederen die gebruikt zullen worden door militair of civiel personeel van een lidstaat indien dat personeel deelneemt aan een EU- of VN-vredeshandhaving- of crisisbeheersingsoperatie in het derde land van bestemming of aan een operatie die gebaseerd is op overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen op het gebied van defensie. In de aangifte vermeldt de aangever dan bescheidcode Y907.

Naar boven

7.2.1 Aangifte Douane Managementsysteem DMS-uitvoer (DMU)

Bij een douaneaangifte in DMS controleert het systeem aan de hand van de goederencode of de goederen mogelijk voorkomen in de bijlage II, III of IV van de Verordening. Betreft het een goederencode met een verwijzing naar die lijst, dan moet in de aangifte:

  • de bescheidcode C064 zijn vermeld voor goederen van bijlage II waarvoor een vergunning is vereist en het vergunningnummer, of;

  • de bescheidcode E990 zijn vermeld voor goederen van bijlage III of IV waarvoor een vergunning is vereist en het vergunningnummer, of;

  • de bescheidcode Y904 (bijlage II) of Y906 cq Y907 (bijlage III of IV) zijn vermeld voor niet-vergunning plichtige goederen.

Zijn de vereiste bescheidcodes niet (juist) ingevuld, dan weigert DMS de aangifte.

Zijn de vereiste gegevens ingevuld, aanvaardt DMS de aangifte. De aanvaarde aangifte kan geselecteerd worden voor controle. AB ontvangt dan een controle opdracht.

Naar boven

7.2.2 Controle opdracht

DMS werpt een controleopdracht uit als een profiel wordt geraakt. Als u deze aangifte ter behandeling krijgt, bekijkt u de controleopdracht en vult deze eventueel aan met meerdere gegevens.

Overzicht van werkzaamheden bij uitvoer

U verricht de volgende werkzaamheden als de aangifte voor controle is geselecteerd:

  • controleer juistheid omschrijving goederen en vermelde goederencode in aangifte. Maak hierbij gebruik van DTV;

  • stel vast of het folterwerktuigen (bijlage II) betreft;

  • controleer of de informatie op de vergunning overeen komt met de informatie in de aangifte cq bescheiden (soort goed, geadresseerde);

  • geef de goederen niet vrij / geef geen toestemming tot wegvoering als:
    • de overgelegde vergunning niet kan dienen voor de invoer.

    • raadpleeg de CDIU als u vragen heeft of meer informatie nodig heeft.

    • handel eventuele onregelmatigheden volgens de instructies af.

Geen vrijgave goederen

Geef de goederen niet vrij (geef geen toestemming tot wegvoering) zolang niet vaststaat of een vergunningplicht van toepassing is.

Overzicht van werkzaamheden bij (weder)uitvoer

U verricht de volgende werkzaamheden als de aangifte voor controle is geselecteerd:

  • controleer juistheid omschrijving goederen en vermelde goederencode in aangifte;

  • stel vast of het folterwerktuigen (bijlage II, III en IV goederen) betreft;

  • geef opdracht tot fysieke controle als de controle opdracht dit voorschrijft;

  • controleer voor folterwerktuigen of een uitvoerverbod geldt of vergunningplicht van toepassing is;

  • controleer of voldaan wordt aan de vergunningvoorschriften en behandel een (eventueel) overgelegde vergunning;

  • geef de goederen niet vrij of geef geen toestemming tot wegvoering als:
    • een uitvoerverbod geldt;

    • de vergunningplicht van toepassing is;

    • de overgelegde vergunning niet kan dienen voor (weder)uitvoer;

    • raadpleeg de CDIU als u vragen heeft of meer informatie nodig heeft;

    • handel eventuele onregelmatigheden volgens de instructies af.

Naar boven

7.3 Doorvoer

De doorvoer (wederuitvoer) van bijlage III goederen is verboden, als de marktdeelnemer op de hoogte is dat enig deel van de zending van dergelijke goederen bedoeld is voor gebruik voor foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing in een derde land (Verordening, artikel 13).

De doorvoer (wederuitvoer) van bijlage IV goederen is verboden, als de marktdeelnemer op de hoogte is dat enig deel van de zending van dergelijke goederen bedoeld is voor gebruik voor de doodstraf in een derde land (Verordening, artikel 18).

Naar boven