30.07.00 Folterwerktuigen
6 Binnenbrengen van goederen in douanegebied Unie
6.1 Toezicht door de Douane
Voor alle goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen moet een summiere aangifte bij binnenbrengen worden gedaan. Deze summiere aangifte moet in de eerste (lucht)haven van binnenkomst in het douanegebied van de Unie worden ingediend. Na ontvangst en registratie van de summiere aangifte bij binnenbrengen voert de Douane een voornamelijk op veiligheid gerichte risicoanalyse uit. De risicoanalyse wordt uitgevoerd op alle goederen die in het (lucht)vaartuig aanwezig zijn. Dus ook op de goederen die niet in het douanegebied van de Unie worden gelost.
Naar boven6.1.1 De aangifte tot tijdelijke opslag
De goederen die bestemd zijn om te worden gelost, worden bij de Douane aangebracht. Voor deze goederen moet uiterlijk op het moment van aanbrengen een aangifte tot tijdelijke opslag worden gedaan. Alleen de goederen die bestemd zijn om in Nederland te worden gelost, worden bij de Douane aangebracht.
Goederen die met een schip binnenkomen en die tijdelijk worden gelost en direct weer aan boord moeten om tijdens dezelfde reis weer in hetzelfde schip de reis te vervolgen, bijvoorbeeld om andere goederen te kunnen lossen of laden, worden niet bij de Douane aangebracht. Hierbij is sprake van doorvoer zonder overlading. Hier geldt geen vergunningplicht.
Naar boven6.1.2 Toezicht op verplichtingen folterwerktuigen
Bij het toezicht en de controle op de naleving en de juistheid van een summiere aangifte kunnen ook de verplichtingen worden beoordeeld die gelden voor folterwerktuigen. Voor folterwerktuigen bestaan wettelijke verplichtingen in het proces binnenbrengen.
Naar boven6.2 Taak bij binnenbrengen
Door het indienen van de summiere aangifte bij binnenbrengen heeft de Douane de mogelijkheid om in het proces binnenbrengen al controles uit te voeren. De gegevens van de summiere aangiften worden ingebracht in ICS2. Dit geeft de Douane de mogelijkheid om hier selecties op toe te passen voor eventuele controles.
Invoer
Voor folterwerktuigen die in Bijlage II van de Verordening zijn vermeld geldt een algeheel invoerverbod. Met invoer wordt ook binnenbrengen bedoeld. Alleen met een vergunning van een in Bijlage I bij de Verordening vermelde bevoegde autoriteit is het toegestaan deze folterwerktuigen het douanegebied van de Unie binnen te brengen. Een vergunning wordt alleen verleend voor folterwerktuigen die uitsluitend worden gebruikt om te worden tentoongesteld in een museum met het oog op hun historische betekenis.
Voor de in bijlage III en bijlage IV genoemde goederen gelden bij invoer geen verplichtingen.
Doorvoer
Voor folterwerktuigen die in Bijlage II van de Verordening zijn vermeld geldt een algeheel doorvoerverbod.
Voor bijlagen III en IV kan bij doorvoer door de EU naar een bestemming buiten de EU een verbod gelden (zie onderdeel 7.3).
6.3 Werkzaamheden bij binnenbrengen
Overzicht van werkzaamheden
U verricht de volgende werkzaamheden als de zending is geselecteerd voor controle:
-
controleer juistheid omschrijving goederen in de summiere aangifte;
-
stel vast of het folterwerktuigen van bijlage II betreft;
-
wanneer het doorvoer van bijlage III- of bijlage IV-goederen betreft beoordeelt u of mogelijk sprake is van een situatie waarbij men op de hoogte is dat enig deel van de zending van dergelijke goederen bedoeld is voor gebruik voor foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing in een derde land. Is hiervan mogelijk sprake neem dan direct contant op met de CDIU ;
-
geef indien nodig geacht opdracht tot fysieke controle;
-
controleer voor bijlage II-goederen of de vereiste vergunning (tentoonstelling in museum) aanwezig is;
-
geef de goederen niet vrij of geef geen toestemming tot wegvoering als geen vergunning aanwezig is of als u twijfelt of de vergunningplicht van toepassing is;
-
raadpleeg de CDIU als u vragen heeft of meer informatie nodig heeft;
-
handel eventuele onregelmatigheden volgens de instructies af.