Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

16.00.00 Actieve veredeling

13 In het vrije verkeer brengen zonder douaneaangifte

In de vergunning actieve veredeling IM/EX kan worden bepaald dat veredelingsproducten of onder de regeling geplaatste goederen in ongewijzigde staat die niet zijn aangegeven voor een volgende douaneregeling of zijn wederuitgevoerd bij het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden geacht in het vrije verkeer te zijn gebracht op de datum van het verstrijken van de aanzuiveringstermijn. De goederen kunnen dan op de markt worden gebracht zonder dat daarvoor een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling in het vrije verkeer brengen wordt gedaan.
(artikel 170, lid 1 GVo.DWU)

Let op!

Het bovenstaande is niet van toepassing als de veredelingsproducten of de onder de regeling geplaatste goederen onderworpen zijn aan verboden of beperkingen.

De Douane toetst bij de behandeling van de aanvraag of er verboden of beperkingen gelden. Als dat het geval is, dan wordt deze vereenvoudiging niet toegestaan. Als op het tijdstip van de aanvraag geen verbod of beperking geldt, maar wel op het tijdstip dat de veredelingsproducten of de onder de regeling geplaatste goederen in ongewijzigde staat in het vrije verkeer worden gebracht, dan geldt het verbod of de beperking en moet (ondanks dat de vereenvoudiging was toegestaan) een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling in het vrije verkeer brengen worden gedaan.

Zie voor informatie over verboden en beperkingen hoofdstuk 1 van onderdeel 15.00.00 van dit Handboek.

(artikel 170, lid 2 GVo.DWU)

De douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling in het vrije verkeer brengen wordt geacht te zijn ingediend en aanvaard en de goederen worden geacht in het vrije verkeer te zijn gebracht op de datum waarop de aanzuiveringstermijn verstrijkt. De datum van het verstrijken van de aanzuiveringstermijn is dus bepalend voor het tijdstip waarop de douaneschuld is ontstaan.
(artikel 77, lid 2 DWU en artikel 325, lid 1 UVo.DWU)

De verandering van de douanestatus van de veredelingsproducten of de goederen in ongewijzigde staat (niet-Uniegoederen worden Uniegoederen) vindt plaats op het tijdstip waarop de goederen op de markt worden gebracht.
(artikel 325, lid 2 UVo.DWU)

Wanneer de veredelingsproducten of de onder de regeling geplaatste goederen bij het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden geacht in het vrije verkeer te zijn gebracht als bedoeld in artikel 170, lid 1 GVo.DWU, dan moet dit feit worden vermeld in de aanzuiveringsafrekening. De aanzuiveringsafrekening moet worden voorgelegd binnen 30 dagen na het verstrijken van de aanzuiveringstermijn. Zie voor informatie over de aanzuiveringsafrekening hoofdstuk 11 van dit onderdeel.
(artikel 175, lid 4 en lid 5 GVo.DWU)

Let op!

Het feit dat de goederen op de markt zijn gebracht met toepassing van artikel 170, lid 1 GVo.DWU mag niet vóór het verstrijken van de aanzuiveringstermijn in een eerdere aanzuiveringsafrekening worden vermeld.

Voorbeeld

Een bedrijf heeft een vergunning actieve veredeling voor herhaald gebruik, waarin is bepaald dat goederen bij het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden geacht in het vrije verkeer te zijn gebracht. Op 3 januari, 11 januari en 27 januari worden sinaasappels uit Argentinië onder de regeling actieve veredeling geplaatst om te worden verwerkt tot sinaasappelsap. Het sinaasappelsap wordt vervolgens op 15 maart op de markt gebracht. Het sinaasappelsap is niet aangegeven voor de regeling in het vrije verkeer brengen.

De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 4 maanden en globalisatie per maand is toegestaan.

De aanzuiveringstermijnen voor alle douaneaangiften tot plaatsing onder de regeling die in de maand januari worden gedaan, verstrijken op 31 mei. Deze aanzuiveringstermijnen zouden zonder globalisatie verstrijken op 3 mei, 11 mei en 27 mei. De aanzuiveringstermijn van de laatste plaatsing onder de regeling in de maand januari verstrijkt op 27 mei. Door de globalisatie verstrijken alle aanzuiveringstermijnen dan op 31 mei (de laatste dag van de maand waarin de aanzuiveringstermijn van de laatste plaatsing in januari zou verstrijken).

Dit betekent dat de douaneschuld ontstaat op 31 mei. Het feit dat het sinaasappelsap in de maand maart op de markt is gebracht, doet daar niets aan af.

In dit geval moet de vergunninghouder actieve veredeling één aanzuiveringsafrekening voor alle in de maand januari onder de regeling geplaatste goederen uiterlijk op 30 juni voorleggen aan het controlekantoor (30 dagen na het verstrijken van de aanzuiveringstermijn).

De douaneschuld wordt na het voorleggen van de aanzuiveringsafrekening medegedeeld aan de schuldenaar door het toezenden van een op een aanslagbiljet vermelde uitnodiging tot betaling.