Belastingdienst

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.

16.00.00 Actieve veredeling

10 Aanzuiveringstermijn en globalisatie

10.1 Aanzuiveringstermijn

De regeling actieve veredeling moet binnen een bepaalde termijn worden gezuiverd. Deze zogenaamde aanzuiveringstermijn is de termijn waarbinnen de veredelingsproducten of de onder de regeling geplaatste goederen in ongewijzigde staat onder een volgende douaneregeling moeten worden geplaatst of moeten worden wederuitgevoerd.

De aanzuiveringstermijn gaat in op de datum van aanvaarding van de douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling actieve veredeling.

De aanzuiveringstermijn wordt door de Douane vastgesteld in de vergunning (uitgedrukt in maanden). Hierbij wordt rekening gehouden met:

  • de tijd die nodig is voor de veredelingshandelingen (productietijd); en

  • de afzet van de veredelingsproducten.

(artikel 215, lid 4 DWU, artikel 257, lid 1 DWU en artikel 1, punt 23 GVo.DWU)

De aanzuiveringstermijn verstrijkt op het einde van de dag die in de laatste maand dezelfde cijferaanduiding heeft als de dag waarop de aanzuiveringstermijn ingaat.

Voorbeeld

Op 3 januari worden sinaasappels uit Argentinië onder de regeling actieve veredeling geplaatst om te worden verwerkt tot sinaasappelsap.

De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 3 maanden.

Dit betekent dat uiterlijk op 3 april het sinaasappelsap of de onder de regeling geplaatste sinaasappels in ongewijzigde staat onder een volgende douaneregeling moeten worden geplaatst of moeten worden wederuitgevoerd.

Als de dag die bepalend is voor het einde van de aanzuiveringstermijn ontbreekt, dan verstrijkt de aanzuiveringstermijn op het einde van de laatste dag van deze maand.

Voorbeeld

Op 31 januari worden sinaasappels uit Argentinië onder de regeling actieve veredeling geplaatst om te worden verwerkt tot sinaasappelsap.

De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 3 maanden.

De aanzuiveringstermijn verstrijkt in dit geval op 30 april (31 april bestaat niet).

Naar boven

10.2 Globalisatie

In een vergunning actieve veredeling voor herhaald gebruik kan worden bepaald dat aanzuiveringstermijnen die ingaan in de loop van een maand, kwartaal of halfjaar, verstrijken op de laatste dag van een volgende maand respectievelijk van een volgend kwartaal of halfjaar. Dit is de zogenaamde globalisatie.
(artikel 257, lid 2 DWU)

Globalisatie per maand

Bij globalisatie per maand verstrijken alle aanzuiveringstermijnen die in een bepaalde maand ingaan op de laatste dag van de kalendermaand waarin de aanzuiveringstermijn voor de laatste plaatsing onder de regeling in die maand zou verstrijken. In dat geval verstrijken de aanzuiveringstermijnen voor alle goederen die in de loop van een maand onder de regeling zijn geplaatst op hetzelfde tijdstip.

Voorbeeld globalisatie per maand

Een bedrijf heeft een vergunning actieve veredeling voor herhaald gebruik. Op 3 januari, 11 januari en 27 januari worden sinaasappels uit Argentinië onder de regeling actieve veredeling geplaatst om te worden verwerkt tot sinaasappelsap. Het sinaasappelsap wordt vervolgens in het vrije verkeer gebracht of wederuitgevoerd.

De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 4 maanden en globalisatie per maand is toegestaan.

De aanzuiveringstermijnen voor alle douaneaangiften tot plaatsing onder de regeling die in de maand januari worden gedaan, verstrijken op 31 mei. Deze aanzuiveringstermijnen zouden zonder globalisatie verstrijken op 3 mei, 11 mei en 27 mei. De aanzuiveringstermijn van de laatste plaatsing onder de regeling in de maand januari verstrijkt op 27 mei. Door de globalisatie verstrijken alle aanzuiveringstermijnen dan op 31 mei (de laatste dag van de maand waarin de aanzuiveringstermijn van de laatste plaatsing in januari zou verstrijken).

Globalisatie per kwartaal

Bij globalisatie per kwartaal verstrijken alle aanzuiveringstermijnen die in een bepaald kwartaal ingaan op de laatste dag van het kwartaal waarin de aanzuiveringstermijn voor de laatste plaatsing onder de regeling in dat kwartaal zou verstrijken. In dat geval verstrijken de aanzuiveringstermijnen voor alle goederen die in de loop van een kwartaal onder de regeling zijn geplaatst op hetzelfde tijdstip.

Voorbeeld globalisatie per kwartaal

Een bedrijf heeft een vergunning actieve veredeling voor herhaald gebruik. Op 3 januari, 27 februari en 6 maart wordt melk uit Nieuw-Zeeland onder de regeling actieve veredeling geplaatst om te worden verwerkt tot kaas. De kaas wordt vervolgens in het vrije verkeer gebracht of wederuitgevoerd.

De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 7 maanden en globalisatie per kwartaal is toegestaan.

De aanzuiveringstermijnen voor alle douaneaangiften tot plaatsing onder de regeling die in het eerste kwartaal (januari, februari en maart) worden gedaan, verstrijken op 31 december. Deze aanzuiveringstermijnen zouden zonder globalisatie verstrijken op 3 augustus, 27 september en 6 oktober. De aanzuiveringstermijn van de laatste plaatsing onder de regeling in het eerste kwartaal verstrijkt op 6 oktober. Door de globalisatie verstrijken alle aanzuiveringstermijnen dan op 31 december (de laatste dag van het kwartaal waarin de aanzuiveringstermijn van de laatste plaatsing in het eerste kwartaal zou verstrijken).

Globalisatie per halfjaar (semester)

Bij globalisatie per halfjaar verstrijken alle aanzuiveringstermijnen die in een bepaald halfjaar ingaan op de laatste dag van het halfjaar waarin de aanzuiveringstermijn voor de laatste plaatsing onder de regeling in dat halfjaar zou verstrijken. In dat geval verstrijken de aanzuiveringstermijnen voor alle goederen die in de loop van een halfjaar onder de regeling zijn geplaatst op hetzelfde tijdstip.

Voorbeeld globalisatie per halfjaar

Een bedrijf heeft een vergunning actieve veredeling voor herhaald gebruik. Op 3 januari, 27 februari en 14 juni worden cacaobonen uit Ghana onder de regeling actieve veredeling geplaatst om te worden verwerkt tot cacaopoeder. De cacaopoeder wordt vervolgens in het vrije verkeer gebracht of wederuitgevoerd.

De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 4 maanden en globalisatie per halfjaar is toegestaan.

De aanzuiveringstermijnen voor alle douaneaangiften tot plaatsing onder de regeling die in het eerste halfjaar (januari t/m juni) worden gedaan, verstrijken op 31 december. Deze aanzuiveringstermijnen zouden zonder globalisatie verstrijken op 3 mei, 27 juni en 14 oktober. De aanzuiveringstermijn van de laatste plaatsing onder de regeling in het eerste halfjaar verstrijkt op 14 oktober. Door de globalisatie verstrijken alle aanzuiveringstermijnen dan op 31 december (de laatste dag van het halfjaar waarin de aanzuiveringstermijn van de laatste plaatsing in het eerste halfjaar zou verstrijken).

Naar boven

10.3 Douaneschuld bij verstrijken aanzuiveringstermijn

Als de aanzuiveringstermijn is verstreken en de goederen zijn niet onder een volgende douaneregeling geplaatst of wederuitgevoerd, ontstaat er een douaneschuld door niet-naleving van een verplichting van de regeling actieve veredeling.
(artikel 79, lid 1 letter a DWU)

Zie voor informatie over veredelingsproducten of onder de regeling geplaatste goederen in ongewijzigde staat die bij het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden geacht in het vrije verkeer te zijn gebracht hoofdstuk 13 van dit onderdeel.

Naar boven

10.4 Verlenging aanzuiveringstermijn

Is de aanzuiveringstermijn van de onder de regeling geplaatste goederen niet toereikend? De Douane kan de aanzuiveringstermijn met een redelijke duur verlengen indien de vergunninghouder een gerechtvaardigde aanvraag daartoe indient. De Douane kan de aanzuiveringstermijn zelfs verlengen nadat de oorspronkelijk vastgestelde termijn is verstreken. De aanvraag moet wel vóór het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden ingediend. De aanvraag kan niet na het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden ingediend, omdat dan al een douaneschuld is ontstaan door niet-naleving van de verplichting om de regeling tijdig te zuiveren. In bepaalde gevallen kan deze douaneschuld tenietgaan. Zie voor informatie over tenietgaan van de douaneschuld onderdeel 30.00.00 van dit Handboek.

De aanvraag moet worden voorzien van een uitgebreide motivering. Uit deze motivering moet duidelijk blijken waarom de aanvrager van mening is dat sprake is van een gerechtvaardigd geval.

Voorbeelden van een gerechtvaardigd geval kunnen zijn:

  • de uitval van machines;

  • een staking die het productieproces vertraagt waardoor de veredelingsproducten niet binnen de aanzuiveringstermijn kunnen worden vervaardigd en afgezet;

  • tijdens een herstelling blijkt dat er meerwerk moet worden verricht waardoor de oorspronkelijke aanzuiveringstermijn niet toereikend is.

(artikel 257, lid 2 DWU en artikel 174, lid 1 GVo.DWU)

Naar boven

10.5 Automatische verlenging aanzuiveringstermijn

De Douane kan in de vergunning actieve veredeling bepalen dat de aanzuiveringstermijn automatisch wordt verlengd voor alle goederen die zich op de datum dat de aanzuiveringstermijn zou verstrijken nog onder de regeling bevinden.

Het moet hier dan gaan om grote projecten waarbij op het tijdstip van de aanvraag van de vergunning actieve veredeling niet exact is te bepalen hoelang de veredelingshandelingen zullen gaan duren dan wel de kans bestaat dat vertraging zal optreden. Op deze wijze wordt voorkomen dat voor alle goederen die in een bepaalde periode onder de regeling zijn geplaatst afzonderlijk een verlenging van de aanzuiveringstermijn moet worden aangevraagd.

(artikel 174, lid 2 GVo.DWU)

Naar boven

10.6 Termijn bij voorafgaande uitvoer veredelingsproducten

In het geval van voorafgaande uitvoer van uit equivalente goederen verkregen veredelingsproducten (actieve veredeling EX/IM) mag de termijn waarbinnen de niet-Uniegoederen voor de regeling actieve veredeling moeten worden aangegeven niet langer zijn dan 6 maanden.

Deze termijn gaat in op de datum van aanvaarding van de aangifte ten uitvoer van de met equivalente goederen vervaardigde veredelingsproducten.

De termijn wordt door de Douane vastgesteld in de vergunning (uitgedrukt in maanden). Hierbij wordt rekening gehouden met:

  • de tijd die nodig is voor de aanschaf van de goederen; en

  • het vervoer naar het douanegebied van de Unie.

(artikel 257, lid 3 DWU)

Voorbeeld

Een bedrijf heeft een vergunning actieve veredeling met voorafgaande uitvoer van uit equivalente goederen verkregen veredelingsproducten. De vergunninghouder verwerkt Spaanse sinaasappels (equivalente goederen) tot sinaasappelsap. Het sinaasappelsap van Spaanse sinaasappels (het veredelingsproduct) wordt vervolgens uitgevoerd naar Japan voorafgaand aan de invoer van Argentijnse sinaasappels (niet-Uniegoederen) die de equivalente goederen vervangen.

De termijn waarbinnen de niet-Uniegoederen voor de regeling actieve veredeling moeten worden aangegeven, is vastgesteld op 6 maanden.

Dit betekent dat de Argentijnse sinaasappels binnen 6 maanden na de uitvoer van het sinaasappelsap naar Japan onder de regeling actieve veredeling moeten worden geplaatst.

Op verzoek van de vergunninghouder kan de termijn (ook na het verstrijken ervan) worden verlengd, op voorwaarde dat de totale termijn niet meer bedraagt dan 12 maanden.
(artikel 257, lid 4 DWU)

Er bestaat geen verplichting om de niet-Uniegoederen onder de regeling actieve veredeling te plaatsen. Als de termijn is verstreken en de niet-Uniegoederen zijn niet onder de regeling actieve veredeling geplaatst, is de regeling actieve veredeling EX/IM niet tot stand gekomen. Er ontstaat dan geen douaneschuld.

Zie voor informatie over het gebruik van equivalente goederen en voorafgaande uitvoer van uit equivalente goederen verkregen veredelingsproducten hoofdstuk 6 van dit onderdeel.

Naar boven