16.00.00 Actieve veredeling
11 Aanzuiveringsafrekening
11.1 Aanzuiveringsafrekening
De vergunninghouder actieve veredeling moet een aanzuiveringsafrekening voorleggen aan het controlekantoor. Dit geldt ook
als sprake is van een vergunning op basis van een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling actieve veredeling.
(artikel 175, lid 1 GVo.DWU)
Met de aanzuiveringsafrekening wordt een verantwoording gegeven van het verloop van de regeling actieve veredeling. Aan de hand van de aanzuiveringsafrekening moet de Douane in staat zijn toezicht uit te oefenen op de regeling. De aanzuiveringsafrekening moet onder meer de volgende gegevens bevatten:
-
vergunningnummer;
-
de hoeveelheid van elk soort goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst waarvoor aanzuivering wordt gevraagd;
-
de GN-code van de goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst;
-
verwijzingen naar de douaneaangiften waarmee de goederen onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst;
-
de GN-code van de veredelingsproducten;
-
de verwijzing naar de daaropvolgende douaneaangifte of enig ander document betreffende de zuivering van de regeling;
-
het opbrengstpercentage;
-
het te betalen bedrag aan invoerrechten;
-
wanneer artikel 175, lid 4 GVo.DWU van toepassing is (in het vrije verkeer brengen zonder douaneaangifte), dan moet dit feit worden vermeld in de aanzuiveringsafrekening (zie voor informatie hierover hoofdstuk 13 van dit onderdeel);
-
wanneer artikel 324 UVo.DWU van toepassing is (bijzondere gevallen van aanzuivering), dan moet dit feit worden vermeld in de aanzuiveringsafrekening (zie voor informatie hierover hoofdstuk 12 van dit onderdeel); en
-
de aanzuiveringstermijn.
(artikel 175, lid 3 GVo.DWU en bijlage 71-06 GVo.DWU)
De aanzuiveringsafrekening moet worden voorgelegd binnen 30 dagen na het verstrijken van de aanzuiveringstermijn.
In principe moet voor iedere zending die onder de regeling actieve veredeling is geplaatst een aanzuiveringsafrekening worden voorgelegd.
In een vergunning actieve veredeling voor herhaald gebruik kan echter worden bepaald dat aanzuiveringstermijnen die ingaan
in de loop van een maand, kwartaal of halfjaar, verstrijken op de laatste dag van een volgende maand respectievelijk van een
volgend kwartaal of halfjaar. Dit is de zogenaamde globalisatie.
(artikel 257, lid 2 DWU)
De aanzuiveringsafrekening moet dan worden voorgelegd binnen 30 dagen na het verstrijken van de maand respectievelijk het kwartaal of halfjaar (de globalisatieperiode).
Op dezelfde wijze kan de inleverdatum van de aanzuiveringsafrekening worden bepaald bij globalisatie per kwartaal of halfjaar.
Zie voor informatie over de aanzuiveringstermijn en globalisatie hoofdstuk 10 van dit onderdeel.
11.2 Niet of niet tijdig voorleggen aanzuiveringsafrekening
Als de aanzuiveringsafrekening niet of niet tijdig is voorgelegd aan het controlekantoor, ontstaat er een douaneschuld door
niet-naleving van een verplichting van de regeling actieve veredeling.
(artikel 79, lid 1 letter a DWU)
Op verzoek van de vergunninghouder kan de Douane de termijn tot 60 dagen verlengen. In uitzonderlijke gevallen kan de Douane
de termijn zelfs verlengen wanneer deze is verstreken. De aanvraag moet wel vóór het verstrijken van de termijn worden ingediend.
De aanvraag kan niet na het verstrijken van de termijn worden ingediend, omdat dan al een douaneschuld is ontstaan door niet-naleving
van de verplichting om de aanzuiveringsafrekening tijdig in te dienen. In bepaalde gevallen kan deze douaneschuld tenietgaan.
Zie voor informatie over tenietgaan van de douaneschuld onderdeel 30.00.00 van dit Handboek.
(artikel 175, lid 2 GVo.DWU)