12.10.00 Monsterneming en monsteronderzoek
11 Monsterneming van hop
11.1 Algemeen
Bij de invoer uit derde landen van hop moet vastgesteld worden of de hop voldoet aan de minimumseisen zoals opgenomen in bijlage I van Vo (EG) nr. 1850/2006. Daarbij gaat het om het vochtgehalte, het gehalte aan bladeren en stengels, het gehalte aan hopafval en voor "zaadloze hop" het gehalte aan zaden. Het douanelaboratorium stelt vast of aan de minimumeisen wordt voldaan. De bemonsteringsmethode moet gedaan worden volgens de verordening zoals voorgeschreven in bijlage II, onder a van Verordening (EG) nr. 1850/2006.
Naar boven