5.00.00 Overige algemene bepalingen
7 Hulp inroepen van de politie
7.1 Algemeen
U heeft het recht om bij de uitoefening van de u opgedragen taak de hulp in te roepen van enkele instanties, zoals de politie, de Koninklijke marechaussee of van andere delen van de krijgsmacht. Artikel 1:30, lid 4, Algemene douanewet gaat verder dan artikel 146 Wetboek van strafvordering. Daar wordt datzelfde recht toegekend aan de ambtenaren die met de opsporing van strafbare feiten bezig zijn.
De bijstandsplicht blijkt uit de laatste zin van artikel 1:30, lid 4, Algemene douanewet de te hulp geroepen instantie moet onmiddellijk aan de oproep voldoen.
Naar boven7.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden
Men kan zich afvragen in welke situaties er aanleiding zal bestaan om deze bijzondere hulp in te roepen. Het zullen in ieder geval situaties moeten zijn die een beroep op de sterke arm rechtvaardigen. Voorbeelden hiervan zijn:
-
een of meerdere personen dreigen met geweld.
-
een of meerdere personen gaan ertoe over geweld te gebruiken.
-
een of meerdere personen verzetten zich om mee te gaan naar bijvoorbeeld de aangewezen plaats zoals bedoeld in artikel 1:28 lid 2 Algemene douanewet.
-
een verdachte die door de douane is aangehouden, pleegt verzet.
Een bepaalde procedure voor het inroepen van de hulp is niet voorgeschreven. Als u bij de uitvoering van uw werkzaamheden met geweld wordt geconfronteerd, kunt u bijvoorbeeld een beroep doen op voorbijkomende militairen of politie-agenten. Ook kan telefonisch hulp worden ingeroepen.
Naar boven7.3 Nadere bepalingen
Als de ingeroepen bijzondere hulp zich niet sterk genoeg acht bij het staande houden of het aanhouden van een verdachte die verzet biedt, mag zij bij de uitoefening van haar werkzaamheden de hulp van douane-ambtenaren inroepen. Deze ambtenaren mogen die hulp verlenen. Voorwaarde daarbij is dat de ambtenaren tot die hulp in staat zijn zonder dat zij zich daarbij aan direct gevaar blootstellen.
Naar boven7.4 Uitzonderingen
In dit hoofdstuk zijn geen uitzonderingen opgenomen.
7.5 Strafbepalingen
Het niet voldoen aan het verzoek om hulp is strafbaar.
(artikel 184 Wetboek van strafrecht)
Als het een verzoek aan de gewapende macht betreft, dan is artikel 357 Wetboek van strafrecht van toepassing. Hiernaast zijn de (eventuele) sancties van het Wetboek van militair strafrecht of het reglement betreffende de Krijgsmacht van toepassing.
Naar boven