5.00.00 Overige algemene bepalingen
4 Lijfsvisitatie
4.1 Algemeen
Lijfsvisitatie is voor degene die dat ondergaat een ingrijpende gebeurtenis. Dit is zeker het geval als er sprake is van ontkleding. In de regelgeving zijn de gevallen waarin dit mogelijk is dan ook zeer beperkt. Bescherming tegen deze ingreep in het persoonlijke leven van de betrokkene is vastgelegd in artikel 3 van de Universele verklaring van de rechten van de mens. In dit artikel wordt iedereen het recht toegekend op de onschendbaarheid van zijn persoon. Ook het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden bepaalt dat niemand mag worden onderworpen aan vernederende handelingen.
Ook in de Grondwet zijn hier bepalingen over opgenomen, artikel 11 van de Grondwet luidt:
"Een ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam".
In de Algemenen douanewet zijn twee van dergelijke beperkingen opgenomen, namelijk:
-
de lijfsvisitatie van Algemene douanewet artikel 1:28;
-
het veiligheidsonderzoek van Algemene douanewet artikel 1:30.
Ook het Wetboek van strafvordering kent een onderzoek aan lichaam of kleding. In deze paragraaf komt alleen de lijfsvisitatie van artikel 1:28 Algemene douanewet aan de orde. Het veiligheidsonderzoek van artikel 1:30 Algemene douanewet wordt besproken in paragraaf 6.1.2.
Als de douane het nodig vindt, met inachtneming van artikel 1:21 Algemene douanewet, dan kan een onderzoek van de kleding of aan lichaam van een betrokken persoon worden gedaan. Hiervoor geeft artikel 1:28 van de Algemene douanewet de bevoegdheid. De mogelijkheid tot lijfsvisitatie is nodig om kleine artikelen die gemakkelijk in de kleding kunnen worden verstopt, te ontdekken. Het is daarmee een aanvulling op de bevoegdheid om koffers en handtassen te controleren.
Beperking bevoegdheden
De bevoegdheid tot lijfsvisitatie wordt op twee manieren ingeperkt, namelijk:
-
De lijfsvisitatie kan alleen plaatsvinden bij personen die zich bevinden in of op de locaties of vervoermiddelen die genoemd zijn in artikel 1:26 van de Algemene douanewet of bij personen die deze locaties of vervoermiddelen juist gaan betreden of hebben verlaten.
-
De inspecteur maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voorzover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.
(artikel 1:21 van de Algemene Douanewet)
Tot de locaties en vervoermiddelen van artikel 1:26 van de Algemene douanewet behoren:
-
gebouwen, niet zijnde woningen, en terreinen;
-
waarvoor een beschikking is genomen, voorbeelden daarvan zijn douane-entrepots en ruimten voor tijdelijke opslag;
-
gebouwen en terreinen die erkend zijn als grensinspectiepost inzake veterinaire controles (richtlijn 97/78 EG);
-
gebouwen en terreinen die erkend zijn als grensinspectiepost inzake fytosanitaire controles (richtlijn 2004/103/EG)
-
-
gebouwen, niet zijnde woningen, en terreinen alwaar zich goederen bevinden;
-
waarbij voor de goederen een beschikking is afgegeven bijvoorbeeld in het kader van de actieve veredeling;
-
waarbij voor de goederen een in- of uitvoervergunning is afgegeven of aangevraagd
-
-
spoorwegemplacementen, plaatsen voor distributie en overslag voor goederen die over de weg worden vervoerd, havens, haventerreinen en luchthavens en luchtvaartterreinen;
-
vervoermiddelen en de op of in die vervoermiddelen aanwezige woningen.
Bij het toezicht houden, gericht op het constateren van heimelijke opslag, moet in de regel worden gewacht tot de overtreder het entrepot inderdaad verlaten heeft. In dit verband is daarmee ook de bevoegdheid tot lijfsvisitatie toegekend bij personen die uit het entrepot komen. De bevoegdheid tot lijfsvisitatie geldt ook voor entrepots die administratief worden gecontroleerd.
Naar boven4.2 Procedures en ambtelijke werkzaamheden
In deze paragraaf komen de procedures en ambtelijke werkzaamheden voor lijfsvisitatie met en zonder ontkleding aan de orde.
Bij de beoordeling of en in welke mate lijfsvisitatie moet worden toegepast is het proportionaliteitsbeginsel van groot belang. Bij lijfsvisitatie wordt een ingrijpende inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de betreffende persoon. De inbreuk moet in een juiste verhouding staan tot het doel. Daarnaast geldt het subsidiariteitsbeginsel dat wil zeggen dat er geen zwaarder middel mag worden ingezet dan noodzakelijk voor het te bereiken doel.
Als personen zich op een bovengenoemde locatie of vervoermiddel bevinden of deze juist gaan betreden of hebben verlaten, dan kunt u overgaan tot lijfsvisitatie. U gaat hierbij als volgt te werk:
Eis in goed verstaanbare woorden dat de persoon stil moet staan. Legitimeer u als u niet in uniform bent gekleed.
De persoon die zich in een vervoermiddel bevindt dat het douanegebied van de Unie is binnengekomen of bestemd is aanstonds
dat douanegebied te verlaten, kan gevraagd worden naar hun plaats- of vervoerbewijs. Deze verplichting is ook van toepassing
op reizigers die een dergelijk vervoermiddel juist hebben verlaten dan wel op het punt staan daarin aan boord te gaan (artikel 1:28, lid 3, Algemene douanewet).
U kunt tevens vorderen dat de persoon meegaat naar een plaats die beter geschikt is voor de lijfsvisitatie. Dit zal niet in
alle gevallen nodig zijn. Het moet wel gaan om een "besloten" plaats.
Vervolgens kan de lijfsvisitatie alleen plaatsvinden door een ambtenaar van hetzelfde geslacht als dat van de persoon die aan de visitatie is onderworpen.
De lijfsvisitatie kent 5 stappen (artikel 1:28, lid 5, Algemene douanewet):
De eerste 3 stappen zijn:
-
het onderzoek aan de kleding; het onderzoek aan de kleding omvat het betasten van de kleding, het nauwkeurig onderzoek van de hoofdbedekking en het schoeisel;
-
het verwijderen van de bovenkleding, teneinde deze aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen; met bovenkleding worden de kleren bedoeld die boven de onderkleding (ondergoed) worden gedragen;
-
het uitwendig en inwendig schouwen van de holten van het bovenlichaam, zonodig met daartoe benodigde ontkleding. Bij de holten van het bovenlichaam kunt u denken aan neus, oren, mond en oksels. Het ontkleden van het bovenlichaam kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn als een T-shirt met mouwen de oksels aan het zicht onttrekt.
De volgende 2 stappen zijn met nog meer waarborgen omkleed. Het gaat hier om lijfsvisitatie met gehele ontkleding
Lijfsvisitatie waarbij gehele ontkleding noodzakelijk wordt geacht, wordt alleen toegepast met toestemming van de teamleider
of diens plaatsvervanger die op de plaats van de visitatie aanwezig is. Deze toestemming wordt slechts gegeven als deze teamleider
overtuigd is van de noodzaak van de visitatie.
De twee stappen zijn:
-
het geheel ontkleden en het uitwendig schouwen van het lichaam;
-
het onderzoek van het onderlichaam; onder onderzoek van het onderlichaam wordt verstaan het uitwendig schouwen van de openingen en holten van het onderlichaam;
Let op!
Op de besloten plaats waar de lijfsvisitatie plaatsvindt, waarbij wordt overgegaan tot gehele ontkleding dan wel het onderzoek
van het onderlichaam, wordt degene die de lijfsvisitatie uitvoert slechts vergezeld door de ambtenaar die de toestemming heeft
verleend. Hiervan kan worden afgeweken indien deze ambtenaar het redelijk vermoeden heeft dat de persoon die aan lijfsvisitatie
wordt onderworpen een gevaar oplevert voor de veiligheid van zichzelf of van anderen.
(artikel 1:5, lid 3 Algemeen douanebesluit)
Wanneer na verkregen toestemming wordt overgegaan tot gehele ontkleding dan wel onderzoek van het onderlichaam wordt degene
die de toestemming gegeven heeft een schriftelijk verslag opgesteld waarin de reden voor het verlenen van de toestemming wordt
vermeld.
Na afloop van de lijfsvisitatie waarbij overgegaan is tot gehele ontkleding dan wel onderzoek van het onderlichaam vult degene
die de lijfsvisitatie uitvoert, binnen 48 uur het schriftelijk verslag aan met vermelding van de wijze waarop de lijfsvisitatie
is verricht en de resultaten van de lijfsvisitatie. Hij doet dit verslag toekomen aan de inspecteur en in het geval dat een
verpleegkundige het onderzoek van het onderlichaam verricht een afschrift aan de arts die daartoe opdracht heeft gegeven.
(artikel 1:5, lid 1 en 2 Algemeen douanebesluit)
Lijfsvisitatie met behulp van apparatuur
Onder lijfsvisitatie wordt mede verstaan: het onderzoek met behulp van apparatuur waarmee door de kleding van de betrokken
persoon kan worden gekeken.
(artikel 1:28, lid 7 Algemene douanewet)
Hierbij kunt u denken aan virtuele lijfsvisitatie met behulp van scanapparatuur De instellingen van deze apparatuur waarmee
door kleding van personen worden gekeken zijn zodanig, dat de persoon, die aan lijfsvisitatie wordt onderworpen, niet herkenbaar
is op de beelden die door de apparatuur worden gegenereerd (artikel 1:18 Algemene douaneregeling).
Bij het gebruik van apparatuurwaarmee door kleding van personen wordt gekeken, mag overigens worden afgeweken van de eisen
dat lijfsvisitatie geschiedt op een besloten plaats en dat deze wordt verricht door een douaneambtenaar van hetzelfde geslacht
als de persoon die aan de visitatie wordt onderworpen.
(artikel 1:5, lid 4, Algemeen douanebesluit)
4.3 Nadere bepalingen
De beslissing over te gaan tot lijfsvisitatie is een beschikking in de zin van de Algemene douanewet. Voor belanghebbende bestaat dus de mogelijkheid tegen deze beschikking in bezwaar te komen. Het maken van bezwaar heeft echter geen schorsende werking. Er kan een gegronde reden bestaan dat de beschikking in strijd is met de douanewetgeving, dan wel dat voor belanghebbende onherstelbare schade kan ontstaan. Mocht de inspecteur in een dergelijk geval bij zijn besluit blijven, bestaat voor belanghebbende de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te vragen bij de voorzieningenrechter. Zolang deze rechter geen uitspraak heeft gedaan wordt het belanghebbende niet toegestaan om zijn weg te vervolgen. Zie voor meer informatie over beschikking ook onderdeel 3.00.00 van dit Handboek. Zie voor meer informatie over bezwaar en beroep onderdeel 32.00.00 van dit Handboek.
Naar boven4.4 Uitzonderingen
Zie voor de uitzonderingen bij lijfsvisitatie de uitzonderingen in hoofdstuk 1.
4.5 Strafbepalingen
In de volgende gevallen is de persoon die de lijfsvisitatie ondergaat strafbaar:
-
U eist dat de persoon moet stilstaan en u vervolgens te volgen naar de aangewezen plaats en deze persoon voldoet daar niet aan. (artikel 10:3 Algemene douanewet dan wel artikel 184 Wetboek van strafrecht)
-
De persoon weigert het vervoersbewijs te tonen. (artikel 10:5, lid 1, letter b, sub 2, Algemene douanewet)