11.00.00 Tijdelijke opslag van goederen
10 Binnengebrachte goederen in tijdelijke opslag bestemd om vanaf de locatie van binnenkomst wederuitgevoerd te worden
Zoals in hoofdstuk 2 van dit handboekonderdeel is opgemerkt bevinden niet-communautaire goederen zich in tijdelijke opslag vanaf het moment dat zij zijn aangebracht tot het moment dat zij in het kader van de bestemming wederuitvoer het grondgebied van de EU daadwerkelijk hebben verlaten. Alleen als goederen in tijdelijke opslag binnen 14 dagen na lossing worden geladen in het vervoermiddel waarmee zij het grondgebied van de EU verlaten, kan volstaan worden met een kennisgeving wederuitvoer. Goederen moeten dan wel geladen worden in het uitgaande vervoermiddel op dezelfde locatie voor tijdelijke opslag als waar ze gelost zijn. Staan goederen langer dan 14 dagen in tijdelijke opslag dan moet een SAU (summiere aangifte bij uitgaan) gedaan worden wanneer zij de EU verlaten. Staan goederen na 45 dagen nog steeds in tijdelijke opslag, dan kan belanghebbende verzoeken om verlenging van de termijn voor tijdelijke opslag of zal belanghebbende alsnog een douanebestemming aan de goederen moeten geven. De douane moet op grond van artikel 53 CDW alle maatregelen nemen die zijn nodig acht om de situatie te regulariseren.
Bij binnenbrengen over zee wordt door de indiener van de SAL in DMF vaak een zogenaamde code 27 meegegeven. Met deze code wordt aangegeven dat de goederen die over zee zijn binnengekomen bestemd zijn om met een ander vervoermiddel over zee uit te gaan vanaf dezelfde terminal (transhipment). De binnengebrachte goederen hebben vanaf het moment dat ze zijn aangebracht de status van goederen in tijdelijke opslag. Bevinden de goederen zich korter dan 14 dagen in tijdelijke opslag voordat ze worden geladen in het vervoermiddel waarmee zij het grondgebied van de EU verlaten, dan kan de al meegegeven code 27 dienen als kennisgeving wederuitvoer als bedoeld in artikel 841bis, lid 2 TVo.CDW.