11.00.00 Tijdelijke opslag van goederen
2 Status goederen in tijdelijke opslag
Binnenbrengen
Goederen die het douanegebied van de Europese Unie zijn binnengebracht hebben de status van goederen in tijdelijke opslag vanaf het moment dat zij bij de Douane zijn aangebracht tot het moment dat zij een nieuwe douanebestemming krijgen.
Beëindiging van de regeling douanevervoer
Goederen die vervoerd zijn onder een regeling voor douanevervoer krijgen de status van goederen in tijdelijke opslag zodra
ze in het douanegebied van de Europese Unie op hun bestemming zijn aangekomen en zijn aangebracht bij de Douane.
(artikelen 50 CDW en
186 lid 10 TVo.CDW)
De status van de goederen betekent niet dat zij na het binnenbrengen daadwerkelijk tijdelijk moeten worden opgeslagen. Na het aanbrengen kan voor de goederen ook direct een aangifte voor een nieuwe douanebestemming worden ingediend.
Status goederen bij meerbevinding
Wanneer op een tijdelijke opslaglocatie méér goederen worden aangetroffen dan volgens de voorraadadministratie aanwezig zouden moeten zijn geldt het volgende. Indien de beheerder bij gezamenlijke opslag met communautaire goederen niet kan aantonen dat de meer bevonden goederen de communautaire status bezitten worden zij geacht de niet-communautaire status te bezitten en moeten in de voorraadadministratie van de beheerder worden opgenomen.
Bij meerbevinding is sprake zijn van een onevenwichtigheid tussen de voorraadadministratie en de tijdelijk opgeslagen goederen.
In de vergunning is voorgeschreven dat de beheerder een deugdelijke voorraadadministratie voert. Indien de meerbevinding leidt
tot de vaststelling dat niet aan deze voorwaarde wordt voldaan beloopt de beheerder een bestuurlijke boete.
(artikel 9:4 ADW)