9.00.00 Douanewaarde
7 Terugrekenmethode (retrograde-methode)
In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen over het gebruik van de volgende drie terugrekenmethoden:
-
Terugrekenmethode alle goederen;
-
Nadere bepalingen betreffende terugrekenmethode groenten en fruit (werkelijke kosten of gebruikelijke kosten);
-
Terugrekenmethode groeten en fruit (eenheidsprijzen).
A. Terugrekenmethode alle goederen
Naar boven7.1 Terugrekenmethode alle goederen
De douanewaarde bij de terugrekenmethode is afgeleid van verkoopprijzen per eenheid waartegen de ingevoerde goederen, ingevoerde
identieke of soortgelijke goederen in de grootste totale hoeveelheid na het tijdstip van het brengen in het vrije verkeer
in de Gemeenschap worden verkocht.
(artikel 30, lid 2, letter c, CDW)
Eerste handelsniveau
Bij deze methode gaat u uit van de verkopen op het eerste handelsniveau na het brengen in het vrije verkeer. Het eerste handelsniveau
na het brengen in het vrije verkeer is het niveau in de distributieketen van de ingevoerde goederen (van fabrikant tot consument)
dat als eerste volgt op het brengen in het vrije verkeer van de goederen waarvan de waarde wordt bepaald. Het niveau dat u
in aanmerking neemt, is dus niet in alle gevallen gelijk.
(artikel
152, lid 3, TVo. CDW)
7.2 Verkopen die niet in aanmerking komen
Bij de vaststelling van de prijs per eenheid kunt u de volgende verkopen in de Gemeenschap niet aanvaarden:
-
Verkopen die zijn overeengekomen tussen een koper en een verkoper die met elkaar zijn verbonden. Het is niet van belang of de verbondenheid invloed heeft gehad op de prijs.
(artikel 30, lid 2, letter c, CDW) -
Verkopen aan personen die gratis of tegen verminderde prijs rechtstreeks of zijdelings één of meer van de in artikel 32, lid 1, letter b, CDW bedoelde elementen leveren voor gebruik in verband met de voortbrenging en verkoop voor uitvoer van de ingevoerde goederen. (Zie hoofdstuk 3).
( artikel 152, lid 4, TVo. CDW)
7.3 Volgorde van verkopen
Om de prijs per eenheid van goederen vast te stellen, gaat u uit van de goederen die worden verkocht in dezelfde staat als
waarin ze in het vrije verkeer zijn gebracht.
(artikel
152, lid 1, letter a, TVo. CDW)
Daarvoor neemt u in aanmerking de verkopen van achtereenvolgens de ingevoerde goederen, ingevoerde identieke of soortgelijke goederen:
-
die zijn verkocht op of omstreeks het tijdstip van het brengen in het vrije verkeer van de goederen waarvan u de waarde bepaalt;
(artikel 152, lid 1, letter a, TVo. CDW) -
die worden verkocht op de vroegste datum na het tijdstip van het brengen in het vrije verkeer van de goederen waarvan u de waarde bepaalt, maar in ieder geval binnen 90 dagen na het tijdstip van het brengen in het vrije verkeer.
(artikel 152, lid 1, letter b, TVo. CDW)
Als vroegste datum geldt uitsluitend die datum waarop verkopen tot stand komen in een hoeveelheid die voldoende is om de prijs
per eenheid vast te stellen.
(artikel 152, lid 5, TVo. CDW)
7.4 Rangorde van prijzen
Als u heeft vastgesteld welke verkopen in aanmerking komen voor de bepaling van de prijs per eenheid, is er in principe geen rangorde van prijzen van de ingevoerde goederen, de ingevoerde identieke of soortgelijke goederen. Als een verkoop van ingevoerde soortgelijke goederen eerder plaatsvindt dan een verkoop van de ingevoerde goederen, dan neemt u de prijs van de ingevoerde soortgelijke goederen.
Dit betekent dat u niet hoeft te wachten of er zich op of omstreeks het tijdstip van het brengen in het vrije verkeer of binnen de periode van negentig dagen nog een verkoop voordoet van de goederen waarvan de waarde wordt berekend.
Vanwege de hiërarchische orde in de methode voor waardebepaling heeft de prijs van de ingevoerde goederen echter voorrang
op de prijs van de ingevoerde soortgelijke goederen. Dit is van belang als bijvoorbeeld op of omstreeks het tijdstip van het
brengen in het vrije verkeer van de goederen waarvan de waarde wordt bepaald, zowel de verkoopprijs van de ingevoerde goederen
als die van ingevoerde soortgelijke goederen bekend zijn.
(artikel 30, lid 1, CDW)
Zie Conclusie EEG nr. 17.
7.5 Prijs per eenheid
Als prijs per eenheid waartegen ingevoerde goederen in de grootste totale hoeveelheid worden verkocht, neemt u de prijs waartegen het grootste aantal eenheden op het eerste handelsniveau na het brengen in het vrije verkeer wordt verkocht aan personen die niet zijn verbonden met de personen van wie zij die goederen kopen.
Voorbeeld
In het onderstaande schema vindt u drie hoeveelheden van een product met de daaraan gekoppelde verkoopprijzen.
Verkochte hoeveelheid |
Prijs per eenheid |
---|---|
500 |
€ 95 |
400 |
€ 90 |
300 |
€ 110 |
Het grootste aantal eenheden dat tegen een bepaalde prijs wordt verkocht is 500. De prijs per eenheid is bij deze hoeveelheid
€ 95. Deze prijs neemt u als uitgangspunt als u de douanewaarde vaststelt.
(Noot op artikel 152, lid 3, TVo. CDW opgenomen in
bijlage 23 TVo. CDW)
7.6 Verkopen met verschillende prijzen
Als de ingevoerde, identieke of soortgelijke goederen in dezelfde hoeveelheden maar tegen verschillende prijzen worden verkocht, gaat u uit van de laagste verkoopprijs.
Voorbeeld
In het onderstaande schema vindt u vier hoeveelheden van een product en de daaraan gekoppelde prijs bij de verkoop.
Verkochte hoeveelheid |
Prijs per eenheid |
---|---|
75 |
€ 100 |
60 |
€ 110 |
75 |
€ 95 |
30 |
€ 105 |
In dit geval is het grootste aantal eenheden dat tegen een bepaalde prijs wordt verkocht 75. De prijzen per eenheid daarbij
zijn € 100 en € 95. De laagste prijs (€ 95) is de prijs per eenheid in de grootste totale hoeveelheid. Deze prijs neemt u
als uitgangspunt als u de douanewaarde vaststelt.
(Noot op artikel 152, lid 3, TVo. CDW opgenomen in
bijlage 23 TVo. CDW)
7.7 Bewerking of verwerking na het tijdstip van het brengen in het vrije verkeer
Als de ingevoerde, ingevoerde identieke of soortgelijke goederen niet in dezelfde staat maar na een bewerking of verwerking in de Gemeenschap worden verkocht, berekent u de waarde c.q. kosten die door de behandeling is of zijn toegevoegd op basis van objectieve en meetbare gegevens. Aanvaardbare industriële formules, recepten, constructiemethoden en andere industriële praktijken vormen de grondslagen van de berekeningen. Deze methode van waardebepaling kunt u in principe niet toepassen wanneer de goederen, als gevolg van de bewerking of verwerking, hun identiteit verliezen.
In sommige gevallen echter kan de identiteit van de goederen verloren gaan, maar kunt u toch de toegevoegde waarde of kosten door bewerking of verwerking vaststellen.
Daarnaast kan het voorkomen dat de goederen hun identiteit behouden, maar ze slechts zo'n klein deel uitmaken van de in de
Gemeenschap verkochte goederen, dat het gebruik van deze methode van waardebepaling niet verantwoord is.
(Noot op artikel 152, lid 2, TVo. CDW opgenomen in
bijlage 23 TVo. CDW)
7.8 Aftrekposten
Als u de douanewaarde wilt vaststellen op grond van de terugrekenmethode, moet u een aantal elementen in aftrek brengen op
de prijs waarvoor de goederen in de Gemeenschap worden verkocht.
(artikel
152, lid 1, TVo. CDW)
De volgende elementen brengt u in mindering:
-
Commissies die gewoonlijk worden betaald of overeengekomen, of de gebruikelijke opslagen voor winst en algemene kosten van de verkoop van ingevoerde goederen van dezelfde aard of karakter als goederen waarvan de waarde wordt bepaald, onafhankelijk van het land van uitvoer.
Onder commissies vallen de provisie, de courtage of andere beloning die de verkoper betaalt aan een in de Gemeenschap gevestigde tussenpersoon. Vaak zijn bij de commissies kosten inbegrepen, zoals veiling-, lossings-, behandelings-, opslag- en vrijmakingskosten.
Als bij de commissie niet al bijvoorbeeld de veilingkosten zijn inbegrepen, brengt u deze kosten, mits ze in de Gemeenschap zijn gemaakt en de leverancier ze afzonderlijk betaalt, ook in mindering.
(artikel 152, lid 1, letter a, punt i, TVo. CDW)De overige hiervoor vermelde kosten brengt u in dat geval als "daarmede verbonden kosten" in mindering.
(artikel 152, lid 1, letter a, punt ii, TVo. CDW)Het begrip "marge voor winst en algemene kosten" betekent: de handelsmarge die de in de Gemeenschap gevestigde importeur krijgt bij verkoop van goederen die van dezelfde aard of karakter zijn als de goederen waarvan u de waarde moet bepalen.
Hoewel over de gewoonlijke commissies en gebruikelijke marges voor winst en algemene kosten wordt gesproken, kunt u uitgaan van de commissie of handelsmarge die werkelijk in de Gemeenschap verkregen is bij de verkoop van de goederen waarvan u de waarde bepaalt.
Alleen als de werkelijke commissie en marge duidelijk afwijken van de gewoonlijke commissies van dezelfde tussenpersoon of de gebruikelijke marges van importeurs die de goederen onder dezelfde omstandigheden verhandelen, gaat u uit van de gewoonlijke commissie of de gebruikelijke marge.
Zie Conclusie 16.Onder goederen van dezelfde aard of hetzelfde karakter valt een product- of artikelgroep die in een bepaalde industrie of industriesector is voortgebracht, onafhankelijk van het land van uitvoer.
(Noot op artikel 152, lid 1, letter a, punt i, TVo. CDW opgenomen in bijlage 23 TVo. CDW) -
De gebruikelijke kosten van vervoer en verzekering en daarmee verbonden kosten die zijn ontstaan in de Gemeenschap. Ook voor deze kosten kunt u uitgaan van de werkelijke kosten. Als deze kosten niet bekend zijn, bijvoorbeeld omdat de leverancier zelf het vervoer verzorgt of omdat deze duidelijk afwijken van onder dezelfde omstandigheden tot stand gekomen gebruikelijke kosten, brengt u de gebruikelijke kosten in mindering.
Zie Conclusie EEG nr. 9.Onder de kosten die met de kosten van vervoer en verzekering zijn verbonden en ook in mindering kunnen worden gebracht voorzover zij in de Gemeenschap zijn ontstaan, vallen onder meer de lossings-, behandelings- en vrijmakingskosten. De opslagkosten en kosten voor bewaring in goede staat die in het douanegebied van de Gemeenschap zijn ontstaan, kunt u ook beschouwen als "daarmede verbonden kosten" (zie ook paragraaf 2.26.).
-
De rechten bij invoer en andere heffingen die in de Gemeenschap zijn verschuldigd bij het brengen in het vrije verkeer of de verkoop van de ingevoerde goederen. Hieronder vallen ook de anti-dumpingheffingen, de belastingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de omzetbelasting.
-
De toegevoegde waarde die ontstaan is bij be- of verwerking van de ingevoerde goederen in de Gemeenschap (zie paragraaf 7.7.).
7.9 Hoeveelheid
De goederen die de importeur in het vrije verkeer heeft gebracht en wederverkocht, vormen vaak een constante stroom. Een incidenteel geval of een bepaalde partij goederen is in de boekhouding niet altijd helemaal te volgen. In principe gaat u uit van de prijs voor de grootste totale hoeveelheid. Als u meer partijen aantreft met verschillende hoeveelheden, neemt u van de partij met de hoeveelheid de laagste verkoopprijs en vermindert deze, voor de winst op deze goederen, met een bedrag dat hoort bij deze laagste verkoopprijs.
B. Nadere bepalingen betreffende terugrekenmethode groenten en fruit (werkelijke kosten of gebruikelijke kosten)
Naar boven7.10 Terugrekenmethode: groenten en fruit
In paragraaf 7 leest u de manieren waarop de terugrekenmethoden worden toegepast. Een onderscheid bestaat tussen de terugrekenmethode die geldt voor alle goederen en de terugrekenmethode die alleen voor groenten en fruit kan worden gebruikt.
In de volgende paragrafen vindt u de terugrekenmethode voor groenten en fruit waarbij in de eerstbedoelde terugrekenmethode enkele forfaits voor de verminderingen worden gebezigd.
De eenheidsprijs kan niet worden toegepast tijdens de verkoopseizoenen zoals die zijn vastgesteld in het kader van de marktordende
invoerregeling voor groenten en fruit. In de verkoopseizoenen worden de invoerprijzen toegepast zoals in die invoerregeling
wordt voorgeschreven.
(Verordening (EU) nr.
543/2011)
7.11 Werkelijke commissies en gebruikelijke commissies
Voor de commissies die u in mindering moet brengen, gaat u uit van de werkelijke commissie van de in de Gemeenschap gevestigde commissionair, tenzij deze duidelijk afwijkt van de gewoonlijke commissie van commissionairs die het product onder dezelfde omstandigheden verhandelen.
Een verklaring voor het verschil in hoogte van de commissie kan bijvoorbeeld zijn dat de behandelings- of lossingskosten geheel
of gedeeltelijk uit de werkelijke commissie worden betaald. Als de werkelijke commissie duidelijk afwijkt van de gewoonlijke
commissie, gaat u uit van de gewoonlijke commissie.
(artikel
152, lid 1, letter a, punt i, TVo. CDW)
Bij de werkelijke commissie kunnen bepaalde kosten al geheel of gedeeltelijk zijn inbegrepen, zoals veiling-, lossings-, behandelings-, opslag- en vrijmakingskosten.
Als bij deze commissie niet al bijvoorbeeld de veilingkosten zijn inbegrepen, brengt u deze kosten ook in mindering, maar
alleen als ze in de Gemeenschap zijn gemaakt en de leverancier ze afzonderlijk heeft betaald.
(artikel 152, lid 1, letter a, punt i, TVo. CDW)
De overige hiervoor vermelde kosten brengt u in dat geval als "daarmede verbonden kosten" in mindering.
(artikel 152, lid 1, letter a, punt ii, TVo. CDW)
Het vaststellen van de afwijking tussen de werkelijke commissie en de gewoonlijke commissie is in vele gevallen bezwaarlijk. In dat geval kunt u op verzoek van de aangever toestaan dat in plaats van de werkelijke commissie een gemiddelde van de gewoonlijke commissies in de betreffende branche in mindering wordt gebracht. Het percentage van 6,5 is aanvaardbaar.
Naar boven7.12 Werkelijke kosten van vervoer en gebruikelijke kosten van vervoer
Als u "gebruikelijke kosten van vervoer" die zijn ontstaan in de Gemeenschap in mindering moet brengen, gaat u uit van de werkelijke kosten.
Als deze kosten door omstandigheden niet bekend zijn, bijvoorbeeld omdat de leverancier zelf het vervoer verzorgt of omdat
de kosten duidelijk afwijken van onder dezelfde omstandigheden tot stand gekomen gebruikelijke kosten van vervoer, brengt
u de gebruikelijke kosten van vervoer in mindering.
(artikel
152, lid 1, letter a, punt ii, TVo. CDW)
7.13 Werkelijke kosten van verzekering en gebruikelijke kosten van verzekering
Om verzekeringskosten die in de Gemeenschap zijn ontstaan in mindering te brengen, kunt u, wanneer de werkelijke kosten niet
bekend zijn, als gebruikelijke verzekeringskosten een percentage van 0,4 aanvaarden van de prijs per eenheid waartegen de
ingevoerde dan wel ingevoerde identieke of soortgelijke groenten of fruit zijn verkocht.
(
artikel 152, lid 1, letter a, punt ii, TVo. CDW)
7.14 Werkelijke "verbonden kosten" en gebruikelijke "verbonden kosten"
Onder "daarmede verbonden kosten ontstaan in de Gemeenschap" vallen onder meer lossings-, behandelings-, opslag-, en vrijmakingskosten. Als u de werkelijke commissie in mindering brengt, kunt u alleen de kosten die werkelijk aan de leverancier in rekening zijn gebracht, in mindering brengen. In enkele gevallen zijn sommige van de hiervoor genoemde kosten al bij de werkelijke commissie inbegrepen.
Als de kosten die werkelijk aan de leverancier in rekening zijn gebracht niet in verhouding staan tot de geleverde diensten, vermindert u de prijs per eenheid met de gebruikelijke daarmee verbonden kosten.
Als de aangever heeft verzocht het in paragraaf 7.16. vermelde percentage van 6,5 als gemiddelde van de gewoonlijke commissies
in mindering te brengen, kunt u geen rekening houden met de kosten die werkelijk aan de leverancier in rekening zijn gebracht,
omdat deze kosten ook afhankelijk zijn van de werkelijke commissie. In dat geval brengt u een gemiddelde van de gebruikelijk
"daarmede verbonden kosten ontstaan in de Gemeenschap" in mindering.
(artikel
152, lid 1, letter a, punt ii, TVo. CDW)
Als gemiddelde van de gebruikelijke "daarmede verbonden kosten" kunt u per 100 kg brutogewicht, afhankelijk van de wijze van binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap, één van de volgende bedragen aanvaarden:
Binnenkomst |
Prijs per 100 kg bruto gewicht |
---|---|
Over land |
2,50 euro |
Over zee |
|
- containervervoer |
2,50 euro |
- anders |
3,75 euro |
Door de lucht |
11 euro |
7.15 Samenvatting
Op grond van het voorgaande zijn er de volgende mogelijkheden:
-
gebruik van de werkelijke commissie;
-
gebruik van het gemiddelde van de gewoonlijke commissie.
Ad a. Gebruik van de werkelijke commissie
Bij gebruik van de werkelijke commissie kunt u de volgende kosten in mindering brengen:
-
Vervoerkosten. Zijn de werkelijke kosten niet bekend? Dan brengt u de gebruikelijke kosten van vervoer in mindering. (zie paragraaf 7.12.).
-
Verzekeringskosten. Als de werkelijke kosten niet bekend zijn, gaat u uit van 0,4% van de prijs per eenheid.
-
De daarmee verbonden kosten. U gaat uit van de kosten die aan de leverancier in rekening zijn gebracht.
Ad b. Gebruik van het gemiddelde van de gewoonlijke commissie
Bij gebruik van het percentage 6,5 als gemiddelde van de gewoonlijke commissies kunt u de volgende kosten in mindering brengen:
-
Vervoerkosten. Zijn de werkelijke kosten niet bekend? Dan brengt u de gebruikelijke kosten van vervoer in mindering. (zie paragraaf 7.12.).
-
Verzekeringskosten. Als de werkelijke kosten niet bekend zijn, gaat u uit van 0,4% van de prijs per eenheid.
-
De daarmee verbonden kosten. U gebruikt uitsluitend één van de in paragraaf 7.14. als gemiddelde van de gebruikelijk "daarmede verbonden kosten" vermelde bedragen.
Als de werkelijke commissie duidelijk afwijkt van de gewoonlijke commissie, brengt u de gewoonlijke commissie in mindering.
De aangever bepaalt bij de aangifte voor het vrije verkeer of hij gebruik maakt van één of meer van de hiervoor vermelde gemiddelden.
C. Terugrekenmethode groenten en fruit / Eenheidsprijzen
Naar boven7.16 Terugrekenmethode groenten en fruit
Aan bederf onderhevige groenten en fruit worden vaak op basis van consignatiecontracten geleverd. De contractant die in de
Gemeenschap is gevestigd treedt dan veelal op als commissionair (vertegenwoordiger) maar voor rekening van de verkoper (vertegenwoordigde).
Dit betekent dat op het tijdstip voor de bepaling van de douanewaarde van groenten en fruit meestal geen transacties zijn
afgesloten en geen transactiewaarden beschikbaar zijn.
(artikel 30, lid 2, letter c, CDW en artikel
152, lid 1, letter a bis TVo. CDW)
Om vertragingen bij de invoerprocedures te vermijden kunt u op verzoek van de aangever de douanewaarde van aan bederf onderhevige
groenten en fruit vaststellen op basis van eenheidsprijzen, de levering heeft plaatsgevonden naar aanleiding van consignatiecontracten.
Deze eenheidsprijzen gelden voor de gehele Gemeenschap.
Eenheidsprijzen kunnen echter niet worden gebruikt in de verkoopseizoenen zoals die zijn vastgesteld in het kader van de marktordende
invoerregeling voor groenten en fruit. In de verkoopseizoenen worden invoerprijzen toegepast zoals in de invoerregeling worden
voorgeschreven.
(Verordening (EU) nr.
543/2011)
7.17 Eenheidsprijzen
De Commissie van de Europese Gemeenschap stelt zogenaamde eenheidsprijzen vast voor aan bederf onderhevige groenten en fruit. Deze eenheidsprijzen worden in principe vastgesteld voor telkens een tijdvak van veertien dagen dat begint op een vrijdag.
De eenheidsprijzen kunt u raadplegen via Douane.nl.
(artikel
152, lid 1, letter a bis TVo. CDW)
7.18 Groenten en fruit
De eenheidsprijzen kunt u alleen gebruiken bij het in het vrije verkeer brengen van de groenten en fruit die zijn genoemd
op Douane.nl. Dit zijn groenten en fruit die worden ingedeeld in hoofdstuk 7 en 8 van het Gemeenschappelijk douanetarief.
(artikel
152, lid 1, letter a bis en bijlage
26 TVo. CDW)
7.19 Nettogewicht
De douanewaarde van de in het vrije verkeer gebrachte groenten en fruit berekent u door de eenheidsprijzen te vermenigvuldigen met het nettogewicht van de aangegeven goederen. Het nettogewicht van de goederen is het eigen gewicht van de goederen zonder het gewicht van alle verpakkingen.
Het werkelijk gewicht kan afwijken van het gewicht dat op de verpakking is vermeld. Dat is met name het geval bij goederen
die al in het land van uitvoer worden verpakt voor wederverkoop en waarbij door indrogen en verdamping, gewichtsverlies optreedt
tijdens het transport naar het verkooppunt. Om er zeker van te zijn dat de verpakking op het tijdstip van wederverkoop het
vermelde gewicht bevat, wordt tijdens het verpakken een hoger gewicht van het product aan de verpakking toegevoegd. Voor de
berekening van de douanewaarde gaat u uit van het werkelijke nettogewicht bij het in het vrije verkeer brengen van de goederen.
(artikel
152, lid 1, letter a bis TVo. CDW)
7.20 Beschadigingen
In principe wordt van beschadiging gesproken als aan bederf onderhevige groenten en fruit niet voldoen aan de minimum eigenschappen die daaraan normaliter mogen worden gesteld, zoals kleur, vorm, smaak, rijpheid en houdbaarheid. Van beschadiging is bijvoorbeeld ook sprake als groenten en fruit:
-
niet zuiver zijn, restanten van aarde of dergelijke verontreinigingen bevatten;
-
vreemd ruiken;
-
niet meer compleet zijn, dat wil zeggen dat een deel van de groenten en fruit zoals die gewoonlijk worden geleverd, mist;
-
niet meer gezond zijn, overrijp zijn, schimmelvorming of ziektekenmerken of andere aanwijzingen vertonen. In sommige gevallen zijn de groenten en fruit niet meer geschikt voor menselijke consumptie. In andere gevallen wordt hierdoor de marktwaarde verminderd waardoor andere dan de gebruikelijke afzetmarkten moeten worden gezocht.
Er bestaan drie methoden voor de vaststelling van de douanewaarde van beschadigde partijen. De aangever mag kiezen welke methode toegepast wordt.
Methode 1
De douanewaarde van de beschadigde partij stelt u na sortering vast door de eenheidsprijzen op de gezonde hoeveelheid toe
te passen. Het beschadigde gedeelte moet onder douanetoezicht worden vernietigd. Het raadplegen van een beëdigde deskundige
is bij deze methode niet vereist.
Voorbeeld methode 1
Na sortering van 100 kisten sinaasappelen resteren er 90 kisten gezonde sinaasappelen. De 10 kisten bedorven sinaasappelen
worden onder douanetoezicht vernietigd. De douanewaarde van de partij stelt u vast door de eenheidsprijs toe te passen op
het gezonde gedeelte (90 kisten).
Methode 2
De douanewaarde van de beschadigde partij stelt u vast door gebruik van de voor het gezonde gedeelte geldende eenheidsprijs,
nadat het gewicht van de beschadigde partij is verminderd met het schadepercentage dat een beëdigde deskundige heeft vastgesteld.
U moet de schadevaststelling beoordelen en eventueel aanvaarden.
Bij deze methode hoeft niet te worden gesorteerd en de beschadigde hoeveelheid hoeft niet onder ambtelijk toezicht te worden vernietigd.
Voorbeeld methode 2
Een beëdigde deskundige stelt vast dat een zending perziken 15% beschadigde vruchten bevat. Dat wil zeggen dat van de 1.000
kg 150 kg gekneusd is. De schadevaststelling beoordeelt en eventueel aanvaardt u en de douanewaarde van de partij stelt u
vast door de eenheidsprijs toe te passen op 850 kg.
Methode 3
De douanewaarde van de beschadigde partij stelt u vast door gebruik van de voor het gezonde gedeelte geldende eenheidsprijs
verminderd met het schadepercentage dat een beëdigde deskundige heeft vastgesteld. U moet de schadevaststelling beoordelen
en eventueel aanvaarden.
Bij deze methode hoeft niet te worden gesorteerd en de beschadigde hoeveelheid hoeft niet onder ambtelijk toezicht te worden vernietigd.
Voorbeeld methode 3
Na sortering van een partij sinaasappels van 1.000 kg, die vriesschade heeft opgelopen, blijkt dat de schade van de hoeveelheid
± 10% bedraagt. Een beëdigde deskundige stelt bovendien vast dat een waardevermindering is opgetreden van 40% ten opzichte
van de marktprijzen van gezonde sinaasappels. De reden is dat de ingevoerde partij van 1.000 kg niet meer via de gebruikelijke
afzetkanalen kan worden verkocht. De schadevaststelling beoordeelt en eventueel aanvaardt u.
De douanewaarde van de ingevoerde 1.000 kg sinaasappels kunt u berekenen door de eenheidsprijs te verminderen met 40%.
Deze methoden hebben uitsluitend betrekking op schade die wordt vastgesteld op de hoeveelheid of op de waardevermindering van partijen ten opzichte van gemiddelde marktprijzen van gezonde producten. De overige kosten die worden gemaakt, zoals voor sorteren, ompakken, opslag, vernietigen kunt u niet op de douanewaarde in mindering brengen.
Een partij groenten en fruit kunt u slechts als beschadigd aanmerken als de beschadiging bestaat op het tijdstip van het brengen in het vrije verkeer. Als de beschadiging pas na dat tijdstip wordt vastgesteld, moet bij een eventueel verzoek om terugbetaling aannemelijk worden gemaakt dat de beschadiging al heeft bestaan op het tijdstip dat de goederen in het vrije verkeer zijn gebracht.
7.21 Uitzonderingen: volgorde terugrekenmethode en berekende waarde-methode
Op verzoek van de aangever kan de volgorde van de terugrekenmethode en de berekende waarde-methode worden omgekeerd (zie ook paragraaf 1.3). Hij moet dan een schriftelijk verzoek indienen op of voor het tijdstip van de aangifte voor het brengen in het vrije verkeer. (artikel 30, lid 1, CDW)
Als pas na dat tijdstip blijkt dat de douanewaarde moet worden vastgesteld met het gebruik van één van deze methoden, stelt u de aangever alsnog in de gelegenheid te verzoeken welke volgorde hij kiest.
Op een gedaan verzoek kan niet worden teruggekomen. De mogelijkheid bestaat om per aangifte een keus te doen, maar de aangever die dit wenst kan ook voor een bepaalde periode zijn keuze bekendmaken.
Naar boven