9.00.00 Douanewaarde
6 Transactiewaarde van soortgelijke goederen
Nadat is gebleken dat artikel 29 CDW en artikel 30, lid 2, letter a, CDW niet kunnen worden toegepast, is de eerste methode die in aanmerking komt voor het vaststellen van de douanewaarde die van de transactiewaarde van soortgelijke goederen.
Naar boven6.1 Transactiewaarde van soortgelijke goederen
Als de douanewaarde van ingevoerde goederen stelt wordt vastgesteld met de transactiewaarde-methode van soortgelijke goederen,
moeten deze goederen die zijn verkocht voor uitvoer naar de Gemeenschap op hetzelfde handelsniveau (zie paragraaf 6.2) en
in nagenoeg dezelfde hoeveelheid als de goederen waarvan de waarde wordt bepaald.
( artikel 30, lid 2, letter b, CDW en artikel
151, lid 1, TVo. CDW)
Onder transactiewaarde van soortgelijke goederen wordt een douanewaarde verstaan die al eerder met de transactiewaarde-methode
voor ingevoerde goederen is aanvaard.
(artikel 151, lid 5, TVo. CDW)
Dit houdt in dat het om een transactiewaarde kan gaan die de douane van een andere lidstaat voor soortgelijke goederen heeft aanvaard. De verkoop van de goederen voor uitvoer kan betrekking hebben op een levering aan een andere koper. In het algemeen hoeft u geen nader onderzoek uit te voeren naar het al dan niet terecht zijn van die aanvaarding. Bij gegronde twijfel kan zo'n onderzoek eventueel noodzakelijk zijn.
Naar boven6.2 Handelsniveau
Begrip handelsniveau; de schakel en het moment in het traject van de levering (en). Bijvoorbeeld: de waardebepaling van een levering aan een importeur of de levering aan een detailhandelaar, is verschillend van niveau. Om de goederen uiteindelijk in de schappen van een winkel te krijgen is duurder dan het leveren van de goederen aan de importeur op de kade in de 1e haven in de Gemeenschap. De factuurwaarde aan de importeur is dus van een ander handelsniveau dan de factuur aan de winkelier.
Als een verkoop van soortgelijke goederen op hetzelfde handelsniveau en in nagenoeg dezelfde hoeveelheid als de goederen waarvan
de waarde wordt bepaald niet voorhanden is, kunt u voor de vaststelling van de douanewaarde van de ingevoerde goederen gebruik
maken van de transactiewaarde van soortgelijke goederen die zijn verkocht op verschillend handelsniveau en/of in verschillende
hoeveelheden.
De factuurprijs past u aan om rekening te houden met de verschillen in handelsniveau en/of hoeveelheid.
( artikel 151, lid 1, TVo. CDW)
Een verschil in handelsniveau en/of in hoeveelheid mag alleen worden aangepast als bewezen kan worden dat de aanpassing redelijk
en exact is. Het maakt daarbij niet uit of de aanpassing leidt tot een verhoging of een verlaging van de waarde. Als bewijs
kunnen bijvoorbeeld prijslijsten dienen met prijzen voor verschillende niveaus of verschillende hoeveelheden. Een aanpassing
van een verschil in handelsniveau zal niet altijd kunnen geschieden aan de hand van prijslijsten. Vaak zal het zo zijn dat
een alleenvertegenwoordiger-groothandelaar de officiële import verzorgt en dat incidenteel ook door kleinhandelaren wordt
ingevoerd. In een dergelijk geval kunt u de douanewaarde niet berekenen op basis van de prijzen waarvoor kleinhandelaren van
de groothandelaren op de binnenlandse markt kopen. Als u aan de hand van vaste gegevens niet kunt vaststellen welke prijzen
gelden bij verkoop aan de werkelijke importeur (kleinhandelaren, particulieren en dergelijke) dan zal de toepassing van de
transactiewaarde-methode van soortgelijke goederen niet mogelijk zijn.
(Noot op artikel 30, lid 2, letter a, CDW opgenomen in bijlage
23 TVo. CDW)
Voor goederen die niet worden ingevoerd op basis van een verkoopovereenkomst, bijvoorbeeld gehuurde goederen of geschenkzendingen, gaat u uit van het niveau van degene voor wie de goederen zijn bestemd, bijvoorbeeld van de instantie die een machine huurt of van de particulier aan wie een geschenk wordt toegezonden.
Naar boven6.3 Kosten in verband met het vervoer
Als bij de gebruikte transactiewaarde de volgende kosten zijn inbegrepen, past u deze waarde aan om rekening te houden met verschillen (die vooral te maken hebben met afstand en vervoerswijze) die tussen de kosten voor de ingevoerde goederen en de soortgelijke goederen kunnen bestaan:
-
vervoer;
-
verzekeringen;
-
laden;
-
handelingen in verband met het vervoer tot de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap.
( artikel 151, lid 2, TVo. CDW)
Naar boven6.4 Tijdstip van uitvoer
De soortgelijke goederen moeten op hetzelfde of ongeveer hetzelfde tijdstip zijn uitgevoerd naar de Gemeenschap als de goederen
waarvan de waarde wordt bepaald.
( artikel 30, lid 2, letter b, CDW)
Als hetzelfde of ongeveer hetzelfde tijdstip van uitvoer kunt u een tijdsperiode beschouwen die zo dicht mogelijk ligt bij de datum van uitvoer. In die tijdsperiode zijn de handelspraktijken en marktvoorwaarden die van invloed zijn op de prijs hetzelfde gebleven. Het tijdstip waarop de goederen zijn verkocht voor uitvoer naar het douanegebied van de Gemeenschap blijft daarbij buiten beschouwing. Ook laat u het tijdstip buiten beschouwing waarop de transactiewaarde als douanewaarde is aanvaard.
Naar boven6.5 Laagste waarde
Als bij invoer in de verschillende lidstaten een aantal transactiewaarden worden gevonden, dan wordt de laagste van die waarden
gebruikt voor de vaststelling van de douanewaarde van de ingevoerde goederen. Dat geldt ook in een lidstaat met hoge prijzen.
( artikel
151, lid 3, TVo. CDW)
6.6 De fabrikant
De soortgelijke goederen moeten zijn voortgebracht door dezelfde persoon als de goederen waarvan de waarde wordt bepaald.
Slechts als er geen transactiewaarde kan worden gevonden van soortgelijke goederen die zijn voortgebracht door dezelfde persoon,
kunt u gebruik maken van de transactiewaarde van soortgelijke goederen voortgebracht door een andere persoon.
( artikel
151, lid 4, TVo. CDW)
6.7 Soortgelijke goederen
Soortgelijke goederen zijn alle goederen die in hetzelfde land zijn voortgebracht die, hoewel zij niet in alle opzichten eender
zijn, gelijke kenmerken vertonen en gelijksoortige bestanddelen bevatten waardoor zij dezelfde functies kunnen hebben en in
de handel uitwisselbaar kunnen zijn. De kwaliteit van de goederen, hun reputatie en de aanwezigheid van een fabrieks- of handelsmerk
zijn factoren die u onder meer in aanmerking kunt nemen om vast te kunnen stellen of goederen soortgelijk zijn.
( artikel
142, lid 1, letter d, TVo. CDW)
Onder soortgelijke goederen vallen niet goederen waarbij engineering, ontwikkeling, werken van kunst, ontwerpen, tekeningen
en schetsen zijn inbegrepen of tot uitdrukking gebracht, indien deze waren verricht of gemaakt in de Gemeenschap en waardoor
geen verhoging van de werkelijk betaalde of te betalen prijs heeft plaatsgevonden.
(artikel 142, lid 2, TVo. CDW)
Merkartikelen zullen in het algemeen alleen soortgelijk kunnen zijn aan artikelen van een ander merk als zij ook qua reputatie, uitvoering en bijzonderheden met elkaar overeenstemmen en de uiteindelijke gebruiker een zodanige geringe voorkeur voor het ene of het andere artikel heeft dat ook de consumptieprijzen op ongeveer hetzelfde niveau liggen.
Naar boven